No. 75. Woensdag 17 September 1890. 13° Jaargang. ■WgT-fcTtr .|T5g-S5S.-ga:Tr-A Tl- Dit blad verschijnt lederen Woensdag en ADVERTENTIES voor Dinsdag- Dienstaauvragen wordengejjlaatsUegenöcent Zaterdag. en Vrijdagmiddag 12nur te bezorgen bij den en Advertentiën tegen 6 cent per regel De prijs per halfjaar f 0-50, franco per post f 0,90, nit<rfnrar J A ROSS Tops Groote Letters en Afbeeld, naarplaatsruimte. waarover per halfjaarlijksche kwitantie --Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der- wordt beschikt. Dhlnnrr IRflfi Pvnwihlnvov) zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee- Afzonderlijke nommers zijn 1 cent verkrijgbaar. UylQQg IOUU LXofri'piU/o/l. maal berekend, nitgezonderdDienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent. NEDERLAND. GoesOmtrent de candidatuur door de Roomsch- Katholieken voor het lidmaatschap van de Provin ciale Staten in ons district te stellen, doen verschil lende berichten de rondte. Terwijl de M. Ct. mede deelt, dat de Katholieken in dit district den heer M. N o o r d ij k e candidaat hebben gesteld, lezen wij in de Zeeuwdat door de R. K. Kiesvereeniging te Goes, in hare vergadering van Vrijdag besloten werd een eigen candidaat te stellenen dat de candidatuur is aangeboden aan den heer S. de Meulemees- t e r alhier en bij diens bedauken aan den heer P. G. T i m a n s te 's-Heerenhoek. Maar bovendièn wordt in de G. Ct. door het bestuur van de R. K. Kiesv. bekend gemaakt, dat deze besloten heeft zich van stemming te onthouden en tevens aan alle Katholie ke kiezers verzocht dit voorbeeld te volgen. Eene ondubbelzinnige verklaring en verbetering van onjuiste berichten ware zeker gewenscht. Voor velen, die met de kermis de vertooniug van Magneta gingen zienbleef het een onverklaarbaar verschijnseldat deze zich zonder eenig steunpunt vrij in de lucht kon bewegen. Wel trachtte ieder eene verklaring te zoeken, doch slechts aan enkelen gelukte het de juiste te vinden. Op een dwaalspoor geleid door de spiritistische vertooning vóór de tent, meenden sommigen, dat ook daarbinnen met behulp van spiritisme het gewenschte effect werd verkregen. Weer anderen schreven het toe aan magnetische aantrekking van een ijzeren ring, waarin de dame zich bewoog en waardoor zij de zwaar tekracht kon overwinnen. De juiste verklaring is de volgende: Vóór den toeschouwer, maar onder diens gezichts veld, bevindt zich eene ronde tafeldie op rails ge plaatst, voor- en achteruit kan bewogen worden. Op de tafel, die om hare as draaibaar is ligt Magneta ruggelings uitgestrekt, met bet hoofd in de richting van de toeschouwers. Bij de voeten is een spiegelglas aangebracht, dat een halven rechten hoek maakt met het blad van de tafel. In den spiegel wordt nu het beeld van de persoon, die op de tafel ligt, teruggekaatst en de toeschou wer ziet niet Magneta zelf, maar haar beeld recht voor zich. Wordt nu de tafel voor-of achteruit bewogen dan stjjgt of daalt het beeldwordt de tafel gedraaid dan draait ook het beeld in den spiegel, terwijl de bewe gingen, die Magneta maakt, natuurlijk ook door den spiegel getrouw worden weergegeven. Tegenwoordig betaalt men een stuiver port voor j brieven wegende van één tot 15 gramterwijl met een port van tien eenten belast worden brieven van I 15 tot 100 gram. In dergelijke opklimming vindt een inzender in de ArnhCtiets onbillijks, wijl het eigenlijk geen opklimmen is. Het verschil tus- schen 1 tot 15 en 15 tot 100 gram is daarvoor te groot. Nu is het een feit, dat een gewone brief van 80 of 90 gram tot de zeldzaamheden behoortdaaren- „Neenik bedoel maar, moeder -de menschen zeggen, als iemand al wat hij heelt uit de spaarbank neemt, dat hij nooit van zijn leven meer iets zal kunnen overleggen." „Neem dan niet alles! Twintig mark is voldoende. Laat er vijf staanen op den eersten, als Ulrich zijn geld krijgt, breng je er de twintig ook weer naar toe." Dat klonk heel verstandig! Nochtans bleef de jonge vrouw aarzelen. „Ik doe het ongaarnemoeder. Als u wist-" „Maar nu zag juffrouw Siegmann hare schoondochter zoo uitvorschend aandat der schuldige eene koude rilling