vloed waarom zijn er dan zoovelen die door hunne
ontevredenheid, hunne ongemanierdheid, door welke
ondeugd dan ookelke lichtstraaldie zij op hun'
levensweg kunnen opvangen verduisteren voor zich
zelve en voor hunne omgeving?
De meeste menschen die klagen, dat zij in de
duisternis wandelenvermijden of verduisteren zelf
den zonneschijn.
NFjDERLAN I).
Slechts drie dagen heeft het Regentschap geduurd
van H. M. de Koningin Emma, als plaatsvervang
ster van den Koning die buiten staat was geraakt
de Regeering waaT te nemen.
Door het overlijden van den Koning heeft dat Re
gentschap opgehouden te bestaan. In plaats van den
overleden Koning is thans Zijne tienjarige dochter prin
ses Wilhelmina Koningin der Nederlanden geworden.
Yan dat oogenblik af is de wet van 2 Augustus
1884 in toepassing gekomen waarbij de Koningin-
moeder gedurende haren weduwelijken staat" benoemd
is tot Regentesvoor het geval de troonopvolgster
minderjarig mocht zijn bij hare komst tot den troon.
H. M. de Koningin-weduwe Emma treedt dus thans
op tot het uitoefenen van het Koninklijk gezag in
plaats van hare dochter, Koningin Wilhelmina. Om
dat nieuwe Regentschap te aanvaardenzal H. M.
nu eerst den eed hebben af te leggen, voorgeschre
ven bij art. 43 der Grondwet. De plechtigheid, die
jl. Donderdag heeft plaats gehadbetrof enkel het
Regentschap „zoolang de Koning buiten staat was de
Regeering waar te nemen".
De beëediging van de Koningin-regentes is voor-
loopig bepaald op Vrijdag 5 December.
Naar wij vernemen, zal H. M. Koningin Emma
hoogstwaarschijnlijk als Regentes en Voogdes over
de minderjarige Koningin beeedigd worden niet in
de vergaderzaal van de Tweede Kamer, maar, in te
genwoordigheid van de leden der Staten-Generaal,
in een kerkgebouw te 's Gravenhagewaarschijnlijk
de Willemskerk aan de Nassaulaan.
De leden van den Raad van Voogdjj zouden eerst
later in een vereenigde vergadering der Staten-Ge
neraal worden beëedigd.
Tot degenendie tegenwoordig zullen zijn bij de
begrafenisj, behoort/ ook de vader der Koningin-we
duwe, de regeerende Vorst van Waldeck.
By gelegenheid van de plechtige begrafenis van
Z. M. den Koning, worden in Den Haag 13 Vor
sten verwachthetzij als verwanten van den ontsla
pen Monarch, hetzij als vertegenwoordigers van ge
kroonde Hoofden.
Goes. Wij vestigen de aandacht op de in dit num
mer voorkomende advertentie vau de aid. Goes van
den Nederlandsehen Protestantenbond. Dr. P, Jzn.
Proost vau Koog aan de Zaanzal "Maandagavoud
a. s. in de „Prins van Oranje" eeue lezing honden,
waarvan ook niet-Ieden tegen betaling van f0,25
kunnen profiteeren.
Genoemde heer is ook in het vorig winterseizoen
hier als spreker opgetreden. Dat ieder, die hem toen
gehoord heeften die maar eenigszins kan er we
der zal heengaan, is zeker; maar 'tis te hopen, dat
de opkomst grooter moge zijndan die totnogtoe
geweest is.
Er zijn er onder hendie tot de protestanten" ge
rekend wordenvelendie meenen met den gods
dienst of tenminste met het uiterlijk daarvan gebro
ken te hebben, en zij stellen zich voor, dat eeue
bijeenkomst als deze al heel veel op eene gewone
godsdienstoefening gelijkt, waarmede zij niet tema
ken willen hebben. Hun vooral raden wij aan eens
te komen luisteren en wij zouden ons zeer vergissen
als zij dan niet moesten bekennen, dat er ook vjor
hen veel te leeren en veel te genieten viel.
Lezingen als die, welke vau deu Protestanteubond
uitgaan eu waar zulke begaafde sprekers als Dr.
Proost optreden, verdienen eene talrijke opkomst.
Niemand late zich door eenig vooroordeel, tot zijne
eigen schade, terughouden er heen te gaan.
De huzaren uit Deventer, die Woensdag onder he-
vigen slagregen op 't loo aankwamen, en 3 uur aan
houdend voor het Paleis bij slagregens moeeten stil
staan hadden eene zware wacht. Een drietal huzaren
werden daardoor ongesteld en moeste* naar de infir
merie worden overgebracht.
die het langst in der menschen borst
blijven leven; trots want zoolang er
eene Malespina beetond, was zijn geslacht
het tweede in Ravenna en hebzucht,
daar hij hoopte zich met hare erfenis te
verrijken.
