No. 61. Woensdag 30 Juli 1890. 13e Jaargang, ,1r«, .A..IE*. Dit blad verschijnt lederen Woensdag eu Zaterdag. 08 prijs per halfjaar f 0 50, franco per poat f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn h 1 cent verkrijgbaar. ADV £]RTElNÏIl.r^ voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. i-hecstaanvragKi! wordengc] laatst tegen 5 cent en Advertentifin tegen 6 cent per regel üroote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slecht» twee maal berekend, uitgezonderdDienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent. NEDER E AND. In een ingezonden stuk in de Goesche Crt. geven de gebroeders De Brand de volgende voorstelling van het voorgevallene op den 's Heer Heudrikskinderen- dijkwaarvan wij in ons blad van 23 dezer melding maakten. „Toen wij Dinsdagmorgen 11. omstreeks 3.15 met eene handkar naar het aardappelanland gingen, eu ter hoogte van den boomgaard van den heer M. de Bokx gekomen warenpasseerden wij aldaar de gebr. De L. komende met een hondenkar van de visscherij. Toen we elkander gepasseerd waren, sprongen de De L's van hun kar, waarna een hunner ons met beide armen omvatte, mogelijk trachtende ons alzoo voorover in onze kar te duwen, waarna de ander ons met een mes verwondde. „Ziende, dat mijn broeder erg bloedde, heb ik mij zeiven losgewrongen, en om mijn broeder te ontzet ten de spade gegrepen en een der gebroeders De L. een slag daarmede toegebracht, waarna wij huis waarts zijn gekeerd, en aan de politie aangifte heb ben gedaan." Een moord door vergiftiging met zinkwit, moet voor eenige weken to Amsterdam gepleegd zijn. Als verdacht is in hechtenis genomen mej. Kuij- pers, bij wie de overledene, freule Smissaert, in huis woonde. Het lijk werd, na de verklaring van overlijden afgegeven door dr. Foreman op het kerkhof Zorg vliet ter aarde besteld maar op last der justitie op gegraven en onderzochtnadat bloedverwanten van mej. Smissaert zekere vermoedens hadden geopenbaard. Toen bleek chronische zinkvergiftiging. De ver dachte is nagenoeg univeïseele erfgename van het niet onaanzienlijk vermogen. De scheikundigen dr. Ankersmit en Van Ledden Hulseboschhebben zink gevonden in de nieren, de lever en de milt, vermoedelijk veroorzaakt door het toedienen van zinkwitop tijdstippen eenigen tijd voor de laatste dagen van de overledene. Aan uit putting door de onmogelijkheid voedsel te verteren wegens de opgehouden maagwerking, gevolg van het gif, stierf freule Smissaert, na 14 dagen ziek te zijn geweest. Dr. Foreman, die eerst aan typhus geloofde, weet den dood in zijne verklaring ter begraving, aan slagaderbreuk. Een consult met een professor aan bet ziekbed door dr. Foreman voorgesteld werd door mej. Kuijpers als onuoodiggeweigerd. De bevinding der heeren scheikundigen is bevestigd door het onder zoek van banddoeken in de vuile wasch gevonden en van een hemd half gescheurd uit eene lade bij ver- stelgoed aan den dag gebracht tijdens de huiszoeking. Sporen van zinkwit zijn ook daar in vlekken gecon stateerd. Al het overige lijf- en beddegoed van de overledene was reeds gewasschen toen het onderzoek begon. Eene belangrijke ontdekking, werd Zaterdag jl., door de Amsterdamsche politie inzake het vergifti- gingsgeval van wijlen freule Smissaert gedaan, tengevolge van het algemeen verspreiden van Aafke Kuypers' portret bij alle handelaren in verfwaren 9) FEUILLETON. DE GENERAAL, door Balduin Gro 11 er. Miska wierp nog eenen schuinschen blik op zijnen heer, die hem ook drin gend tot haast maken aandreef, en ijlde toen de trap af. „En u, generaal, gaat zitten en schrijft op, wat ik dicteer. Eerst het adresKin derpaviljoen, Heerenstraat no. 5. Indien winkel namelijk kunnen wij alles krijgen, wat een kind noodig heeft," voegde zij er tot verklaring bij. „Maar van daag is het Zondag," waagde de generaal schuchter op te mer ken. „Zou de winkel dan wel open zijn?" „Voor twaalven is hij open. En nu schrijft u verder: 3 volkomen in orde gemaakte zuigflesschen nieuwe regel; voor elk artikel neemt u eenen nieuwen regel. 