polies en voorstander van gemeente-exploitatie van alles waarvoor zich particnlieren of maatschappijen groot-e sommen willen getroosten. anueer bijv. eene drinkwatermaatschappij en omnibusmaatschappijen niet te vergeten eene gas-associationgrooto sommen per jaar of ineens in de gemeentekas willen storten dan is dit wel een bewijsdat daaraan goede win sten zjjn te behalenen vermeen ik niet alleendat die winsten door de gemeente zelve moeten worden opgestreken, maar ook dat de gemeente niet mag toelaten, dat de gemeentelijke schaapjes door de maat schappijen op soms nog al ergerlijke manier worden geschoren. Bewijs voor het laatste vind ik in den gasprijs, die hier hooger is dan op bijna alle plaatsen waar gemeente gasfabrieken bestaan in de verlagiug der prijzen van de Omnibusmaatschappij eerst na het op treden van eene concnrreereude maatschappij. Voorts ben ik op belastinggebied voor eene inkom stenbelasting met eene sterke progressiewaardoor men zooveel mogelijk daar het geld voor de gemeen- tehnishonding haalt, waar het het beste gemist kan worden, terwijl ik toch wel overtuigd hen, dat het voor een goed gedeelte toch wel weder zal worden afgewenteld op diegenen, die eigenlijk niets voor dat alles knnnen missen. Ten slotte nog dit: ik zou zooveel mogelijk moe ten aandringen op verbetering der volksbuurten; op opruiming der vele gangen en sloppenwaarin nu een aantal menschen zijn opgepropthoewel aan het gezicht onttrokkenik zou moeten aandringen op het bouwen van gezonde en goedkoope arbeiderswo ningen in de plaats van de afgekeurde; ik zon op betere bestrating juist van die buurten moeten aan dringen waar het verkeer het grootsthet schoeisel het slechtst is. Ik zou en ik zal nog veel meer wil len maar moet alles overlaten aan de omstandighe den waarin ik geplaatst word. Ik wijs er op, dat ik niets beloof, dat ik niet de minste verplichtingen tegenover de kiesvereenigingen noch tegenover de kiezers op mij neem maar dat ik tegenover de werklieden zal staan als hun verte genwoordigerals hun tribuun, wien werkelijk geen gemakkelijke taak is toegedacht. Ik zal dus niemand naar de oogeu ziennoch de kiezersnoch de heeren noch wie dan ookwan neer de kiezers mij afvaardigenzal ik weten dat ik de eandidaat der werklieden ben en niet die der heeren." Merkwaardige teekenen des tijds, noemt de M. Ct. deze beide uitingen van den volkswil. Het kookt en gist in den boezem der werkliedenpartijen. Hoelang zal men den storm kunnen bezweren? Borsele. Tot lid van den dijkraad voor de water- keering van het waterschap Ellewoudsdijk Borsele is ter vervanging van wijlen den heer J. de Dreu Mz., benoemd de heer D. van Oosten te Borsele. Amsterdam, 15 November. De Anti-revolutionnaire Kiesvereeniging „Nederland en Oranje" zich niet kun nende vereenigen met de candidatnr.r van een sociaal democraat als de heer Rot, en niettemin de candidatuur van een werkman wensehelijk achtendebeeft met rnim 70 tegen 6 stemmen eandidaat gesteld voor lid van den Gemeenteraad den beer B. Poesiat., secretaris van „Patrimonium". Algemeen kiesrecht Het Hoofdbestuur vaD den Zuidhollandschen Bond voor algemeen kiesrecht dringt in een adres aan de Tweede Kamer aan op een „ontwerp tot definitieve regeling van het kiesrecht, in een rechtvaardigen geestzoodat niemand worde uitgesloten van het kiesrecht, omdat hij minder- of minvermogend is en uit dien hoofde niet in staat is een zeker bedrag te brongen bij den ontvanger der belastingen." HIT DES V R E E SI D E. Onschuldig bigamie geploegd. In het jaar 1871 huwde een zekere De Baeker te Antwerpen met de in die stad geboren Anna Raets. Volgens verklaring der vrouw was het huwelijk allesbehalve