Zaterdag 16 Augustus 1890. 13* Jaargang.
Mo. 66.
Dit blad eraciiijiit tedeceii Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f O 50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarJijksehe kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTJSiN'J'i.tiN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den
uitgever J. A, ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
ijioniWiajivrageii «ordtogejlaatsi «tgena cent
en Adverteniiën tegen 0 cent per regel
O-roote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgez-cnderdPienBt aan vragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vflftJjTcent»
E E TITEL.
*-*$%!§!§>-<>—
Wat wij schetsen is een toestand die bestond in
lang vervlogen tijden en op eene ver verwijderde
plaats. Natuurlijk, want hier en in don tegenwoor-
digen tijd zijn de menschen veel verstandiger.
Er bestond toon een groot verschil tusschen de ge
huwde vrouwen en wel iu den naamdien zij voer
den. Een deel droeg den titel van mevrouw daarop
volgden zij, die meer bescheiden maar juffrouw
heetten en eindelijk was er eene groote menigte, die
eenvoudig maar als vrouw werd aangesproken. Ieder
begrijptdat wij hier alleen maar ter wille van da
duidelijkheid namen uit onzen tijd gebruiken.
Die iudeeling was geheel onafhankelijk van keu
nis, beschaving eu karakter, de af komst en do maat
schappelijke welstand oefenden er wel eenigen invloed
op uitofschoon die welstand meer bepaald werd
naar den schijn dan naar de werkelijkheidmaar een
eigenlijke grondslag voor de indeeling bestond
niet.
Nu waren er vele dames, die beslist tot de eene
of andere groep behoorden, maar aangezien bij ge
mis aan basis, geen juiste bepaling kon gegeven wor
den van elke klassekonden ook de grenzen niet
nauwkeurig bepaald worden. Dientengevolge waren
er heel wat, van wie men niet met juistheid zeg
gen kon op welken titel zij aanspraak mochten
maken en daar toen al, even als nude eerzucht den
mensch dreef naar kooger, ook al was dat hooger
maar een ijdele titelzoo trachtte menigeen te klim
men van vrouw tot juffrouw en van juffrouw tot mevrouw,
om, als het lukte, telkens op de grenzen anderen te
plaatsen, die met hetzelfde streven bezield waren.
In de meeste gevallen was die overgang trouwens
niet heel moeielijk. De vrouw verwisselde hare een
voudige kleeding voor eene meer opgeschikte en de
verandering had plaats gegrepen: zij was juffrouw
geworden. Het aantal zulke juffrouwen wies dan ook
met den dag.
Wie mevrouw wilcle wezen en bang was, dat men
haar dien titel zoude onthouden, hield er verschil
lende middeltjes op na, om haar doel te bereiken,
't Makkelijkst was, dat zij onder de advertentiewaar
bij zij kennis gaf van de voltrekking van haar hu
welijk liet plaatsen, dat de heer en mevrouw N.
bedankten voor de bewijzen van belangstelling enz.
Of als zij die gelegenheid ongebruikt had laten voor
bijgaan dan kon bij de vermeerdering van het gezin
eeu dergelijke manoeuvre worden uitgevoerd. En
anders ging op een' goeden dag de vrouw des huizes
naar de keuken eu zei tegen de meid: Mietje, voor
taan moet gij mij mevrouw noemen." Zij wist wel, dat
het dan spoedig ter algemeene kennisse kwamwant
Mietje was als de kraut.
Dat was nn wel heel eenvoudig, maar toch be
rokkende het de betr ekken persoon soms eenige
onaangenaamheden. In het openbare leven werden
aan eene mevrouwwat de vorm en betreft, wel eenige
hoogere eischen gesteld dan aan haardie maar
juffrouw ,heetteen nu was de eerste vraag, of zp
FEUILLETON.
14) DE GENERAAL,
door Balduin Grollen.
Niet te kunnen spreken en schrijven:
was het niet belachelijk? En zulk eenen
man zou zij nemen? Als zij dat deecl,
zou zij toch wei zoo dom moeten zijn
als eene pardon, in gedachten
vroeg hij verontschuldiging voor de on
behoorlijke en oneerbiedige vergelijking,
die hij op het punt was te maken.
Spreken! Schrijven! Maar was er niets
anders?
Welzeker! Handelen? Hij was immers
een man van de daad, en dus: hande
len moest hij. Maar dat groote woord
hielp hem ook al niet. „Ik kan haar
toch niet met geweld schaken", zeide
hij bij zichzelvcn ten hoogste gebelgd
over het feit, dat dit inderdaad niet aan
ging „en ik zou waarachtig niet weten,
hoe hier anders te handelen valt!"