door de leden voer. Als zij eens wistEn moest de oude vrouw met haar heldere hoofd het geheim niet doorgronden, indien An na nog langer bleet weerstreven? Zoo nam zij dan hare mand en ging, onwilligmoedeloosmet het donkere voorgevoel van in haar verderf te loopen. Er waren veel menschen in het betaal- kantoor der spaarbanken Anna moest wachten; lang, eindeloos lang viel haar de tijd. Dezelfde beamte, die haar toen maals Augusta Rademachers driehonderd thaler uitbetaald had, zat ook heden ach ter den lessenaar. Hij haastte zich niet hij nam iederen nieuwaangekomene van het hoofd tot de voeten op. Ongetwij feld, hij zocht haar! Thans ontmoetten zijne oogen de hare, met ontzetting voelde zijhoe het bloed haar naar het hootd steeg. Koudscherpsnijdend als een mes, scheen zijn blik zich in hare ge heimste gedachten te dringen ontledend, onderzoekendaan het licht brengend. Zij kon het niet verdragen. Met knik kende knieën wendde zij zich omten einde te vluchten weg van hier veg! toen hij haar terugriep. Wordt vervolgd.) FEUILLETON. 7) EENE ZONDARES, door L. IVestkirch. „Ja", hoorde zij den geliefden man aan hare zijde antwoordenen „ja" zeide ook zijhaastig en zenuwachtig. Zij wis selden de ringen. Het was geschied Het huwelijk had dan toch plaats gehad 1 Zij voelde niets wat naarberouw zweemde, slechts eene soort blijde voldoening, de daad te hebben gewaagd, waardoor zij den man harer liefde verkregen had. En nu hare vrees niet verwezenlijkt was nu de Heer haar niet straffend uit zijn heiligdom gewezen hadwaren haar angst en schroom geweken en hadden plaats gemaakt voor opgewonden vroolijk- heid. Het overige van den dag was zij werkelijk niet te herkennen. Veertien heerlijke dagen waren er voor bijgegaan. Juist wischte zij eenige onzichtbare stotjes van de phptographieën, thans met ééne vermeerderd, haar en Ulrich als bruid en bruidegom voorstellend. Het was nog de oude woning: alleen had men er een kamertje, dat juist ledig stond, bij gehuurd; doch het oude,ver schoten karpet was door een nieuw ver vangen, de oude meubelen waren opge knapt de stoelen en sota nieuw over trokken. Daarenboven was alles zoo keurig schoon gemaakt, geschuurd en gewrevendat niemand het armoedige vertrek van voorheen er uit zou herkend hebben. Anna had eene gelukkige hand; waar zij aan het werk toog, blonk alles van helderheidverspreidde zij orde en behaaglijkheid in het rond. Thans was zij gereed; zij legde den stofdoek weg, schoot den ruiker versghe bloemen netjes midden op tafel en ging toen naar de keukenwaar juffrouw Siegmann bezig was aardappelen te schil len voor het middagmaal. „Bent u nu weer niet gaan zitten, moederEn het staan valt u zoo moei lijk! Waartoe hebben we dan al die stoelen?" Zij schoof den gemakkelijksten bij de tafel. „Ga nu dadelijk zitten en vermoei u niet! Het beetje werk, dat er te doen valtkan ik immers gemakkelijk alleen af." De oude vrouw ging glimlachend zit ten. „Zoo ben ik al mijn leven nog niet verwend geworden. Maar laat mij van daag nu maar eens voor het eten zor gen, kind. Ik zou graag willen, dat jij eene boodschap gingt doen." „Waarheenmoeder „Ach, het is eene vervelende geschie denis Anna. Ik heb je vreugde niet wil len verstorenmaar eindelijk moet ik toch spreken. Kijk, jelui bruiloft was netjes in orde, niet waar? Eigenlijk was zij wel wat boven onzen stand. Maar Ulrich wilde er in de vreugde zijns harten niet van hooren, dat het in eenig opzicht karig zou toegaan. Het meeste is ook betaald. Maar de rekening in de her berg aan den overkantwaar ik de eene kan bier vóór en de andere na gehaald heb, staat er nog, en de man wordt on geduldig en dringt en maant alle dagen. Ik heb mij al suf verzonnen waarvan wij hem toch zouden kunnen betalen want vóór den eersten krijgt Ulrich geen geld en daar is mij nu ingevallendat jij noch vijf-en-twintig mark op de spaar bank hebt staan." Anna was zoo wit geworden als de geschuurde tafel, waarop zij sidderend de handen steunde. „Naar de spaarbank zou ik moeten" stamelde zij. „Dat is toch niets om van te schrikken!"

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1