VERVOLG BIJVOEGSEL „VOLKSBLAD" WOENSDAG 22 OCTOBER 1890. RECHTSZAKEN. Voor de Arrondissements-Rechtbank te Middel burg diende gisteren de zaak tegen de 20jarige naaister M. A. E. T., te Middelburg, beschuldigd van kinder-doodslag. In de eerste plaats werd voorlezing gedaan van de akte van verwijzing, waarna haar door den ambte naar van het openbaar ministerie werd ten laste ge legd dat zij, terwijl zij zich bewust was in een vergevorderden staat van zwangerschap te verkeeren en hare bevalling voelde naderen, in den avond van 12 Juli 1890, nadat zij op dien datum, onder de werking van vrees voor de ontdekking van die be valling, het besluit had genomen het kind, indien het levend ter wereld kwam, te dooden, en nadat zij zich te dien einde naar den Schroeweg onder de geineeute Middelburg had begeven en aldaargezeten achter een boscbje op de helling van een sloot, een kind van het vrouwelijk geslacht had ter wereld ge bracht, dat kind, kort na de geboorte, daar ter plaatse opzettelijk van het leven heeft beroofddoor het hoofd met bracht tnsschen hare knieën te druk ken waardoor schedel-fractuur is ontstaan en het kind is gestorven; daarna het lijkje in de door haar medegebrachte doeken heeft gewikkeld en heeft ge worpen in het kanaal door Walcheren, onder ge noemde gemeentenabij den steiger van de stoombarge. Vervolgens werd bekl. gevraagd of zij bleef bij hare voor den rechter van instructie afgelegde ver klaring, dat zij op boven omschreven wijze haar levend geboren kind heeft gedood en in het kanaal geworpen, wat zij snikkend toestemmend beant woordde. Zij nam echter de in de instructie gedane verkla ring, dat zij het feit met voorbedachten rade zou hebben gepleegdthans terug. Hierop volgde het getuigenverhoor, dat overeen stemde met het ten laste gelegde. Do ambtenaar, vooropstellende de volledige be kentenis van de bekl ging daarop het ten laste ge legde na. Als vaststaande nam liij ten slotte aan dat bekl. het kind, dat laveud ter wereld is geko men hoeft gedood eu dit gedaan heeft onder de werking vau vrees voor do bevalling. Het feit wettig eu overtuigend bewezen achtende, besprak de ambtenaar nog de vraag of hier van voor bedachten rade sprake zijn kan. Dit is natuurlijk hoogst moeieljjk uit te maken maar met zekerheid meent spreker te kunnen aannemen dat, vóór bekl. op de plaats kwam waar zij is bevallen, zij het plan tot de vermoording van haar kind heeft gevormd. Misschien is de voorbedachte raad ook af te leiden uit. het feit, dat bekl. niet gezorgd heeft om klee- deren enz. in voorraad te hebben bij de geboorte van het kind. Dn ambtenaar besloot met de schuldigverklaring te vorderen van bekl. aan kindermoord en kar9 ver- ooriieeling tot eene gevangenisstraf van vijftien maandenmet bepaling dat de tijd die in voor- loopige hechtenis is doorgebracht, in mindering dor straf gelden zal. Thans werd het woord verleend aau den verdedi ger, den heer mr. M. J. de Witt Hamer. De verdediger wees er op, hoe door een beroemd statisticus aangetoond is dat er verband bestaat tus- sehen het aantal kindermoorden en het aantal on wettige geboorten. Hoe meer ongehuwde moeders, hor greater het aantal kindermoorden. Dat is een wet van oorzaak en gevolg en dit heeft don wetge ver den moord en doodslag door een ongehuwde moe der tot een afzonderlijk misdrijf, een gepriviligeerd misdrijf doeu stempelen. Een viertal motieveu ple gen toch eene ongehuwde moeder op het oogenblik der bevalling tot een misdrijf als dit te drijven; eerstens de begeerte om het fatsoen te reddentwee- dens de troostelooze toestand, waarin de