BIJVOEGSEL „VOLKSBLAD" WOENSDAG 15 OCTOBER 1890. l'IT DEN V It E E SI D E. PAtER MaTHEW, DE IeRSCHE APOSTEL VOOR DE ONTHOUDING VAN STERKEN DRAIJK. In deze dagen wordt in Ierland op godsdienstige en feestelijke wijze herdachtdat 100 jaren geleden pater Mathew, de „Iersehe Matigheids-apostel", zooals hij ge woonlijk wordt genoemd het levenslicht aanschouwde. Toen pater Theobald Mathew ruim een halve eeuw geleden zijn kruistocht tegen whiskey en allen sterken drank begon was het Groene Eiland het land der dron kenschap bij uitnemendheid. De Kwakers in Cork pre dikten wel matigheid, maar deze „Vrienden" van een stil, sober leven en ijveraars voor alle huiselijke en maatschappelijke deugden begrepen al spoedigdat zij onder de arme Iersehe bevolking niets konden uit richten. Dat kon alleen een priester doeneen zoon van hetzelfde zuidelijke ras, maar die door opvoeding en geestesgaven meer was, dan de meeste Iersehe gees telijken van dien tijd. Want ondanks al hunne dron kenschap en de ellende, die daaruit voortvloeide, waren de Ieren zeer Kerksch. Trouw vervulde zij hunne godsdienstplichten maar uit de kroeg ging men naar de kerk en van de kerk ging men weer naar de kroeg. In geen huis of hut ontbrak de whiskey-flesch die voor en na het aardappelen-maal dienst deed, dat driemaal daags werd opgedischt. De goede, onzelf zuchtige kwakers waren op de eene of andere wijae op pater Mathew opmerkzaam geworden; zij zochten hem op, betoogden, dat alleen een Roomsche priester onder zijne arme landgenooten met vrucht kon werk zaam zijn om den drankduivel te bestrijden en dat hij die man was. En ziet! de priester werd aange grepen door de nnchtere, statige maar oprechte taal van die zonderlinge mannen in stijve kleeding, die hem met „vriend" aanspraken en vertelden dat zij van het „Genootschap der Vrienden" waren. Pater Mathew hoorde de innerlijke stem, die hem zijne roeping hij uitnemendheid aauweesformuleerde de woorden der beloftedie hij op de lippen dei- dronkaards zon leggen en begon te prediken. Zijn bezielend woord, dat plotseling eene hoogere wijding scheen te hebben, werd met verbazing aangehoord door die voor indrukken zoo vatbare, snel bewogen menschen van zijn ras. Al spoedig kwamen er uit alle deelen der stad de gelofte van onthouding bij hem afleggen. Zij knielden voor hem in zijne kamer, zeiden de woorden der gelofte na ontvingen zijn zegen en gingen heen, gewijd in hunne harten tot een leven van onthouding. En dat was geen vleugje van nuch terheid voor ééneu dagde oude drinkebroers konden te vergeefs spotten. De afgelegde gelofte was heilig en die te breken zou naar liet volksgeloof eene vreese- lijke bezoeking tengevolge hebben. De opgewekte verbeelding schreef pater Mathew eene zending uit den Hoogen toe. Sint Patrickde beschermheilige van Ierland, liad eenmaalvolgens de legende de slangen van het Smaragden-eiland verdrevenpater Mathew was een ander apostel, die de whiskey-flesch uit Erin zou bannen. Van heinde en verre kwam men bij hem om in zijne handen de gelofte af te leggen en zijn zegen te ontvangen. Uit alle deelen des lands ontving hij ver zoeken om toch te komen want er waren duizenden dronkaards, die op hem wachttenmaar zich niet tot hem konden begeven. Wel waren overal bisschoppen en eerzame priesters in wier handen men een gelofte kon afleggenmaar neen dat was het ware niet. Pater Mathew was de man, aau wien de Goddelijke zending was toebetrouwd hij moest de woorden hooren, die men uitspreken zou en zijn zegen was onmisbaar voor de wij ding tot een nieuw leven. En pater Mathew ging op reis en doortrok alle deelen van Ierland. Overal waar hij kwam vielen tooneelen voor, die diepen indruk maakten op eiken toe schouwer. Het was de middeleeuwsche volksgeestdrift voor heiligen hoopen volks knielden voor eeu een- voudigen priester en zeiden hem do