1 Februari 1919 10. 42® Jaargang. VOORUITGANG. FEUILLETON. Twee Zusters, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 35 cent, franco per post 55 cent per kwartaal. Afzonderlijke nummers a 3 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 Ulli* te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Rleeuwens Zoon en J. A. Ross. Advertentiën 8 ct. per regel, behalve dienstaanvragen. die tegen 7 ct. per regel worden geplaatst. Bij directe opgaaf van 3 maal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs 2 maal berekend, uitgezonderd dienstaanvragen. Gr. letters en afb. naar plaatsruimte Advertentiën, ais geboorte-, huwelijks-, verjariags-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer das acht regels beslaande, voor den prijs van 65 cent. Toen de wapenstilstand gesloten was en dus de vrede in zicht kwam, meenden velen in den roes hunner vreugde, zoowel in binnen- als buitenland, dat nu ook als het ware bij tooverslag de oude, gelukkige toestand van vóór den oorlog terug- keeren zou en dat wij dus nu om zoo te zeggen in een paradijs gingen leven. Die hoop wij kunnen wel zeggendie verwachting is totnutoe slechts zeer ten deele vervuld. De eigenlijke oorlog is gedaanen al is de vrede nog niet gesloten, toch verkeeren we reeds in een „vrede-achtigen" toestand. Vergeleken met de rampen, die de oorlog over de menschen uitstortte, lykt dat nu tot op zekere hoogte wel een beetje paradijsachtig. Ove rigens is het nog lang niet, zooals het vóór 1914 was; en het is zelfs de vraag, of het ndg wel ooit zoo worden zal. Vooruitgang is er on tegenzeggelijk welmaar volgens velen gaat 'het wel wat traag. Nu, dat het wat vlugger ging, wenscht wel iedereen. Doch dat gaat nu eenmaal niet. Men dient te beden ken, dat de geheele menschheid een zware ziekte heeft doorgemaakt, en dan gaat de genezing doorgaans zeer langzaam. Er is ongetwijfeld veel waarheid in het gezegde van een Engelschen minister„de we reld is leeg en moet weer gevuld worden maar dat kan niet in een enkelen dag gebeuren". Er is. gedurende den oorlog zóóveel vernield en verkwist en door gebrek aan werkkrachten zóó weinig voort gebracht, dat er inderdaad op tal „Neen, Rome niet'' en Miss Aurelia zuchtte weer, en liet hare stem dalen. „Had ik dan Mehita- bel's principes vergeten F Met prin cipes als die van Mehitabel was het toch iets onmogelijks om naar Rome te gaan, en zoo waren zij dan in Livorno over zee terug gekomen, zooals zij ge gaan waren, en toen verder naar Pisa. Mehitabel had werkelijk veel plezier gehad in den scheeven toren. Dat was ten minste iets, had zij gezegd. Zij had zelfseen klein albasten modelletje gekocht voor hunne ontvangkamer thuis. Ik was bepaald blij, toen ik zag, dat Mehitabel ergens plezier in had", vervolgde Miss Aurelia met hare vriendelijke stem het hinderde zelfs niet, dat zij een beetje door den neus sprak „want Mehitabel is werkelijk zoo volkomen onzelfzuchtig, als u maar nagaat, dat zij van Europa geen snippertje meer houdt dan zij altijd gedacht had. Tegen het eten hier, kan van plaatsen en voor vele goederen een leegte is ontstaan, die eerst na verloop van heel wat tijd aangevuld kan worden. En zoolang dat niet in voldoende mate gebeurd is, blijft er natuurlijk schaarschte en duurte heerschen Voor wie echter met open oogeu rondom zich ziet, is de toestand niet meer zoo troosteloos, als hij door menigeen afgeschilderd wordt. De geassocieerden zijn ons, Nederlanders, tamelijk gunstig ge zind. Zij