gelukkig, en in 1875 trad de man in dienst bij bet Nederlaudseh- Indisch 'leger, zijne vrouw en twee kleine kinderen in de grootste armoede achterlatend. Do kinderen stier ven, en de vrouw trad twee jaar geleden opnieuw in hot huwelijknadat een uit ladië teruggekeerd Ant werpenaar onder eede had verklaard, dat Do Baeker op Atjeh in zijne armen was gestorven. De vrouw van don gesneuvelde leefde met haar tweeden man een herbergier, zeer gelukkig. Als een donderslag bij onbewolkten hemel viel den echtelieden de mededeeling op het lijf van een ande ren Belg, die eveneens onlangs uit Indië met pen sioen was gerepatrieerden kwaai vertellendat De Baeker niet dood wasmaar reeds op de terugreis was naar zijn vaderland. Werkelijk trad de doodge waande eenige avonden geleden in beschonken toe stand maar overigens gezond en wel de herberg van zijne vrouw binnen, en dreigde alle aanwezigen te zullen vermoorden, als zij niet terstond zijn eigendom ver lieten. De Baeker's hertrouwde vrouw ontvluchtte met haar kinderen het huis. De politie slaagde er ten slotte in De Baeker uit het hnis te verwijderen. Toen hij daarop 's nachts weer terugkeerde werd hij gear resteerd. Voor den commissaris van politie heeft de vrouw den koloniaal als baar eersten echtgenoot er kend. De man scheen het zich echter nog al niet zwaar aan te trekken, dat zijn vrouw was hertrouwddaar hij als zijn voornemen te kennen gaf, echtsckeidiug aan te vragen en dan met eene andere vrouw op nieuw in het huwelijksbootjo te stappen. Gezellig reis-avontuur. In het einde der vorige maand werd tnsschen de stations Tuaz en Dzegan in Tifliseen spoortreinwaarmede zeer veel goe deren van waarde vervoerd werden door gemaskerde roovers, door middel van ontsporing, tot staan ge bracht. Toen de passagiers en de beambten zich wilden verweren, werden onderscheidene hunner door de tot aan de tanden gewapende bandieten neerge schoten, terwijl de overige personen, die zich in den trein hadden bevondenzich door de vlucht trachtten te redden. Hierop beroofden de schelmen de goederenwagens en stalen uit den postwagennadat zij den ambte naar die moedig op zijn post was geblevenhadden gedood, eene aanzienlijke som geld. De gevluchte reizigers, die, twee uur later, dood moede te Dzegan aankwamen deden dadelijk aangifte van het gebeurde bij de overheid. Onmiddellijk wer den toen militaire patrouilles uitgestuurd om te trach ten de roovers in handen te krijgen't geen tot nog toe niet gelukte. De laatste uren van een der ter dood veroordeel de. Birchallde moordenaar van Benwellis tot het laatste zijne schuld blijven ontkennen en heeft zelfs gezorgd dat onmiddellijk na zijn dood een nieuwsagentschap eene door hem geschreven en on- derteekende verklaring publiceerde, met het doel dat het publiek na zijn dood niet zou kunnen mis leid worden door geruchten, alsof hij schuld had be kend, die bij vreesde, dat men zou uitstrooien. Tot één uur des nachts zat bij in zijue cel eene sigaar te rooken en gezellig met een Amerikaanscb persman te praten. Toen ging hij wat slapen. Eu toen men om twee uren naar hem ging ziensliep hij zoo rustig, alsof bij van den prins geen kwaad wist. Maar om vier uren stond hij op. Men waarschuwde b em dat een Roomsch-Katholiek priester verlangde bij hem te worden toegelatenmaar Birchall antwoordde knorrig, dat liij daar niet van gediend was. Toen keek hij den sheriff eens vriendelijk aan en infor meerde, water voor ontbijt te krijgen was. Toen hem dit werd medegedeeld koos hij een stevig maal en deed zich danig te goed aan schapenbouten eieren en koffie. Daarna vroeg hij een brandewijiitjodat

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 4