102. Zaterdag 20 December 1B90. 13c Jaarganf 10. Dit blad reïochijat lederen Woensdag en Zaterdag. Oè prijü par halfjaar f O 50, franco per poit f 0,90, waarover per halQaarlijkeche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn 5 1 cent verkrijgbaar. ADYERTENTIIN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 nnr te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Dieaataanvragen wordengeplaatsttegen 5 cent en Advertentién tegen 6 cent per regel frroote Letters en Afbeeld, naarplaatarnimte, Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs aïephts twee maal berekend, uitgezonderd Dien staan vragen. Adverteutiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberieliten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan a ebt regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent. Bij flit no. behoort een Bijvoegsel. DE WINTER. Waarover zouden wij thans schrijvenanders dan over datgene, waarvan ieder iu deze dagen den mond vol beeft... over den winter? De winter is het on derwerp van schier alle gesprekken. Geeft de weers gesteldheid in bet algemeen gereeds aanleidingom met den eersten den bestendien men ontmoeteen praatje te beginnenhet wat is het koud!" komt den menscben zóó nit het volle gemoed en gaat met zooveel huivering gepaard, dat we veilig kunnen aan nemen, dat het voor iedereen eene behoefte is, zijn gevoel in dezen te uiten. Zooals het zich laat aanzienis er alle kansdat we nog eens een' ouderwetsehen winter zullen krijgen. „Er zijn tegenwoordig geen ouderwetsche winters meer", hebben we meermalen hooren zeggen door ouden van dagen, en wie zon dat niet toegeven Het jongere geslacht weet eigenlijk niet, wat strenge kou beteekent en kan zich dus geen begrip vormen van wat met zoo'n ouderwetsehen winter bedoeld wordt. Het denkbeeld wordt opgewekt, dat het dan al heel lang en heel hard moet vriezenzóódat alles één ijskorst wordt, dat de musschen dood uit de dorre takken vallen en de menschen het bijna niet meer wagen hun' neus buiten de deur te steken. Of deze winter het zoover zal brengenweten we niet en ho pen we evenmin. Intusschen is het voor het oogen'olik al bar genoeg, te meer als we het oordeel van de oudelni in de schaal leggen, die beweren, dat de winter zoo ongeveer met Kerstmis behoort te beginnen en dat we alles, wat we vóór dieu tijd genieten, toekrijgen. Wij, kinderen van den nisuweren tijdzouden zeggen dat we bet met die toegift, alleen al ruimschoots kunnen doen. Vele liefhebbers van schaatsenrijden denken er wel licht anders over en noemen het een' gelukkigeu ten minste een' zeer pleizierigen tijd. Het ijs is zoo goed, als men het wenscheu kanhet heeft zóó hard gevrorendat men geene vrees hoeft te koesteren dat het voor den zwaren last zal bezwijken; de ge legenheid dient dus te wordeu waargenomen; wie weet, hoe gauw zij voorbij is en hoe lang het duurt, eer zij terugkomt? Daarom eiken dagals 't kan de schaat sen aangebonden eu het genot gesmaakt, dat de win ter aanbiedt! Het schaatsenrijden is in ons land eene echt nati onale liefhebberij, al wordt de bunstin alle provin ciën niet even hoog geschat. Er zijn weinig men schen, die er niet aan doen tenzij buitengewone om standigheden bet hun onmogelijk maken. Zelfs aan de dagelijksche bezigheden weet men nog wel een half uurtje te ontwoekeren, om eens lustig rond te zwiereu. Voor koude behoeft de schaatsenrijder niet te vreezen; want die kent hij niet;'t moet ten minste al heel bar zijnals hij zich daardoor van het ijs laat drijven. Lafaards en koukleumen mogen gauw bang wordende echte Hollander niet. Op het ijs is het, of de mensch zich vrjjer gevoelt dan anders. Daar is alle onderscheid van rang en stuud weggevallen; want het krioelt er al door elk ander. Daar wordt gebroken met al die vormen die, zonder nut, het den mensch dikwijls lastig ge noeg bunnen maken en in de samenleving hem menig genot bederven. Daar is de mensch verder dan ooit van alle slechte gedachten, die tot niet minder slechte daden leidenhij denkt alleen aan de genoegens, die de ijsbaan hem verschaft en die hij gaarne met iedereen deelt. Als de baan maar niet al te vol is, wenscht hij zelfs niets liever dan veel Dat is de lichtzijde van den winter, als hij met zijne strenge vorst, maar te gelijber tijd met zijne heldere dagen bomt. Veel zonneschijn heeft hij wel niet; maar als hij geeft, waarover lip beschikken kanmoet men teveden zijnvooral als men denkt aan de groote kans, dat hij regen en mist met zich brengt en wij niet veel meer dan in den schemer wandelen. En als wij ons nu voldoende verlustigd hebben in de aardige tooneeltjes, die het ijsvermaak ople vert, dan denben wij toch ook aan de schaduwzijde van den winter, en wij vragen, welke nadeelige ge volgen zulk een streng optreden heeft. De scheep vaart is natuurlijk voor gernimen tijd gestremdalle arbeid in de open lucht moet worden gestaakt en velen zijn daardoor zonder werk eu dientengevolge zonder verdienste. Meer dan in zoogenaamde open win ters waarin ook al vele handen weinig of niets te doen vinden, nijpt hetmaar we zijn er ook van overtuigd dat, hoe kouder het buiten is, de harten des te war mer kloppen en het medelijden met arme, ongeluk kige Datuurgenooten des te luider spreekt. Mogeu we de vruchten daarvan in deze dagen zien Overbodig is bet, er op te wijzen, dat de behoef ten in dezen tijd zeer vele zijn. Aan enkelen moge de vorst een tijdelijk middel van bestaan opleveren bonderden armen 'oreugt zij tot de grootste ellende. Behalve goed voedsel is toeb in dezen tijd, eene warme kleeding en een flink vuur eene noodzake lijkheid. En wat het beteekent, die te moeten mis sen wordt nog niet altijd volkomen begrepen door hendie een goeden wintervoorraad bezitten en die, na zich op het ijs uitstekend vermaakt te hebbenzich in de gezellige woonkamer koesteren bij de gloeiende kachel. NEDERLAND. Bij de Woensdag gehouden internationale wedstrij den te Heerenveen is de uitslag als volgt geweest: Bij den wedstrijd om het Meesterschap van Neder land (internationale wedstrijd voor beroepsrijders) werd da eerste prijs f250, gewonnen door Hanje, iu 59 2/5 seconde; de tweede prijs f 100door M. Iiingma, in 61 1/5 seconde, en de derde prjjs f50 door B. Kiugmain 62 3/5 secondede baan was 1 Eng. mijl lang. Bij den internationalen wedstrijd om het Meester schap van Nederland (voor liefhebbers) behaalde den eersten prijsde gouden medaillede Ameriliaau Donoghue, in 3 minuten 9 4/5 seconde. De tweede prijs, zilveren medaille, werd gewonnen door Landahl (Dnitscher)in 3 minuten 32 seconden; de derde prijs, bronzen medailledoor Pander (Nederlander) in 3 minuten 35 seconden; en de vierde prijsbron zen medaille, door Houtman (Nederlander), in 3

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1