Zaterdag 15 Februari 1919, mg, 1, Aas den duivel verkocht FEUILLET Twee Zusters. J. 06 'ö*j Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 35 cent, fracco per post 55 eest per kwartaal. Afzonderlijke cummers a 3 cent verkrijgbaar. ADVERTENT1ËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag S2 uur te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- ea Handelsdrukkerij v.h. Firma5s F, Rleeuwens Zoon en J. A. Ross. Adveitentiën S ct. per regel, behalve dienstaanvragen. die tegea 7 ct. per regel worden geplaatst. Bij directe opgaaf vaa 3 maal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs 2 maal berekend, uitgezonderd dienstaanvragen. Gr. letters en afb. naar plaatsruimte. Advertenttén, als geboorte-, huwelijks-; verjariags-, doodberichten ea de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, afet meer dan acht regels beslaande, voor des prijs van 65 cent. Deze fraaie uitdrukking is niet yan ons,, maar van de Middelburg- sche Courant. Dit achtenswaar dige blad schreef deze week f „Bij het sluiten van den wapen stilstand zijn de Duitschers er in geloopen. Zij hebben zich toen aan den duivel verkocht5'. Men zou dezen Duitschen Nederlander, dezen woedenden Entente-vreter willen vragen, hoe het volgens hem moge lijk is, dat de „knappe, geleerde, alwijze" Duitschers „er in loopen" tegenover eenige „aartsdomme" geallieerden. Doch dat zullen we voor het oogenblik laten rusten we komen er nog wel op terug. Aan den duivel verkocht is iemand, die voor de groote schatten, welke hij geeft, niets van werkelijke waarde ontvangt, maar integendeel nog veel grooter schat, namelijk zichzelven, verliest. Hoe staat het nu hiermee ten opzichte van Duitschland By het sluiten van den wapenstilstand verplichtte het zich, de bezette gebieden te ont ruimen toetelaten, dat het deel van Duitschland ten westen van den Rijn door geassocieerde troepen werd bezetzijn oorlogsvloot uit te leveren, alsmede drieduizend loco motieven en vyfhonderdzeventig- duizend waggons. Yan het andere zullen we nu maar zwijgen. Aan eenige dezer voorwaarden is vol daan. Maar van de locomotieven waren op 1 Februari nog niet meer dan éénduizend driehonderd en vijf, en van de waggons nog slechts vijfendertigduizend uitgeleverd. En ofschoon dit nog maar een klein deel is van wat gezonden moet 8 Dat er groote blijdschap heersckte iu het klooster, kan men begrijpen. Het gerucht van het verrassend mirakel werd wijd en zijd verbreid. Onder de eenvoudige landlieden op de heuvelen, •nder de béates en nonnen overal geestdrift. Ter eere van Miss Mehitabel's her stel, die zich van dit alles nog «iets bewust was, werd er zelfs eeae bede vaart gehouden naar het naastbijzijnde beeld van Sainte-Anne. Miss Aurelia vertelde het mij, schier ademloos. „Yerbeeld u eens, wat zou die arme Mehitabel er wel van zeggen Ja, zij is vandaag veel beter en sterker, maar ik denk niet, dat hare principes door bare ziekte ook maar een- ziertje zijn veranderd. Zij vertelde mij vanmorgen nog, dat zij meende Soeur Agnès nu wel te kunnen missen. Niet, dat zij niet vriendelijk en hulpvaardig was, maar het ergerde haar, eene non om worden, hebben de geassocieerden nog geen dwangmaatregelen toege past, om de Duitsche traagheid in wat grootere vlugheid te doen veranderen. De geassocieerden hebben zich verbonden, om aan het hongerende Duitschland voedsel te verschaffen, mits de Duitschers dit met hun eigen schepen gaan halen. Maar er is nog geen enkel Duitsch schip voor dit doel beschikbaar gesteld. Duitschlands bestaan is door de geassocieerden zóó weinig in gevaar gebracht, dat