beginnen ons al aardig wat levensmiddelen, kunstmest stoffen (die evenveel waard zijn), veevoeder en verschillende andere zaken te zenden. Zij laten voort durend een aantal zeeschepen vrij, die vroeger .door hen in gebruik waren genomen, zoodat deze weldra naar links en rechts zullen kunnen uitvaren, om levensmiddelen en grondstoffen te gaan halen, waar door die natuurlyk overvloediger en goedkooper zullen worden, wat dan ook voor verschillende nijverheids producten zal gelden. De vaste wet, dat de pry zen bepaald worden door vraag en aanbod, kon ook door den geweldigsten aller oorlogen niet te niet gedaan worden. En doordat er reeds meer aanbod is dan vroeger, al is dat ook nog lang niet groot genoeg om aan de vraag te voldoen, zijn toch van verschillende zaken de prijzen reeds vrijwat gedaald. We weten tot onze groote erger nis nu allen wel, dat de oorlogs- prijzen tot hun duizelingwekkende hoogte werden opgedreven, zonder dat dit voor tal van artikelen noo- dig was. Voortbrengers en hande laars, laten we maar zeggen boeren, fabrikanten en kooplieden, kenden de wet van vraag en aanbod na- zij volstrekt niet, en met de gewoonten kan zij zich ook niet vereenigen, en 's Zondags mist zij haar eigen kerk." „Waarom zij dan eigenlijk reist Wel, uit vriendelijkheid voor mij, want zij weet, dat ik er dol op was om Europa te zien, en zij heeft mij altoos alles gegeven wat ik verlangde, altijd of bijna altijd", in hare waarheidsliefde aarzelde Miss Aurelia, toen zij dit zeide, „behalve, natuurlijk, als het met hare principes streed. Als Mehitabel's principes er bij in het spel komen, geloof ik, dat zij nooit zou kunnen toegeven, zooals op het punt van Rome. Niet dat het verkeerd is om vast te houden aan zijne principes," voegde Miss Aurelia er haastig bij, als ware zij bevreesd, dat zij onwillekeurig hare afwezige zuster in een slecht daglicht had geplaatst. „Mehitabel heeft altijd een heel fijn gevoel gehad op het punt van principes. En het zou onmogelijk zijn, dat zij in die opzichten iets veranderde". Verbeeldde ik het mij, of viel er een zweem van spijt in haren toon te bespeuren Daar ging de bel voor de tafel van I het hotel, en wij begaven ons naar de tuurlijk even goed, neen, veef beter, dan de verbruikers, het publiek. En om nu de prijzen optezetten en dus in zoo kort mogelijken tijd zooveel mogelijk geld bijeen te schrapen, gingen zij een aantal goederen aan het verkeer onttrek ken. Schuren, pakhuizen, zolders werden volgestopten kwam men dan, 0111 van deze voorraden te koopen, dan was het bescheid „het spijt me, maar we hebben het gevraagde niet, of maar een ver bazend klein beetje". Het gevolg was, dat men een aantal artikelen in 't geheel niet kon bekomen en andere, waarvan nog „een klein beetje" in voorraad was, tegen schandelijke prijzen, die met den dag, met het uur hooger werden. Voor de minder bemiddelden was gebrek het onvermijdelijke gevolg. Maar wat stoorden boeren, fabri kanten en kooplui zich aan den nood van het publiek Als de oorlog nog maar een tijd hoe langer, hoe liever natuurlijk bleef duren, kon telkens uit schuren, pakhuizen en zolders „een klein beetje" tegen woekerprijzen worden opgeruimd. Maar tot groot verdriet van deze winstmakers kwam aan den oorlog een einde. Hun spelletje kan nu niet„meer op dezelfde wijze worden voortgezet om de eenvoudige reden, dat de artikelen, die zij hadden opgestapeld, nu ook van andere zijde worden aangevoerd. Wel be wegen ze hemel en aarde, om