wachtkamer van een onzer dorpsstations. Hij was met zijn gewone bezigheid aan den gangnl. het tellen der centendie hij had opgedaan. Bij ongeluk was bijechter weer „bevangen" geraakt, waardoor hij op dat oogenblik wat beverig in de vingers was. Eenige centen vielen op den grondzonder dat hij het voelde of hoorde. Een juffer van een jaar of drie-en-twintig, daar ook aanwezig en medelijdend van nature, maakte hem hierop opmerkzaam. „Wiljiewelis zwiegesnubbe was jans welsprekendmaar niet al te malsck ant woord. Ik zeide daardat hij eiken dag zijn centen telde die verkreeg hijdoor zich aan de deuren der men- schen te vertoonenmen wist dan alwat hij wilde. Zijn pet afnemen voor het gekregene deed hij niet hoogstens tikte hij tegen die petwant Jan wilde zijn schoon hoofd niet aan onheilige oogen vertoonen. Niet al het gelddat hij te tellen hadwas echter gekregen; er waren ook centen bij, die hij eerlijk verdiend had met het doen van boodschappen. Dan behoefde hij niet te vragen om „een centje"wat hij toch eigenlijk niet graag deed. Dat laatste bleek hiernitdat ik hem wel eens een dubbeltje heb zien teruggeven en om een centje vragen. Foei, hij wou de menschen niet afzetten! De boodschappen die hij meebracht, werden meestal zeer goed overgebracht; als het regeDde, stopte hij ze vaak tusschen zijn boezeroentjewaarover geen over hemdje of vest sloot. Hij hield niet van witen droeg om den hals slechts een rooden zakdoek. In zijn goeden tijd „verdiende" Jan zooveel, dat hij er een matig kostgeld van kon betalen; later was hij ge noodzaakt, zich in het oudemannenhuis te Goes te doen opnemen misschienomdat hij toen te veel aan koude voeten leed. Jan, wiens eigenlijke naam David Jan van Speten was, vond een trenrigen dood, of eigenlijk een dood naar zijn hart. Eens, toen hjj naar Wolfertsdijk was geweest en tamelijk veel geld had opgedaanmeende hg zichzelf eens extra te kunnen tracteeren ofschoon het niet zoo bar koud was. Nu was bij echter van zijn stelregel afgeweken hij was nl. alleen van binnen nat. En mogelijk om het nu ook van buiten eens ferm te worden, liep hij, pardoef, in een sloot. Hij werd echter, helaas, niet weer droog, dan toen zijn stoffelijk overschot door anderen op het droge was gebracht. De redactie stelt zich voor, bij gebleken belangstelling, onder deze rubriek meer dergelijke beschrijvingen van Bevelandschc personen en toestanden op te nemen. NEDERLAND. De uitslag der verkiezing voor een lid der Provin ciale staten in het district Goes vacature Quarles van Ufford is als volgt: Aantal kiezers 4615. Uitgebracht 2667. Van on waarde waren 38 stemmen, zoodat de volstrekte meerderheid 1315 bedroeg. Gekozen is de heer M. Noordijke (anti-revolution- nair) met 1325 stemmen. De heer P. Dekker Jzn. (liberaal) verkreeg er 1245. Op den heer W. J. Vader waren 31 en op ver schillende andere personen 26 stemmen uitgebracht. De Heer Henry Tindaldie tot dusver bij herha ling vergeefsche pogingen heeft aangewendom bij de Sta ten-Generaal gehoor te vinden voor zijne be denkingen tegen den toestand van ons tegenwoordig defensie-stelsel, heeft thans zijne toevlucht genomen tot eene proclamatie: „Aan het Nederlaudsche Volk." De hoofdstrekking dezer proclamatie isde aandacht te vestigen op de omstandigheid, dat volgens door hem ingewonnen inlichtingen Z. M. de Koning sinds eenige jaren geheel onkundig gehouden wordt van de beweging welke sinds dien tijd op defensie gebied ontstaan is. Eene poging van den Heer Tin dal om tot Z. M. te worden toegelaten teneinde den Koning persoonlijk over deze toestanden to spreken, was verijdeld door den Adjudant van dienstdie daartegen bezwaar had op grond