dezen volkomen vrij heid hebben gegeven, om ook in de bezette deelen van Duitschland ver kiezingen voor de Nationale ver gadering te houden, waardoor het bestaan van het Duitsche rijk moet worden bevestigd. In geen enkel opzicht dus heeft Duitschland zich „aan den duivel verkocht5'. En wie dit zegt, is een kwaadaardige of.... ontoerekenbare praatjesmaker. Yolgens denzelfden schrijver zou den de Duitschers erin geloopen zyn. Erin loopen doet iemand, als hij bij een vrijwillige overeenkomst op een slinksche manier bedrogen wordt; 'als hij dus bijv. iets anders ontvangt, dan hij meende te zullen krijgen, of iets anders moet geven, dan hij bedoelde. Maar vooreerst was deze overeenkomst niet vrij willig en waren de Duitschers wel gedwongen, ze te sluiten en in de tweede pla.at3 werden Z8 niet be drogen, maar wisten ze heel precies, wat van hen geëischt werd, terwijl ook inderdaad niets anders of niets meer is geleverd, doch wel veel minder. Er is door de Duitschers gezegd, dat zij den wapenstilstand slGfcen „in goed vertrouwen op de zich heen te zien. Zij stemde toe, dat zij niet zoo'n slechte vrouw was als zij verwachtte nu, dat is al heel iets voor Mehitabel maar als zij komt te booren op welke wijze zij genezen is, 0,0Miss Aurelia's eensklaps zwijgen was veelbeteekeuend. „Als ik niet zoo gelukkig en zoo dankbaar was baar weer beter te zien, zou ik daar ook over tobben ik zal het haar niet vertellen, als ik het kan vermijden. Ik heb tot nu toe nooit iets voor Mehitabel verborgen gehouden", voegde zij er met eenen zucht bij, „tenminste niet iets van dien aard. Maar dit is een heel ander geval. Ik deed gisteren iets vreeselijks, maar ik kon bet niet helpen, Jk vond het leelijk om mijnen dank niet te bewijzen, al was het dan ook op hunne eigenaardige manier, en de zusters wa ren er erg mee in haren schik. Zoudt u het willen gelooven Zij fluisterde schier onhoorbaar „ik ik heb eene kaars aan Sainte-Anne gezon den, Begrijpt u bet wel Eene kaars aan Sainte-Anne!" Och, ik begreep het heel goed, en zei dat ook. ,.Nu", zeide zij eenigszius weifelend, geassocieerden", en dat zij het anders niet zouden hebben gedaan. Och, deze groote leugen kan nog wel bij den berg andere van Duit sche zijde. Wy willen even neer schrijven, wat de president van de Duitsche Nationale vergadering kort geleden hierover heeft gezegd. Deze, F'ehrenbach genaamd, was met eenige regeeringspersonen in het kanseliersgebouw te Berlijn. „Solf, een minister, las de voorwaarden van den wapenstilstand voor. Toen werd het telegram van de Duitsche wapenstilstandscommissie voorge lezen, waarin die commissie mee deelde, dat er niets anders overbleef dan de voorwaarden aantenemen zonder meer. Vervolgens werd een telegram voorgelezen van Hinden burg, waarin hij verzocht alle voor waarden dadelijk aantenemen. Hij kon het leger niet meer bij elkaar houdende soldaten liepen nu al weg. Anders sou hij genoodzaakt zijn, niet het heele leger te capitu leer en Zooals men ziet, was er van „goed vertrouwen op de geassoci eerden" in het geheel geen sprake. De Duitschers moesten uit nood dwang de voorwaarden aannemen; anders was er van heel hun leger niets overgebleven. Zij werden dus niet bedrogenzij liepen er niet in. Integendeelzij bedrogen de ge associeerden. Want naar onze vaste overtuiging waren zij van den be ginne af niet van plan, om de voor waarden, die zij onderteekend had den, natekomendat bljjkt uit alles. Elke overeenkomst, die hun niet naar den zin is, is nu eenmaal in hun oogen „een vodje papier", nu nog evengoed als vroeger. Zoo hebben ze ook de