die aanvoeren tegentehouden of, als dat niet gaat, op de aangevoerde goe deren aftegeven, of te verklaren, dat zijzelf binnenkort nóg goed kooper zullen verkoopen, met het duidelijke doel, het publiek nu nog van koopèn terugtehouden. Er zul len er by kooplieden en winkeliers wel zjjn, die zelf vrij duur hebben ingekocht. En vooral dezen zijn het, die bang zijn, dat zy by grooten aanvoer met schade zullen moeten verkoopen. Daarom brengen zij nu alvast hun goederen in den handel tegen verminderden prijs, maar toch nog zóó, dat zij winst maken, al is dat dan minder*. dan zij ge hoopt hadden. Maar als de een zyn prijzen verlaagt, is de ander wel verplicht, hetzelfde te doen. Het spreekt vanzelf, dat, naar mate binnenkort meer waren van verschillende soorten worden aan gevoerd, niet alleen deze, maar ook de bedoelde opgestapelde in prijs zullen dalen, mits weer niet te veel wordt uitgevoerd. Wij hopen dus ten slotte, dat onze regeering zal I meewerken, om den invoer zoo groot mogelijk te doen worden en I om den uitvoer te beperken. De handel wint genoeg, en het publiek vaart er wel bij. JNEDERLAND. 1 De heer Eman was vroeger com- mies bij de posterijen alhier. eetzaal, terwijl Miss Aurelia nog een beetje hinkte, toen zij den kleinen afstand door het tuintje aflegde. De plaats harer' zuster was ledig, en de dikk»e kellner zei, dat zij eene boodschap had gezonden om te melden, dat zij niet beneden zou komen, omdat zij hoofdpijn had. Miss Aurelia stond vol schrik op. Zij was zoo ontsteld door dit bericht, als ware het eene groote ramp geweest. „Zoo iets heeft Mehitabel nog nooit gedaan", riep zij zenuwachtig uit. „Wat zou zij schelen Ik ga eens kijken." En hadden wij het haar niet afgeraden, dan zou zij op staanden voet de trappen zijn opgevlogen. Maar nu sloeg zij haastig wat naar binnen, en verliet ons, eer het diner op de helft was. Wij zagen haar niet terug voor den volgenden dag, toen wij haar op de trap tegenkwamen op haren weg naar den portier* Zij hield zich met moeite aan de leuning vast. Men behoefde slechts één blik te slaan op haar droevig bleek gelaat om te weten, dat hare zuster volstrekt niet beter was. „O, lieveriep zij ademloos uit, toen ik haar uaderde, „Mehitabel is werkelijk ziek. Ik kom juist beneden om eenen dokter te lateD halen. Een Franscheu dokter verbeeld u Zij uitte die woorden op een toon, alsof zijne nationaliteit de genadeslag van een boos noodlot was. „En er is hier geen consul, en ik ken niemand ik weet van niets", eindigde zij onder tranen. „Maar is uwe zuster werkelijk zoo ziek F" „Ja, heusch, zij is alles behalve goed. U kunt gerust naar haar komen kijken. Zij is veel te ziek om er notitie van te nemen", voegde zij er bij, toen zij bespeurde, dat ik aarzelde. Miss Mehitabel was blijkbaar ernstig ziek. Daaraan viel niet te twijfelen. Zij lag languit op het hooge, blanke bed en zij haalde pijnlijk adem. Hare oogen stonden beider, maar zij scheen niet op ons te letten, en van tijd tot tijd mompelde zij onsamenhangende woorden. Goes. Bij Kon. besluit van 27 Januari is, met ingang van 1 Maart jj benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Bellingwolde S. G. Eman, thans in gelijke betrek- king te Onderdendam. Goes, De Goesche jeugd vermaakt zich weer rijkelijk met de genoegens van den winter. Vooral op de Groote Markt is dit een lust om te zien. I Menig voorbijganger kreeg zich een Wordt vervelgd.)

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1919 | | pagina 1