BIJVOEGSEL „VOLKSBLAD" ZATERDAG 13 DECEMBER 1890.
NEDERLAND.
Kortgene12 Deo. Gisteravond gaf de rederijkers- 1
vereeniging: „Streven naar Ontwikkeling", eene
openbare uitvoering, met medewerking van het fan-
farengezelschap„Eendracht maakt Macht" alhier.
Het zeer talrijk opgekomen publiek kon zich ver
gasten aan een drietal blijspelen, getiteld: „Twee
oude gekken in de klem", „Een avontuurtje van
mijnheer Kikkerbil" en „Als de drank is in den man",
die vrij goed van stapel liepen.
Het was inzonderheid het stukje „een avontuurtje
van mijnheer Kikkerbil" dat uitstekend goed gespeeld
werd en de lachspieren der aanwezigen in beweging
bracht.
Het fanfarengeselschap heeft zich door het geven
van afwisselende muziek uitstekend van zijne taak
gekwetenen droeg niet weinig bij tot het genot der
aanwezigen.
Ten slotte nam dhr. Maas, president van de rede
rijkers-vereenig. het woorddankte de aanwezigen
voor de betoonde belangstelling eu bracht een woord
van dank aan de leden van het fanfarengezelschap
„E. M. M", voor de welwillende medewerking haar
dezen avond geschonken.
Heihkenszand11 Dec. Woensdagmiddag sloeg een
span paarden van den landbouwer W. Remijnwoon
achtig onder Nieuwdorp, op den dijk tusschen Hein-
kenszand en 's-Heer Arendskerke op holdoordat de
béide voorwielen van den wagen te gelijk afliepen,
en de paarden schrikten. Gelukkig dat de voerman
spoedig het voertuig afsprong, dat door de paarden
geheel in stukken geslagen en onder bet rennen ver
nield werdhier en daar werd een gedeelte van den
wagen op den dijk teruggevonden. De voerman, die
ongedeerd was geblevenkon met de paardendie
eindelgk tot staan gebracht waren, met achterlating
van den verbrijzelden wagen, huiswaarts keeren.
Heinkenszand. Den lOen dezer was het vijftig
jaren geledendat de weledele heer B. Ver
FEUILLETON.
mande als kerkelijk-ontvanger bij de Ned. Herv.
Kerk in functie trad.
Oudelande. Tot ouderling bij de Herv. gem. alhier
is herkozen de heer J. v. d. Pijl en tot diaken de heer
F. Smit.
Kruininge. Woensdagmiddag waren vele menschea
bezig zich met schaatsenrijden en sïeedje-rijdeu te
vermaken. Twee rijders, die zich op eene zwakke
plaats waagdenhadden het ongeluk door het \js te
zakken. Spoedig werden zij op het droge gebracht.
Met een nat pak en wat heel erg opgefrischt kwa
men zij vrij.
Een sneltrein op zee
Wie er nu iets nieuws en vreemds wil zien, die
kome naar Monnikendam. Het ijs tusschen Marken
(eiland) en Monnikendam is sterk genoeg om te voet
of per schaats dat in den zomer zooveel bezochte
eiland te gaan zien.
Men zal dan op die groote ruimte een twintigtal
ysschuiten zien zeilenbliksemsnelrommelend en
donderend over het eenigszins hobbelig ijsvlak.
En wie dan eens een tochtje meemaakt, wanneer
er wat wind iszal thuis komen en zeggenDat is
de sueltrein op zee. Het is gebeurd, dat in twee
minuten de afstand tusschen Monnikendam en Mar
ken werd afgelegd, die te voet zeker een unr be
draagt. Maar stop u er goed in, want het is in zoo'n
schuit erg koud.
Te Breukelen is een boerenarbeider in eene wete
ring in de buurtschap Portengen door het ijs gezakt
en verdronken. Op den Kralingschenplas is een
twintigjarig jongeling in een wak gereden en ver
dronken Te Medemblik is ook een knaap door
het ijs gezakt en levenloos opgehaald.
Wegens het vele drijfjjs op de Ooster- en Wester-
schelde worden in het kanaal door Zuid-Beveland (te
Hansweerd en Wemeldinge) circa een honderdtal
houten en ijzeren rivier- en Rijnschepen opgehouden.