woorden nawaar mede zij afstand deden van liet grootste genot in hun armoedig leven. Carlylede sombere, uorsche pliilosoof, woonde zulk eeu tooneel bij en werd er door geroerd. Hij beschrijft pater Mathew als een breedflink uitziend man, met grijs haarvriendelijke, intelligente oogen een groote adelaarsneus en daarmee overeenstemmend gezicht. „Zijn gelaat trekt u aan"zegt hij. „Wij zagen hem door de gansche handeling van het afleggen der gelofte gaan. De tranen kwamen mij bijna in de oogen, toen ik naar hem luisterde en bij het slot moest ik wel mijn hoed afnementoen hij Gods zegen inriep over de gelofte die deze arme drommels hadden afgelegd. Ik heb nooit op mijne reizen iets geziendat meer godsdienstig was." De gevolgen van pater Mathews optreden waren inderdaad groot. De hoeveelheid whiskeydie in 1839 in Ierland werd verbruikt, bedroeg meer dan twaalf millioen gallons; in 1844 was dit tot vijf eu een half millioen verminderd. Het getal misdaden verminderde tezelfder tijd in 1839 was het twaalfduizend; in 1841 bedroeg het acht duizend. In dien tijd berekende men, dat om streeks 2 millioen menschen, mannen, vrouwen en kinderen de gelofte aflegden voor pater Mathew en dat in het geheel omstreeks 5 millioen geheel-onthou ders werden. Of het verstandig was, dat ouders hun kinderen tot het afleggen der gelofte aanspoorden zullen wij in het midden laten. Zeker is het, dat het opkomend geslacht er zich niet aan hield. Maar het onmiddellijke gevolg op de Iersehe maatschappij van pater Mathews optreden was onbetwistbaar groot. De lagere klassen leerden voor de eerste maal om in het openbaar samen te komen zonder de twee Iersehe volksamusementen: dronkenschap en knuppelgevechten. En toen in 1843 ook in Ierland ontzachlijke volks bijeenkomsten plaats hadden om herroeping der koorn- wetten te verkrijgenliep alles rustig af. De drank- verkoopers moesten het niet misgelden en der politie werd geen overlast aangedaan. Dat kwam omdat bijna alle landbewonersdie bijeenkwamen, volgelin gen van pater Mathew waren. Jammer, dat de godsdienstige onthoudings-geest- driffc met den dood van pater Mathew verdweenen de bevolking van het Smarag'den-eiland weer dezelfde verbazende hoeveelheid sterken drank als voorheen gebruikt. Een geheele bruidspartij in feestgewaad is dezer dagen door de Farijsche politie opgepakt en in de sierlijke rij tuigen naar het bureau gebracht. Het gezelschap had in een restaurant, niet ver van het Grand Hotel, een luucli gebruikt en wilde nog een rijtuig er bij nemen, maar men kreeg ruzie met den koetsier, die nog al veel geld eu vooruitbetaling vorderde. Juist was de zaak geschikt door den brui gom, die maar betaalde, wat de man vroeg, toen het bruidje, rood van boosheid, tot den koetsier riep: „Je bent een dief!" en tot drie agentendie voor den koetsier partij getrokken hadden: „en jijlui zijt zijn helpers!" Wegens die beleediging moesten allen met de die naren der gerechtigheid mee naar het bureau in welk ongewoon bruiloftslokaal zij zich eenige uren niet bijster amuseerden. In sommige streken van Duitschlaud doet zich in de laatste tijden het bedenkelijk verschijnsel voor dat de patroons, om de een of andere reden, op groote schaal aan de arbeiders gedaan geven. Zoo zijn b. v. op de groote lakenfabrieken te Griinenbergin Sile- zie, wegens slapte in de zaken een aantal arbeiders ontslageneu hetzelfde is geschied in de sigarenfa brieken te Eschwege in Hessen daar echter wegens gerezen geschillen. Men vreest voor navolging in an dere takken van nijverheid. 't Zal te bezien staan welke bonding de Keizer tegenover deze stakende patroons zal aannemen. Van Frankfort naar Weenen reisde dezer dagen met den sneltrein een heer, die tusschen de stations Mark-Bibart en Laugenfold het ongeluk had uit liet

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 5