eenzaam en hulpeloos barende verkeert, die niemand tot bij stand durft roepen, omdat ieder hulp-verieenende waarschijnlijk een verrader zal wordenderdens de physieke en psychische opwinding, die met iedere bevalling gepaard gaat en in de hoogste mate voor komt bij eene beyalling onder die omstandigheden eu ten vierde de vrees het kind niet te kunnen op voeden omdat het verlaten is door hemdie de plichten van vader en verzorger te' vervullen heeft. En van deze motieven wordt er in deze procedure geen enkele gemist. Verder schetste mr. De Witt Hamer den trooste- loozen toestand, waarin de bekl. verkeerde; hoe zij door den mandie beloofd had haar te zulleu trou wenindien zij zwanger werd, was verlaten en hoe die lafaard niet eens antwoordde op de brieven, welke zij hem schreef. Hij vergeleek haar toestand bij die van eene an dere zwangere. Zij moest alles verbergenkon tegen niemand haar hart uitstorten en miste de zorg eener moeder, welke haar deel zou geweest zijn, indien deze' haar toestand had gekend. Hij schilderde den lijdensweg, dien het meisje heeft bewandeld voor en vooral op den bewusten Zaterdag, toen zij begreep, dat haar schande hekend moest worden; lioe al haar verbergen tot niets meer leiden kon; hoe zij, door de barensweeën gefolterd's avonds bet huis barer ouders verliet en, met eenige lappen beladen, naai den eenzamen Schroeweg ging. Daar. in een don keren avond, terwijl zij alleen, gansch alleen is, heeft de bevalling plaats eu blijkt haar uit het schreeuwen der jonggeborene, dat haar kind leeft eu dus hare hoop, dat zij een levenloos kind mocht ter wereld brengen den bodem is ingeslagen. Zij had grond voor die hoop; zij was nimmer be vallen, had gedurende hare zwangerschap nimmer leven gevoeld. Men heeft gewezen op het feit, dat bekl. geen kleederen gekocht heeft voor het te verwachten kind, maar daarvoor bestaan alleszins aannemelijke rede nen. Haar streven washaar toestand voor ieder geheim te houden; door het koopen van ldesderen> zou zij dat geheim geschonden hebbenevenals door een poging om de kleederen te verbergen. Wat betreft de te lasten gelegde voorbedachte raadtoont pleiter aaudat er niet zoo groot ver schil bestaat tnsschen hare bekentenis, den 6en Augustus voor den reckter-eommissaris afgelegd, en de voor de rechtbank gedane. Toen heeft zijna lang ontkend te hebbenvoor het eerst de waarheid gesproken en verklaardhoe zijtoen de ellende voor haar stondtot het plan gekomen is. Spreker zette verder uiteenhoe moeilijk het is te constateeren. wanneer het voornemen tot eene daad ontstaat en meende dat dit in dit geding niet was bewezen. Daarna de mate van straf, voor bekl. geeisckt, besprekendeachtte pleiter die niet in evenredigheid met de gewoonlijk voor kinder-doodslag gevorderde, waar hier toch moet erkend worden, dat alle mo tieven aanwezig zijn, om haar misdrijf te verkleinen. Pleiter drong ten slotte op een zeer lichte straf voor zijn cliënt aan. Hierop werd het onderzoek door den voorzitter gesloten en de uitspraak in deze treurige zaak be paald op heden over acht dagen. W E D E R L A N O. Wemeldinge. Het luchtverschijnsel, dat de vorige week te Oorschot werd waargenomen wij ver meldden het in ons vorig nummer is ook hier opgemerkt, en wel te kwart voor 7 ure des avonds. Door den gemeenteraad werd besloten in verband met de bepalingen der nieuwe onderwijswet deze week eene advertentie te plaatsen tot het oproepen van sollicitanten naar de betrekking van ouderwij zer aan school 2 (Baan.) Snelpersdruk. - J. A. Ross. - Goes.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 7