.99. Woensdag 10 December 1890. 13e Jaargang. Dit blad verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f O 50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. OienBtaanvragen wordengeplaatsttegen 5 cent en Advertentiön tegen 6 cent per regel Groote Letters en Afbeeld, naarplaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der- zelfde advertentie wordtdeprijs slecht» twee maal berekend, uitgezonderdDienstaanvragen. Advertentië'n, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent. Bij dit no. behoort een Bijvoegsel. De landbouw In Amerika. In een onzer vorige opstallen spraken we de mee ning uit, dat er in Nederland nog volstrekt geen overbevolking bestaat. En toch ziet men jaarlijks een vrjj groot aantal roenscben van hier verhuizen voornamelijk naar de Vereenigde Staten van Noord- Amerika, omdat ze hier geen brood vinden. Hoe het komtdat zoovelen hier aan liet noodige gebrek heb ben willen we thans niet besprekenmisschien la ter. Maar wel wensclien wij nategaanof de hoop die onze laudgenooten op Amerika stellenwel ge heel vervuld kan worden. Daartoe moeten we een blik slaan op den toestand van de landbouwende be volking aan de overzijde van den Oceaan en op al wat daarmee in verband staat. Waarom juist in de eerste plaats op den landbouw zal men misschien vragen. Het antwoord isvooreerstomdat de meeste landverhuizers tot den boerenstand beboorenen ten tweedeomdat ook in Amerika een groot deel der bevolking in landbouw zjjn bestaan zoekt. In het jaar 1870 was 48 percent van alle inwo ners aldaar bezig in het boerenbedrijfin 1889 slechts 43°/0. De vermindering is ontstaan, doordat velen ploeg en egge hebben verlaten en in fabrieken zijn gaan werken. Dat is zeker al geen gunstig teeken. Immers, als men het in den landbouw goed had, zou men geen brood in de nijverheid gaan zoeken. Er zijn tegenwoordig in Amerika (we bedoelen hiermee alleen de Vereenigde Staten) vijf millioen hofsteden met ruim tien millioen arbeiders;dat is dus gemiddeld maar twee arbeiders op iedere hofstede. Dit kleine getal behoeft ons niet te verwonderen als we wetendat zooveel arbeid door machines ver richt wordt. Het benoodigde bedrijfskapitaal is 2500 millioen dollarsterwjjl de geheele oogst per jaar 4000 millioen dollars opbrengt. Deze winst schijnt schitterend; maar men mag niet vergeten, dat daar van nog verbazend veel afgaat, zooals hieronder bljjken zal. Amerika levert drie tiende deelen van alle land bouwproducten der wereld; ook hieruit zou men mo gelijk opmaken, dat de boeren er wel rjjk moeten worden, wat toch het geval niet is. Dat de landbouw er een der voornaamste midde len van bestaan is, blijkt ook nog uit de omstan digheid, dat er tien jaar geleden 332 mill. H. A., dat is 82% der geheele oppervlakte, voor gebruikt werd. De geheele oogst van alle landbouwproducten sa men bedroeg in 1850: 109 mill. H. L. (mud), dat is 377, H. L. per bewonerin 1860 155 mill. ILL., d. i. 397s H. L. per bewoner. In die tien jaren was dus de oogst bijna anderhalf maal zoo groot geworden, maar de opbrengst per bewoner veel min der dan anderhalf maal zooveel. Dit komt, doordat er voortdurend meer meuschen kwamen. In 1870 dus weer 10 jaar later, was de totale oogst 173 mill. H.L., of 36 H.L. per bewoner; in plaats van vermeer dering voor iederen rnensch was er nu door den groe ten toevloed vau landverhuizers vermindering geko men. In 1880: 337 mill. ILL., of 537, H.L. per be woner. Uit deze opgave blijkt duidelijk, dat, al vermeer derde de geheele opbrengst, deze toch in evenredig heid der grootere bevolking te gering was. Er zon veel meer hebben kunnen groeien als allen even jjve- rig bun best hadden gedaan. Dit laat echter veel te wenschen over. Men trekt naar bet verre "Westen, krijgt een stuk land, vruchtbaar of niet, en gaat bet bebouwen of eerst voor bebouwing geschikt maken door de bos- schen uitteroeien. Nadat men ervan gehaald heelt, wat ervan te halen was, verlaat men de streek, om maar weer een andere lap optezoeken. Van bemes ting en goede bewerking is bjjna nooit sprake. De voornaamste landbouwproducten zjjn maïs en tarwe. Maïs wordt er ongeveer 240 mill. H.L., of 47a H.L. per tegeuwoordigen bewoner geoogst; deze wordt bjjna alle in bet land zelf gebruikt tot voed sel voor menscben en vee. Niet meer dan 7 mill. H.L., dat is 3%i wordt uitgevoerd. De tarweoogst beloopt omstreeks 80 mill. H.L,, dat is l1/2 H.L. per bewoner of 4 H.L. per H.A. Hiervan werd in 1880 ruim 23 mill. H.L. uitgevoerd, later slechts 15jmill. H.L. per jaar. Deze vermindering ontstonddoordat ook andere landen vooral Canada en Indië de wereld van tarwe helpen voorzien. De algemeene toestand is voor den Amerikaan- scheu boer bepaald slecht; terwijl hij 10%, ja, op sommige plaatsen 15% en meer als hypotheekrente moet betalen trekt 1-jj niet meer dan 3% Tan zÜn geld, wat natuurljjk veel te weinig is om err»n te leven. De bebouwde grond is vermeerderd; 8e ar beid, dien men eraan besteedt, al is hjj niet groot, is ook toegenomenen toch zjjn de prijzen der pro ducten sterk gedaald. De oorzaken daarvan zjju vele; als de voornaamste noemen wij te groote opbrengst waardoor men voor evenveel geld meer kan koopen maar de landbouwende stand schade lijdt. Hierbjj komen de zeer hooge uitvoertarievende woekerinte- rest; de duurte van de baudwerksproductendie de boer noodig heefthet misbruikdat de handel maakt vau de oumacht van den boer, en vele andere zaken. Steenkolen zjjn er op de hofsteden in het Westen zoo duur te krjjgen dat de landbouwers vaak maïs branden. Op zeer veel plaatsen laat men de veld vruchten verrotten op het land, omdat de vracht prijzen schandelijk boog zjjn. Deze bedragen dikwijls de lielft eu veel meer van den prjjswaarvoor men de producten kan verkoopeu. De spoorwegmaatschap pijen hebben de liefelijke gewoonte om de vrachten naar welgevallen te verhoogenals de opbrengst ge ring is. Zoodoende trekken zij toeh ongeveer even veel. Of de boer daardoor te gronde gaat, kan hun natuurlijk niet schelen. Evenals overal trachten ook in Amerika groote eigenaars zooveel mogeljjk land in handen te krijgen om daardoor de kleine te vernietigenen dit gelukt hun vaak maar al te wel. Om den onguustigen toestand zooveel mogeli|k te verbeterenhebben zich een paar groote vereenigin- gen vau landbouwers gevormd, die er bij de regee ring op zullen aandringen, verandering te brengen in de kypotheekwet, in de wetten op uit- en invoer en om paal en perk te stellen aan den schadeljjken invloed, dien nijverheid en handel op den landbouw uitoefenen.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1