visioenen te bevrijden, herdacht zij de
dagen van hare reine, zelfopofferende
jeugd. Wat had haar toen voornamelijk
ontbroken
Plotseling kwam haar een woord te
binnen, waaraan zij in lang niet gedacht
had; „Al ware het, dat ik de talen der
menschen en der engelen sprak, en de
liefde niet had, zoo ware ik een klin
kend metaal, of eene luidende schel
geworden." Maar de zondares dacht
daarbij aan eene andere liefde, dan die
de Apostel gepredikt had; welluidende
terzinen klonken haar als orgelklank in
de ooren, en zij zag hoe Francesca en
Paolo elkander in den vurigsten harts
tocht omstrengeld hielden. Wat was het
tochdat zoovelen aan hare voeten ge
bracht had? Wat hadden zij van haar
begeerd? Het moest een machtig gevoel
zijn, want zelfs de groote dichter, die
de Hel bezocht, had het voor Beatrix
gekoesterden Renatus Spada was er het
slachtoffer vanEn zij alleen zou
het nooit gekend hebben?Zij
peinsde. Had zij het misschien toch wel
ondervonden? Was wellicht de huivering,
die haar altijd bij Renatus' nadeiing over
viel, iets dergelijks geweest, dat zij ver
keerd opgevat en met geweld onderdrukt
had Zij wilde het weten. Sterven moest
zij; zou het niet verstandig zijn, als zij
eerst nog leerde kennen, wat algemeen
als het hoogste levensgeluk geprezen
wordt
Zoo zwoel waren deze zomernachten,
zoo ontzettend zwoelOf was er iets
anders, dat haar beklemde? Waarom
schrikte zij gedurig uit hare sluimering
op? Waarom scheen het haar dan toe,
alsof een bekende voetstap hare leger
stede naderde? Wat deed hare wangen
branden? Waarom was haar bloed zoo
verhit, en klopte haar hart met zoo on
gelijke slagen?Toen dc derde
avond daalde, had Eortunato'a dochter
een besluit genomen.
Terwijl Renata zoo twee lange nach
ten met zichzelve kampte, hield Renatus
buiten de wacht. Hij werd door eenen
zelfden gloed verteerd. Krachtiger en
zegepralender dan ooit te voren was het
gevoel, dat hij reeds gestorven waande,
uit den doode verrézen. Slechts ééne
deur scheidde hem van haar, die hem
rampzalig gemaakt hadden sleutel Bad-
hij in de hand. Hij luisterde dikwijls,
doch vernam daarbinnen geen enkd ge
luid. Plotseling de duisternis was pas
ingevallen ging hem een schok door
de leden: luid had hij zijnen naam Boo-
ren roepen. Hij draalde, hij hield den
adem in; hij had zich niet bedrogen?
Daar was het weder: Renatus.
De deur vloog open. Eene flauwe
schemering heerschte in de cel, en z§n
voet stiet tegen de steenen, welke men
naar binnen had geworpen. Renata zag
hij niet; want zij was sidderend op haar
leger gezonken. Hij naderde haarschor
klonk zijne slem: „Gij hebt mij geroe
pen, Renata?"
Zij rees op: „Ja."
„En waarom? Wat wilt gij?"
„Maak mijne armen los, en neem den
sluier van mijn hoofd weg."
„Waartoe
„Omdat ik u nog eens wilde aanzien
en u omhelzen wilde.
De vale schemering was verbleekt.
Eene duistere zomernacht omhulde het
paar en verborg het.
Wordt vervolgd
17) FORTIMTO'S DOCHTER
door J. y. David.
Dit tieren en schelden krenkte haar
niet. Doch daarbinnen klopte en hamer
de het, en nieuwe gedachten, die zij
niet kon verdrijven, bestormden haren
geest. Vooral des nachts lieten zij haar
geene rust en deden haar voorhoofd
gloeien. Haar verleden beschouwde zij
reeds lang als afgesloten: haar leven,
van den eersten dag af, waarop zij vol
hoop hunne vaderstad binnengetreden
waren, tot heden toe, lag als een open
geslagen boek voor haar, en oplettend
beschouwde zij. blad na blad. Had zij
zich werkelijk niets te verwijten, tegen
over niemand
Ja: tegenover éénen had zij gelogen.
Indien Renatus Spada om harentwil ge
storven warezoü zij aan hem niet meer
gedacht hebben dan aan hare andere
dooden. Maar toen zij hem afwees, toen
zij hare ware gezindheid voor hem ver
borg, was hij in smaad en schande ver
vallen; uit de maatschappij was hij
daardoor gestooten evenals zij. Maar
zij mocht sterventerwijl hij den last des
levens nog langer moest torsen. Zou
het niet billijk zijn, hem eene herinne
ring achter te laten, waarop hij zijne
overige jaren teren kon? Dit einde had
zij hemhad zij zichzelve kunnen spa
reu dat zag zij nu in. Was er dan geen
enkel middel om ten minste een deel
dezer schuld te vereffenen? De Males-
pina's waren toch altijd goede betalers
geweest.
Deze gedachten vervolgden haar on
ophoudelijk, en namen in den droom
gestalte en vorm aan. Om zich van die