No. 49. Woensdag 18 Juni 1890. 13e Jaargang. Dit blad verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f O 50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENT1EN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den nitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Üienataanvragen wordengeplaatsttegen cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Oroote Letters en Afbeeld, naarplaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderdDienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent. NEDERLAND. Men schrijft aan de Midd. Ct. uifc Westelijk Zuid- Beveland Mocht de oogst te velde eenige weken geleden alle reden geven tot juichen thans zijn door het aanhou dend koude en schrale weder de uitzichten veel ver minderd. Erwfen en boonen zuilen vermoedelijk goed zyu; van het stroogewas, nl. tarwe, rogge en gerst verwacht men niet meer dan een middelmatig beschot. Het vlas, de eerste ontvangst van den landbouwer, naar welks opbrengst bij in dezen voor hem boozen tijd hoopvol uitziet, lijdt zeer door de koude en zal veel minder opleveren dan het zich vroeger liet aan zien. Aardappelen, suikerpenen, ja alles smacht naar een zachten zoelen regen en vooral naar warmte. Mocht onverhoopt de koude blijven aanhouden dan is zonder twijfel een schrale oogst te wachten. In eene vergadering van de Rotterdamscke afdee- ling der Vereeniging Pax Humanitate werd eene motie aangenomenprotesteerende tegen de op verscheidene plaatsen in ons land georganiseerde feestviering van den dag, waarop 75 jaar geleden de slag bij Water loo plaats had als zijnde deze feestviering naar het gevoelen der afdeeling iu strijd met de beginselen der ware humaniteit. Te Loosdrecht hebben zich in den laatstea tijd weder verscheidene gevallen van influenza, een paar met doodelijken afloop, voorgedaan. Te Avezaat (bij Tiel) deed zich de vorige week een voor van slaapziekte bij een jongmensch, die voor eenige maanden geleden bad aan de influenza. Na 5 dagen slapens bezweek de jonge manzonder één oogeublik wakker te zijn geworden. UIT DEN VREEMDE. De Figaro wijdt een artikel aan de Lawa-quaestie naar aanleiding van het berichtdat de Franschen bezit hebben genomen van het betwiste gebiedvoor dat nog de czaar, die tot scheidsrechter is benoemd, eene uitspraak heeft gedaan. Na eerst een overzicht te hebben gegeven van de onderhandelingenover het betwiste gebied tusschen Frankrijk en Nederland gevoerd, komt het blad tot de slotsom, dat Frank rijk wederrechtelijk zou handelen, indien het, zonder de uitspraak vau den scheidsrechter af te wachten bezit ging nemen van het gebied, waarop het aan spraak maakt. „De Engelschen voegt de schrijver er boosaardig bij zouden zoo iets kunnen doen maar de Franschen zija nog te weinig bedreven in de koloniale politiek, om tot dergelijke middelen hun toevlucht te nemen." In Oostenrijk-Hongarije wordt eene nieuwe eavalerie- karabiju iugevoerd van het stelsel Maunlicher. Deze karabijn wordt als een ideaal beschouwd voor een cavalerie-vunrwapendaar zij gemakkelijk te hanteeren is en met zeldzame nauwkeurigheid schiet, terwijl zij is ingericht voor het gebruik der patronen van FEUILLETON. 2) EEN PLEZIERTOCHTJE, door Hans Ho f f in a n n. Hierop drukten de beide mannen elkan der stevig de handals tot eene stellige gelolte dat zij over het leven van het aanhunne plichtsbetrachting toevertrouw de menschenkind zouden waken als over hun eigenen dat zij dus in de eerste plaats alle gevaarlijke overhaasting ver mijden zouden. Met dien verstande be gaven zij zich terstond naar de wachtka mer en dronken daar onder ernstig zwij gen een glas bierzonder evenwel hunne van vreugde stralende oogen al te wen den van den beschermelingdie het sie raad van hunne huidige reisonderneming uitmaken zou. Toen verdwenen zij we der, elk op zijnen post. Den jongeling was het uitermate wel om het hartin de vredige eenzaamheid van dit spoorwegstation, dat