van 's Konings ge zondheidstoestand. De Heer Tindal verzekert, dat allerlei verzoeken en brieven aan den Koning niet aan Z. M. worden overgebracht, en dat onze Koning zelfs niet weet, dat er ooit eenige aanmerking is ge maakt op het beleid van den Minister van oorlog. De Heer Tiudal is van meeniDg, dat, indien 's Ko nings gezondheidstoestand werkelijk van dien aard is, dat eene zoodanige isoleering noodzakelijk is, de Ministers dan verplicht waren uitvoering te geven aan het voorschrift in art. 38 der Grondwet, hetwelk de instelling van een Regentschap bepaalt „ingeval de Koning buiten staat geraakt de Regeering waar te nemen." In verband biermede wijst hij op art. 3 der wet op de verantwoordelijkheid der Ministers waarin deze strafbaar worden gesteldindien zij na laten uitvoering te geven aan de voorschriften der Grondwet. De Heer Tindal meent, dat deze vraag zoo spoe dig mogelijk opgelost moet worden. UIT D EIV VREEMDE. Te Saint-Hilaire heeft iemand een miniatuur-Eiffel- toren van zeven nieter hoogte bij wijze van grafmo nument op de laatste rustplaats zijuer ouders doen plaatsen. Inderdaad, onze eeuw loopt op haar eind! Bij de manoeuvres van Monospetai in zuidelijk Hongarije is voor het eerst het rooklooze kruit op groote schaal gebezigd. De gewapende macht be stond uit 77 batallons infanterie, 36 escadrons rui terij en 128 kanonnen. Niettegenstaande er gedu rende 4 uren bijna onafgebroken geschoten werd, was de rook zóó gering, dat daaruit absoluut niets verra den werd omtrent de bewegingen de stelling en de sterkte der troepen. Zoolang men van de troepen niets zien konkon men uit bet geweer- en kanon vuur zich geen juiste voorstelling van het gevecht vor men. De oefeningen hebben naar het oordeel van alle deskundigen de noodzakelijkheid eener volkomen wijzi ging in de tactiek ten duidelijkste bewezen. Men hoorde het geschut van geheele batterijen, zonderdatmen ontdekken kon waar zij stonden. Hetzelfde was het geval met het geweervuur vooral als de manschappen in loopgraven vericholen lagen. Het moet een aller- vreemdsten indruk gemaakt hebben te midden van een ruBtig en vreedzaam landschap het gesehut van allo kanten te hooren bulderen en het geweervuur te hooren knetteren zonder dat eene rookwolk de plaats verried, waar geschoten werd. Algemeen was het oordeel over de werking van dit nieuwe krnit zeer gunstig, en het belangrijkste punt der waarnemingen was dit, dat het zeer lang duurde, vooraleer men met juistheid kon zeggen, uit welke richting er gevuurd werd en hoe sterk de vnrende afdeeling was. De Keizer was, naar men verzekert, met de resultaten zeer tevreden. Gedurende een hevig onweder sloeg de bliksem de vorige week te New-York in het hooge gebmw der Telefoon-Mij. Terstond geleek het geheel een vlam menzee. Een paniek maakte zich meester van het personeel, doch allen werden gered, behalve 15 meis jes. Deze schreeuwden radeloos uit de vensters om hulp, want, daar de trappen verbrand waren, was elke uitweg tot redding haar afgesneden. Reeds klom men zij op de kozijnen om er af te springendoch de duizenden voor het gebonw riepen haar toe te wachten tot het reddingstoestel kwam. Dit was helaas eenige voeton te kort. Toch kon men haar een touw toewerpenwaar langs ze zich een voor éon lieten zakken tot ze gelukkig allen langs het toestelouder daverend gejuich der menigte op den groDd terecht kwamen. Tweeduizend telefoondraden zijn vernield. De schade bedraagt 25,000 dollar. Iu de Koninklijke fabrieken te Spandau is op hoog bevel de nacht-arbeid voor vrouwen geheel afgeschuft. Snelpersdruk. - J. A. Ross. - Goes.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 2