Hij peinsde al voort. In hare nabij
heid die hein had opgefrischt en als
het ware jong leven had geschonken,
was hij immers moedig geweest? Slechts
nu was hij zoo moedeloos en gedrukt,
en daarom: vóór alles tot haar, dan zou
den cle moed, het wijs overleg en de
gave des woords wel komen. Hij ging
haastig naar het dorp en trot tot zijn
groot geluk Marianne aan, die juist op
weg naar het schoollokaal was. Hij ver
gezelde haar, doch sprak geen woord.
De moed, het wijs overleg en de gave
des woords wilden niet komen. Ook
Marianne was ernstig; de dag van gis
teren was oorzaak geweest, dat zij tegen
over den generaal niet zoo ongekunsteld
kon zijn als te voren; toch wist zij een
gesprek aan te knoopen, dat, het dient
gezegdechter menigmaal stokte. Hare
eerste vraag gold natuurlijk het kind.
De generaal diende wel te antwoorden,
doch dacht op dit oogenblik meer aan
zichzelven, dan aan het kind.
„Mag ik hopenu vandaag weer bij
mij te zien?" vroeg hij op schuchteren
toon.
Marianne weifelde even en antwoordde
ietwat verlegen:
„Ik zal komen."
„Komt u niet graag?"
„O zeker, ik kom graag."
„Zult u eiken dag komen?"
Marianne bloosde sterk en antwoordde
aarzelend
„Dat weet ik niet dat kan slecht."
„Waarom? Och, neemt it mij niet
kwalijk mijn verzoek was ook onbe
scheiden. Uwe betrekking geeft u al
genoeg te doen; het zou te kras zijn,
als ik u nog zulk eenen last op de schou
ders wilde leggen."
„O neen, dat is het niet zeker
niet."
„Maar wat dan Gisteren dacht u
toch heel anders over de zaak."
„Ja, dat deed ik ook. Het was zoo
heerlijk, niet waar, het was zoo heer
lijk, generaal!"
„Of het heerlijk wasjuffrouw Mari
anne? Ik zal dien dag, zoolang ik leef,
niet vergeten,"
„En nu hebt u zelf alles bedorven."
„Waardoor?"
Marianne zweeg.
„Waardoor? Zeg dan toch iets, juf
frouw Marianne!"
Marianne bleef hardnekkig het stil
zwijgen bewaren.
„U wilt niet antwoorden welnu,
dan zal ik het voor u doen. Omdat ik
zwak wasNu ja! 'tis goed,hoorl"
Deze laatste woorden golden een klein
meisje dat zijne hand wilde kussen na
dat zij die der schooljuffrouw had ge
kust. „Omdat ik zwak was en mijne ge
voelens niet beheerschen kon. Heb ik
gelijk?"
Marianne zag vóór zich, doch de ge
neraal ging steeds zenuwachtiger voort:
„Ik heb u reeds laten gissen" weer
trachtte eene jeugdige beoefenaarster der
schoolwetenschap zijne hand te bemach
tigen maar hij riep boos en luidezoo
dat al hare vriendinnetjes het hooren
konden: „Laat mij toch met vrede! nu
niet meer zaniken, hoor!.... Datu mij
niet onverschillig bent, dat mijn gansche
hart u toebehoort en dat heeft u van
mij alkeerig gemaakt. 01 ik begrijp het,
ik begrijp het maar al te goed!"
Marianne zag weer naar hem op, met
den blik van een kind, dat onrechtvaar
dig behandeld is en dat zich niet kan
verdedigen. Zij antwoordde niets; zij wa
ren trouwens ook niet meer zoo vrij,
want de dorpskinderen verdrongen zich
in vroolijke scharen om hen heenen
af en toe werden zij ook door boeren
en boerinnendie hen tegenkwamen
gegroet. Den heer Kilian von Benda
waren bij de hevige gemoedsbeweging
waarin hij verkeerdedeze stoornissen
alles behalve welkom, en hij fluisterde
Marianne toe, clat hij van plan was om
luide te verkondigen: vandaag geen
school
Marianne kantte zich beslist tegen dit
voornemen.
„Maar begin dan ten minste wat later"
trachtte hij haar te overreden: „voelt
gij dan niet, wat er voor mij op het spel
staat? 1-Ieb medelijden met mijMa
rianne
(Wordt vervolgd.)