voor zalige geesten leek gebouwd. Zoetelijk mijme rend verzonk hij al dieper en dieper in ziclizelven. Hij zag niet meer het kleine stations gebouw hij zag niet meer het zonnige kiezelpleintje er vóórniet meer het lom merrijke' tuintjedat daar naast door eene vriendelijk zorgende vnenschenhand voor onbekende wezens was aangelegd. Zelfvergeten tuurde hij naar de andere zijde over de verre landouwen wegdie zalig lagen te droomen in de zondags stilte. Een half uur mocht er zóó vervlogen zijn toen hij eindelijk zich begon te ver wonderen, dat de trein nog niet afgere den was: want de tot vertrek bepaalde ure had reeds lang geslagen. Hij stak het hoofd uit het raam, en bespeurde nu tot zijne overgroote verrassingdat het station inderdaad verdwenen was en dat aan beide kanten het open veld zich uitstrekte. En bij zeer zorgvuldig oplet ten deed hij ook de waarneming, dat de naastbij gelegen deelen van het landschap zich langzaam bewogendat er elke vijf minuten een telegraafpaal zachtkens voor bij zijn venster gleed ja dat mijlsteenen, boomen baanwachtershuisjes en andere voorwerpen mede aan die langzaam glij dende beweging deel namen. Bij gevolg kon hij niet meer weerstand bieden aan de overtuigingdat de trein sinds gerui- men tijdvermoedelijk zelfs al sedert het plichtmatig voorgeschreven halve uur, zich in volle vaart bevond. Tot verdere bevestiging dezer waar neming besloot hij echter ook de hulp van het zintuig des gehoors in te roepen en werkelijkdaar hoorde hij onder zichals uit de diepte van eene berg- schacht opstijgendeeen zachtgeheim zinnig rollenhetwelk slechts in het om wentelen der wielen over de rails zijne verklaring vinden kon. Inderdaad, het leed thans geenen twij fel meer: de stoomkracht arbeidde, de trein bewoog zich voorwaarts. Hij rolde rolde rolde langzaam lang zaam moede moede.En allengs- kens ontwikkelde er zich uit dit rollen voor het oor des luisteraars eene zekere melodieaan wier eentonig zaclitendreun zich van zelf de eentonig herl aaide tekst woorden vastknoopten Pauline Pauline de stille Pauline Pauline Pauline de stille Pau line de stille Pauline Pauline Pauline En hoe langer hij toeluisterdedes te langzamer en moeder dreunde hem de zachte wijs in do oorendes te sleepen- dcr leek hem het rollen der wielendes te trager het voorbijzweven der telegraaf palen en boomen. Hoe langzaam hoe langzaam toch ging die zoo hoopvolle spoorwegreis naar het geluk 1Hij kwam op het denkbeeld van uit te stappen en óf den trein voor uit te loopenöt door duwen of trekken den gang er van eenigermate te versnel len. Maar ziel de traagheid der wielen had iets aanstekelijkshij kon zich niet er toe brengen, zijne ledematen in be weging te zetten en dus bleet hij ach terover geleund zittenal maar heentu- rend in het zonnige verschiet. Pauline Pauline de stille Pauline de stille Pauline Pauline Pau line Soms, wanneer de trein eenen land weg kruiste en daarop binnen het bereik van het menschelijk gezichtsvermogen een rijtuig te ontdekken viel, deed de locomotief een vaderlijk waarschuwend gefluit hooren waarop dan de ge waarschuwde koetsier of voermanwan neer hij niet meer dan eenen steenworp verwijderd was, zijne paarden een wei nig aandreef, ten einde nog vóór den trein over de spoorbaan heen te rijden. Dit gemoedelijkeals voor zichzelven om verontschuldiging vragende gefluit was het éénige meer krachtige geluid, dat af en toe de zonnige voormiddags stilte kwam storen. Opeens bespeurde onze reiziger links van den spoorweg weder een met roode pannen gedekt gebouwtjemet een afdak er vóór en een tuintje er naasten daar dit alles, onder nauwlettende waarneming gedurende vijf minuten niet van plaats veranderde met betrekking tot zijne oogen, zoo maakte hij de gevolgtrekkingdat de trein bezig was stil te staan. Deze gevolgtrekking werd bevestigd door het verschijnen van den conduc-

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1