No. 93. Woensdag 19 November 1890. 13" jaargang. Dit blad verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag. De prjja per halfjaar f O 50, franco per poat f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nomraerazijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Dienstaanvragen wordengeplaatsttegenö cent en Advertentifin tegen 6 cent per regel Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, nitgezonderdDienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelgfes-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent. Hij dit no. behoort een Bijvoegsel. SE B IC I. A X II. Toestand des Koninqs. Z. M. de Koning verkeerde in de eerste vier da gen dezer week in doovloopend opgewonden toestaud, gepaard met slapelooze nachten. In de laatste dagen is hierin eenige kalmte gekomen. Hoewel de krach ten eenigszins verminderen kan deze toestand nog gernimen tijd voortduren. Het voedseldat Z. M. wordt toegediendblijft voldoende. H. M. de Koningin blijft met groote toe wijding den boogen Lijder verzorgen en verlaat bet paleis nooit lauger dan hoogstens een uur. Van daar dat H. M. ook niet meer naar de kerk te Apeldoorn gaatdoch voortaan om de veertien dagen godsdienst oefening in de hofkapel houdt. Aanstaanden Donderdag zal de beëediging van H. M. de Koningin in eene plechtige vereenigde verga dering van de Staten-Generaal plaats hebben. H. M. zal tegen 113/* Per Staatsspoor in de residentie aan komen en ten 2s/i ure de residentie weder ver laten. Nederland en Luxemburg. Tusscheu beide landen bestaat een personeele band. Zoolang onze Koning leeftis hij Groot-Hertog van Luxemburg. Eerst na zijn overlijden wordt die band verbrokeuwant in Luxemburg geldt de Salische Wet, volgens welke geene vrouw aan do regeering mag komen. Een inzender aan De Tijd beweert nu, dat men die wet in Luxemburg te vroeg heeft toegepast; want wel geldt zij voor de regeeringspersonenmaar niet voor den regent. Daarop is door bet Handelsblad geschreven, dat volgens eene duidelijke bepaling in deLuxemb. Grondw. de naaste agnaat bloedverwant door mannen van rechtswege regent wordt. Wat met het regent- sohap in Nederland moge gebeuren dit heeft niet den minsten invloed op Luxemburg. De sociaal-politieke toestand. On der den titel „opmerkenswaardige teekenen" beeft de Middelburysche Courant een artikel gewijd aan do agita tie, wolke in den boezem der Christel, werklieden- vereeuiging „Patrimonium" is ontstaan, en aan de candidaatstelling van dhr. Rot, door de liberale kiea- vereeniging „Burgerplicht" te Amsterdam. Dhr. Kater, voorzitter van eerstgenoemde vereeui- ging, beeft bet noodig geacht op de algem. ver gadering zijne afkeuring nit te spreken over de handelingen van de anti-revolutionnaire partij, die „Patrimonium" miskent en kwalijk bejegent. „Ook „Patrimonium" moet zich kunnen uitspreken op staatkundig gebied. De werklieden moeten van buune onmondigheid ontheven worden. Beter dan de groote en adellijke heerendie geregeld door de an- ti-revolutionnaireu tot vertegenwoordigers worden gekozen zijn de werklieden met de nooden en behoeften des volks bekend. Zij alleen kunnen de maatregelen aangevendie tot verbetering van den socialen toe stand kunnen leiden." „Een toestand, waarbij de lagere klassen met lichaam en ziel worden overgeleverd aan de boogeremoet leugen worden; dit is met nadruk de roeping der par tijen die zeggen voor Christus te buigenmaar aan zulk een toestand zal geen einde komen, zoolang de anti-liberale partijen mannen tot volksvertegenwoor digers kiezenwier werklieden nauwelijks of weinig meer dan f150 a f200 per jaar verdienen. Dat zou niet kunnen geschieden, als er meer en betere samen werking tnsschen booger en lager geplaatsten werd gevonden. Maar hoe nu? Opklimmen mogen we niet, want dat is socialistischen afdalen tot ons wil men men niet. Wat dan Moet dan het terrein voor de socialisten geëffend? „Wij dus, mijne vrienden, behoeven onze klachten niet terug te bonden, maar moeten wat verdeeldheid en versnippering van krachten zou bewerkengeen voedsel gevenkomen die er desniettemin dan toch ze komen er niet door onswijl ons de vrede lief is. Doch nooit ten koste der waarheid mag die worden gekocht. Zóó staan we vrijen heeft de moeite, die komende is, niet in ons bare schuldige oorzaak." Terzelfder tijd sprak dhr. Rot in eene vergadering van de kiesvereeniging „Burgerplicht" te Amsterd. Hij verklaarde de candidatnnr voor den gemeente raad aan te nemenmaar beschouwde zich niet als een vertegenwoordiger van de kiezers, maar van de groote massa werklieden, van bet volk, dat nogaltjjd van het kiesrecht verstoken is, en over zijne belan gen niet wordt gehoord. Hij zeide o. a. „Ik zou dus als de candidaat der werklieden kun nen volstaan met er op te wijzen, dat ik in den ge meenteraad slechts zitting zou nemenom daar te protesteeren tegen verwaarloozing (bewust of onbe wust) van de zaken die meer direct de arbeidende bevolking raken, om altijd, wanneer het vereiseht wordtden raad er op te wijzendat deze of gene zaak niet nagelaten mag wordenomdat het moge lijk uitsluitend in het belang der minderbedeelde klasse is; eindelijk om altijd mijne stem te ver heffen tegen uitgaven die wat al te veel worden gedaan voor zaken waarvan slechts een zeer klein gedeelte der inwoners het nut of voordeel onder vinden. Daarmede en nog met een beroep op de vijf-en- twintig vakvereeuigingendie mij eenparig hun ver trouwen schonkenzou ik kunnen volstaanik wil echter nog slechts enkele algemeenheden daarbg voegen, nl. Ik zou nimmer mijne stem geven aan verhoogiDg der bezoldigingen van reeds goed betaalde ambtena ren, zonder dat in de allereerste plaats de bezoldi ging of het loon van de mindere en minstbetaalde beambten verbeterd was. Ik zou zeer moeielijk mijne stem kunnen geven voor verhoogde uitgaven voor hooger en middelbaar onderwijs, zoolang men mij niet aantoonde, dat ieder een daarvan kon profiteeren wanneer hg slechts in het bezit was van een goeden aanlegzonder daarbg meteen een zak guldens noodig te hebben. Ik zou mijn best doen het lager onderwgs in al zijne imanceermgen voor ieder kosteloos toegankeljjk te stellenen daarvoor zooveel ruimte bijgemaakt wenschen te zien dat er geen quaestie van kon zijn, dat er éen kind door plaatsgebrek verstoken bleef van onderwijs. Ik ben een tegenstander van concessies eu mono-

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1