voorwaarde „ik b#n blij, dat gij u ar niet zoo over ergert als ik dacht, dat u zoudt doen." Nu Miss Mehitabel eenmaal aan de betere hand was, ging de verdere ge nezing met ongewone» spoed. Elke volgende dag bracht haar beterschap en meer sterkte. Zij was nu in staat om onder de abrikozenboomen in den tuin van het hotel te zitten. De abrikozen waren voorbij en hadden hunne bestemming vervuld ia taarten en de beroemde paté d'abricot», waar voor Le Puy vermaard i», maar de schaduw was nog aangenaam en de herstellende genoot van de frissche lucht. Terwijl zij daar dan zat in gezelschap van Miss Aurelia, gebeurde het wel, dat nieuwsgierige voorbijgan gers naar haar staarden door het hek van het hotel, en zelfs een paar malen terugkwamen om haar nog eens te zien. „Wel, lieve tijd, Relia, je zoudt haast denken, dat ze nooit te voren een zieke hadden gezien", merkte Miss Mehitabel «ens op, toen er buitenge woon veel belangstelling aan den dag 8 werd gelegd. „Het beeft er veel van ,F of ik een wild dier ben, en ik ben j to«h heusch nog geen kameel of oli- onderteekend, dat de krijgsgevangen Duitsche soldaten niet door de geassocieerden vrijgelaten zouden worden. En niettemin gaat nu die heele,- mooie Nationale vergade ring daartegen protesteeren. Er komen van dien kant steeds meer protesten en verwaande ver klaringen. De Duitschers vergeten, dat zy een overwonnen volk zyn en gaan reeds eischen stellen. Hoe komt dat? Vooreerst, doordat de geassocieerden veel te zachtzinnig tegen hen optredenen in de tweede plaats, omdat dezen reeds veel te vroeg een groot deel hunner legers gedemobiliseerd hebben. De Duit- scher is nu eenmaal de kwajongen, die bukt en buigt, zoolang hy een grootere macht tegenover zieh ziet maar de tong uitsteekt en spuwt, als die macht vermindert. Ze durven nu al zeggen, dat ze „nooit in een vrede zullen toestemmen, die hen van hun koloniën berooft5'. De Middelb. Ct. jammert, dat Clemen- ceau de mogelijkheid wil open houden, om aan zijn oostgrens tegen Duitschland een sterk leger te kunnen plaatsen. Ook wy zouden het betreuren, indien dit moest gebeuren. Maar als de Duitschers voortgaan, zooals ze nu doen en weigeren, hun leger grootendeels te demobiliseeren, dan heeft Clemen- ceau, die zijn vijanden uitstekend kent, volkomen gelyk. Er is maar één middel, om den opgeblazen Duitscher mores te leeren, en dat isde te vernieuwen wapenstilstandsvoorwaarden niet alleen flink te verscherpendoch daaraan ook metterdaad de hand houden. En vooral niet meer geas socieerde troepen naar huis zenden fant, al ben ik een echte vogelver schrikker geworden na mjjne ziekte. Kijk, daar komt er al weer een. Wat zou het toch zijn Ik geloof wezen lijk, dat zij over my praten." „Ik denk loog Aurelia al sta melend „dat ze het zonder erg doen. Het zijn maar eenvoudige boerinnen. Het kan ook wel zijn, dat ze blij zijn omdat je weer beter bent geworden.55 „Als dat zoo ia", zei Miss Mehitabel, wat zachter gestemd, „das is het wer kelijk heel vriendelijk van haar, want wij zijn toch maar vreemdelingen. Ik zal maar eens tegen haar knikkeu, die arme misleide Papisten en afgoden dienaars.55 En zij knikte en glimlachte uiterst vriendelijk. De boerinnen waren verrukt. Zy rekten hare halzen over het hek en knikten op hare beurt heftig met de witgemutste hoofden. Er was er eene, die haar kindje op den arm nam en naar Miss Mehitabel wees. „Heb je ooit zoo iets gezien ?'5 zei Miss Mehitabel, eigenlijk nogal ingeno men met de belangstelling, die zij wekte. (WerM vervtifi.)

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1919 | | pagina 1