No. 90. Zaterdag 8 November 1890. 13e Jaargang. Dit blad verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f O oO, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. I Dieustaanvragen wordengeplaatst tegen5 cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Groote Lettere en AfbeeJnl. naarplaateruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatBing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, nitgezonderdDienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig Cent. Bij dit no. behoort een Bijvoegsel. G E D IJ L I). „Geduld is zulk eeue scboone zaak", leerde vader Van Alphen en hij gaf de kat als voorbeeld, die loerde op de muis en het niet opgaf, voor zij hare prooi gevaugen had. Zeker beeft Van Alphen gelijk dat geduld te oefenen het beste middel isom zijn doel te bereikenmits men daardoor maar niet ver sta, met de handen in den schoot geduldig afwach ten dat men verkrijgtwat men hebben wil. Geduld te oefenen brengt voor vele menschen bet begrip mee van iets lijdelijksvan geheel en al eene afwachtende bonding aan te nemen en niets is toch minder goed dan dit. Men kan geduldig zijn en toch met kracht arbeiden ter bereiking van het doeldat men zich heeft voorgesteldmaar dan moet men ook tevreden zijn, als men, niettegenstaande alle krachtsinspanningslechts weinig vordertovertuigd dat men zóó voortgaande toch het doel nadert. Wie al te haastig is, bederft daardoor zeker zijne zaak. Dit is het groote gebrek van onervaren lieden. Kinderen b. v. verlangen altijd dadelijk de uitwer king te zien van wat zij doen. Zij kannen zich nog geen begrip vormen van de waarheid, dat langdurige en aanhoudende arbeid alleen tot het gewenochte gevolg leidt. En zoo gaat het met vele volwassenen net eender. Daardoor ontstaat dikwijls groote teleurstelling, die den allernadeeligsten invloed kan uitoefenen. Als bet doel, dat men voor oogen had, niet ter stond wordt bereiktlaat men den moed zakken men begint te wanhopen, de ijver verflauwt en wat men vreest, gebeurt. Maar de oorzaak daarvan ligt in den persoon zeiven, die niet heeft begrepen, dat niet alles in eens kan verkregen wordendat de tijd daartoe moet komen en dat men het geduld moet hebbenom dien af te wachten. Let op de zaadkorrel. Zij wordt aan de aarde toe vertrouwd; maar het duurt immers eeuigeu tijd, eer de plant zich boven den grond vertoont en maan den gaan er voorbijeer die plant haar voll en was dom heeft bereikt en vruchten oplevert. Waar is de dwaas, die meent dadelijk, nadat hij gezaaid beeft, te kunnen oogsten, of die zich voorstelt, dat de jeugdige plantzoo pas uit de aarde opge rezenreeds geschikt is, om gemaaid te worden? De tijd moet daarvoor zijn aangebroken en dien moet men afwachtenmaar iutusscben mag niet ver zuimd wordenom door bet uitroeien van alle on kruid den groei der plant te bevorderen. De landman, die den arbeid staakte, omdat bij niet spoe dig geuoeg vrucht zagzou zelf de oorzaak zijndat hij later weinig of niets kan oogsten. Groote zaken vooral komen eerst langzamerhand tot stand, en als zij, die daaraan gewerkt hebben, dit niet hadden begrepen en zich door den aanvan kelijk weinig gunstigen uitslag hadden laten ontmoe digen de wereld zou niet op de ontwikkeling' van den tegeuwoordigen tijd kunnen hogen. Sla het groote boek der geschiedenis op en ge zult bet ervaren dat niets vau wat men als door een' tooverAag in het leven trachtte te roepen stand hield. Alleen datgene, wat behoorlijk was voorbereid en langzamerhand, in overeenstemming met veran derde zienswijzen en dienovereenkomstig gevestigde meeningen werd in het aanzijn geroopenverkreeg krachten genoeg, om zich voor het vervolg te hand haven. Hoe zouden b. v. de middeleeuwsche toestan den ooit voor nieuwere liebben plaats gemaakt, als ze niet door duizenden en duizenden menschen wa ren bestx-edeu zonder te versagen, ook al ondervon den zij eiken dag huns levens, dat de vrachten van hun arbeid eerst door de nakomelingschap zouden ge plukt worden. Maar zulk een' grootschen omvang heeft onze werk- kriug niet, zullen de meeste onzer lezers met ons zeggen. Dat is volkomen waar evenwel blijft eeneal- gemeene waarheid op bijzondere gevallen van toepas sing. In welken nederigen werkkring iemand arbeidt, bij zal toch oudervindendat niets zoo maar ineens gelukt. Gednld is altijd een noodwendig vereischte en wie daarvan te weinig bezitis zelf zijn grootste vijand. Iedereen moet weten wat hij wilen de middelen aanwenden die hem tot zijn doel leiden, 't Kan zijn dat dit doel verder van hem verwijderd is dan hij dachtzelfs dat hijhet nader komendehet steeds op grooteren afstand ziet. Laat hem dit niet af schrikken 't bewijst alleen dat hij den werkelijken toestand steeds beter leert inzien en dat hij vor dert op den goeden weg. Laat hij voortgaan en er zal een tjjd aanbreken waarop hij de bereiking van dat doel meer zeker acht voor zich of voor hen, die hem volgen. Geduld is eene zaakdie in alle levensomstandig heden te pas kan komen. Vooral zij, die veel te lijden hebben, dienen er eene goede dosis van te be zitten. De zieke, die reikhalzend uitziet naar het oogenblikwaarop hij hersteld zal zijnblijft niet temin weken en maanden soms aan zijn ziekbed ge kluisterd. Wat alleen doet hem nog leven? Niets dan de hoop op beterschap. En die hoop kan hjj niet meer koesteven, zoodra het ongeduld hem gaat beheerschen. Dan is hij verloren. Alleen de overtui ging, dat er tijd, dikwijls heel veel tijd noodig is, om zijne gezondheid te berkrijgen, doet hem berus ten in zijn lot. Met geduld draagt hij zijn leed en dat is de eerste voorwaarde voor zijn behoud. Wie het goede wil, pakke flink aan en late zich doordringen van de waarheid, dat een goed werk goede resultaten moet opleveren; maar hij wachte zich er voordie al te spoedig te verlangen. Zijn ongeduld zon hem de kracht en den moed benemen om voort te arbeiden. Daarom nooit den overdreven wensch gekoesterd dat de vruchten zullen rijpenvoor de tijd daartoe is aangebroken en liet noodige ge duld geoefend, om dien tijd af te wachten! M)I1ERLAKS. Weest voorzichtig met het afgeven van kwitanties 1 In bet dorp D. bij Tiel, ging Maandag, (volgens de Amh. Ct.) een huisheervergezeld van nog een persoon aan de woonplaats van een huurder en reikte daar ter betaling de kwitantie over. De man nam die door tussebenkomst van zijne vrouw aan en telde onge veer 1/3 gedeelte van het verschuldigd bedrag op ta felterwijl liij sprak: „ben je biermede tevreden en anders krijg je niets". Onderwijl raadde zijne schoon-

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1