Toen nu Pinkster van het jaar 1532
voorbij wasriep hij de raadsheeren te
zamen. In eene weldoordachte rede deel
de hij ineewat hij tegen Fortunato's
dochter in te brengen had. Hij wees op
het ongelukdat zij In de stad had ge
sticht en hoe" ook reeds haar vader ver
dacht werd zich met de zwarte kunst op
te houden. Er ging eon goedkeurend
gemompel door de vergadering. Nu wees
de Podesta er nog op, hoe verkeerd het
was, zoovele schatten in het bezit eener
voor eeuwig verdoemde te laten,', in plaats
van ze aan de bewaring van vrome lie
den toe te vertrouwen. Dit vond ook
bijval.
Heer Florio, die vat langzaam van
begrip washerhaalde nog eens al de
punten van beschuldigingen toen hij
op zijne vingers tellende, bij het laatste
gekomen wasvoegde hij er bij„En
eindelijk, omdat zij geenen minnaar beeft:
want eene jonge, schoone vrouw moet
er eenen hebben en is het geen mensch
dan,dan is het een ander!" De andere
heeren stieten elkaar bchend aan, want
in dat geval warsn Florio's schoone ge
malin en de dochters uit zijn eerste hu
welijk blijkbaar geen heksen. Bij den
waardigen man rec^ nu eene gewichtige
bedenking op. „Als Renata's oog en
stem eiken man betoovertwie zal haar
dan gevangen durven nemen
„Dan zenden wij vrouwen om haar
te halen"besliste een wijzere„die zul
len haar zeker niet sparen."
Wordt ver vot^
FEUILLETON.
W) FORTUNATO'S DOCHTER
door y. y. David.
Op zekeren avond zocht heer Testa
Renatus op en liet hem de keus, 2ijne
oogen te verliezen of beul te worden;
zoo had de raad in zijne wijsheid be
sloten. Renatus koos het laatste. Als
een hulpbehoevende blinde wilde hij niet
levenen daarenboven had deze laatste
bittere teleurstelling eenen bitteren haat
tegen de geheele wereld in hem doen
ontstaan.
Allen wilde hij vergeldenwat ééne
hem aangedaan had. Ook wist hij niet
tegenstaande alles, dat Renata hem ge
negen was; met schaamte zou zij moe
ten zien, waar hare wreedheid Renatus
Spada toe gebracht had. Weldra ver
vulden de trots van den scherprechter
want hij zag de sterksten zwak
en de diepste verachting voor degenen,
die voor hem sidderden, zijne gansche
ziel. En nooit hebben Ravenna's inwo
ners zoo angstig voor het scherpe zwaard
gehuiverdals toen Spada's sterke en
onbarmhartige hand het boven hunne
hoofden zwaaide.
Het bericht over Renatus' lot schonk
Fortunato's dochter eene zekere bevre
diging. Weer was het gebleken dat de
vloek zich uitbreidde over ieder, die met
het geslacht Malespina in aanraking kwam.
Doch van dien dag af vermeed ieder
haar; geen dienaar wilde bij haar blij—
vèn, geen minnaar klopte meer aan hare
deur. Daarom bekommerde zij zich niet;
zij was het leven, het zonnelicht moede,
hoewel zij geen van beide ooit eigenlijk
gekend had. Van dcnzelfden dag al,
waarop Renatus voer altijd uit den kring
zijner kameraden verbannen was, werd
het scheldwoord weder vernomendat
de knapen het kleine meisje dikwijls
nageroepen haddenals het schuw en
bang door Ravenna's straten ijlde. Maar
nu waren het niet alleen de jongens, die
haar zoo noemden; weldra kende men
haar onder geenen anderen naam, dan
als „de heks."
De oude vrouwen wisten ook al spoe
dig te vertellenwaarin hare tooverkracht
gelegen was. Die zat niet alleen in hare
schoonheidmaar voornamelijk in hare
oogen en in hare stem. Renatus was
immers in hare macht gekomen van liet
oogenblik af, waarop zij hem bij den
kerkgang vlak in het gelaat gezien had.
En de weggeloopen knechten vertelden,
hoe hare stem zoo vreemd en droevig
klinken kon, dat wie haar hoorde van
medelijden moest weenen.
Des nachts hield zij geheime samen
spraken met wien, zoo niet met den
Booze? Waarom kwam zij sedert haar
huwelijk niet in de kerk? Wie had ooit
in hare vertrekken een kruisbeeld ge
zien, of een ander zinnebeeld van het
christelijk geloof opgemerkt onder de
sieraden, die zij droeg Niet zonder reden
nam de armoede in Ravenna toeniet
zonder reden was eerst kort geleden van
den kansel opnieuw de bul voorgelezen,
welke door paus Innocentius Viü ge
richt was tegen de demonen en hunne
menschelijke helpers.
Giovanna Testa verzamelde vlijtig elk
beschuldigend woorddat in den eenen
of anderen hoek geuit werd. Alles tee-
kende hij cp, en zag met vreugde den
dag naderen, die hem wraak brengen
zou over den dood van zijnen zoon, zoo
wel als over het afslaan van zijn huwe
lijksaanzoek, en die tegelijk bevrediging
7.0U schenken aan de twee hartstochten,