1 Dozijn mondstukken middel bare grootte, wit caoutchouc, er zijn er ook van rood en zwart, maar die deugen hoegenaamd niet verder: 2 meter slang, wit; 1 dozijn glazen pijp jes; 6 stuks behoorlijk geprepareerde kurken wij .moeten wat in reserve hebben2 groote stukken geta-percha voor het bedje, 1 gepatenteerd nacht lampje, dat kan 's nachts tevens ook als kooktoestel dienst doen 1 groot blad, daar zetten we dan die heele ge schiedenis op - 1 badthermometer, 1 kinderwagen met bedje en toebehooren 5 dozijn luiers, 2 dozijn hemdjes, 1 do zijn mutsjes „Mutsjes voor mijnen zoon?" waagde dc generaal op te merken. „1 Dozijn mutsjes, met blauwe en roode zijden bandjes, 1 dozijn ponnetjes, 20 bussen Nestle's kindermeel, 1 doosje stuifpoeder, zie zoo, dat is nu voors hands alles wat mij in de gedachte komt; hebben wij iets vergeten, dan kan het later nog gehaald worden. En nü moet de bode gauw weg." De generaal nam het briefje en ging op een drafje heen, doch al spoedig kwam hij terug, met een bezwaar: „Maar den kinderwagen kan hij toch niet te paard meebrengen!" „Die kan ook nog wachten tot mor gen, al het andere kan hij meebrengen." Het paard stond reeds gezadeldtoen de generaal op het slotplein kwam. Hij reikte den bode het briefje en eene groote banknoot over, en riep hem toe „Rijd wat je rijden kunt; je behoeft het paard niet te sparenmaak wat voort En de ruiter rende de poort uit; nog een oogenblik kon men den hoefslag van het vurige ros op den straatweg hooren weerklinken, doch al spoedig hoorde men niets meer. Den generaal was het veel lichter om het hart, toen hij weer boven kwam; hij was juist van plan eene formeele dankbetuiging af te steken bij zijne jonge bondgenoote, toen Marianne hem in de rede viel: „Daarvoor hebben wij op het oogenblik geenen tijd. Uw bode kan, als hij hard rijdt „Hij zal hard rijden." in twee uren terug zijn." „Dat zal hij."j „In dien tusschentijd moeten wij alles zoo ver in orde brengen, dat de kleine ja, dat is waar, hoe moet hij hee- ten?" „Hoe u wilt, noemt u maai- eenen naam." „Wacht even, laat ik eens denken. Als wij hem eens Kilian noemden vindt u dat goed?" In verrukking drukte de generaal Ma rianne de handen. „UitstekenduitstekendIk dank u wel. U bent een voortreffelijk, allerliefst schepseltje!" Marianne lachte. „U zoudt waard wezen de vader van het kind te zijn. Kilian is werkelijk een mooie naam, hij bevalt mij wel. En wij moeten er dus nu voor zorgen, dat de kleine Kilian dadelijk behoorlijk gehol pen kan worden, als de bode terugkomt. Maar laat mij nu eens eerst de ruimte, die hier is, inspecteeren, voor wij schik kingen maken." De generaal was natuurlijk zoo galant om Marianne door het kasteel te bege leiden, zij volgde hem en babbelde in- tusschen vroolijk door. „U moet namelijk weten, generaal, dat u nu niet meer de eerste persoon in huis bent, dat is nu voortaan de kleine Kilian. Dat is overal zoo, waar een klein kind in huis is." Zij wandelden door den corridor en al de vertrekken, en Marianne vond alles heel deftig en toch gezelligen de generaal voelde zich blijkbaar aangenaam gestreeld door den lof, dien men aan zijne huizinge zoo kwistig toezwaaide. „Maar waar is de keuken?" vroeg Ma rianne, nadat zij alles bezichtigd hadden: „daarvan hangt ook de keuze van eene kamer voor onzen kleinen Kilian af. Hij mag niet op al te grooten afstand van de keuken kampeeren." „De keuken is beneden." „Dat is al heel onpractisch, is er dan op deze verdieping geene keuken?" „Ja, naast mijne slaapkamer is er wel eene gebouwd, maar zij dient niet tot keuken. Miska heeft daar zijne kamer van gemaakt."

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1