meen bekend staat onder den naam van „engelma kerij" doch van welker omvang en eigenlijk karak ter nog maar weinigen een juist denkbeeld hebben. Eenigen tijd geleden las men in de dagbladen van de vreeselijbe schandalen die te Warschau aan het licht zijn gekomen, waar tal van kleine kinderen hun leven lieten in de handen van hebzuchtige monsters menschen genaamd. Bij die gelegenheid vernam men tevensdat het niet moeilijk zou vallen ook in ons land, en wel te Utrecht, eene dergelijke, misschien op minder groote schaal ingerichte doch niet minder onmenschelijke inrichting te vindeu. Alles wat tot heden over die afgrijselijke industrie bekend was wordt echter overtroffen door hetgeen mr. Benjamin Waugh in een Engelsch tijdschrift over de „Baby farmers", waartegen hij sedert lang een kruistocht heeft on dernomen mededeelt. Het zijn tal van feiten, in hun eenvoudige waarheid des te verschrikkelijker om te lezen. In Engelsche dagbladen leest men geregeld annon ces van dezen inhoud„Een man en eene vrouw bie den zich aan om de zorg van een kind op zich te nemen," of: „Aangename woning voor een klein kind buitengewone zorg en verpleging, gezond huis." Hoe 2ulk een gezond en aangenaam tehuis er uit ziet en welke zorg zulk een man en vrouw voor de hun toevertrouwde kinderen dragen, blijkt uit de volgende beschrijvingdoor mr. Benjamin Waugh van een Baby farm of engeltjesmakerij gegeven. In een benauwd achterkamertje van eene armoedige arbeiderswoning, nauwelijks geschikt als kolenhok, vonden vijf kleine slachtoffers van eene dier „liefde volle" verzorgsters eene verblijfplaats. Op den grond kropen en spartelden twee kindertjes in hun vuil rond twee andere waren in oude stoelen vastgebon den terwijl de vijfde in een versleten mand lag. De stank in het kamertje was zóó afschuwelijk, dat een volwassen man bij het openen der deur onpasse- lijk werd. Hoewel drie ervan nagenoeg twee jaren oud warenkonden ze nog niet loopeneen kon met moeite aan een stoel staan. Ondanks de koude van de maand Maart was er geen vuur aan. Van behoorlijke kleeding was geen sprakeeenige onde flanellen lappen en vuile versleten hemdjes was al wat de kinderen hadden ze zagen er slechtbleek en akelig mager uit, en waren zelfs te zwak om te schreien. Eeu had er bronchitiseen ander was ge heel krom gegroeid en de overige hadden Engelsche ziekte alles tengevolge van hunne slechte behandeling. In het geheele huis was geen kruimel kindervoedsel voorhanden. De vijf arme kleinen werden onder beter toezicht maar 't was te laatallen waren ongeluk kig voor hun leven terwijl er twee in het hospitaal stierven. Weinig, zegt mr. Waugh, is er aan te doenom deze ergerlijke misbruiken tegen te gaan. Het kind kan niet klagen de politie wordt niet onderricht, 't Zou alleen de kindermoordenares zelf zgndie bij de lijkschouwing inlichtingen geven kon waarvoor zij zich natuurlijk wel wachten zal. Bp gebrek aan bewijs van moord is haar gedrag niet strrfbaar. Tusschen Oakland en San Franciscoin Californië heeft een vreeselijk spoorwegongeluk plaats gehad. Doordat men vergeten had een brug te sluiten stortte een stampvolle trein gedeeltelijk in zeemet het treu rig gevolgdat ruim twintig reizigers verdronken. Omtrent eene poging tot moordte Belgisch Cauter op een kind gepleegdmeldt het liulsterblad het volgende „Zekere S., ongehuwde moeder van een eenjarig kind zou in het huwelpk treden met een persoon meest bekend onder de bijnamen de Hoorn en de Klam per, een zoutsmokkelaar te Meerdonck. Het kind scheen echter een hindernis voor het huwelijk te zijn daar hg verklaard zou hebben niet voor eens anders kind te willen werkenhet moest dus eer3t van kant. Van de afwezigheid der moeder gebruik makende, heeft hij het kind genomen en was reeds bezig zijn snood plan te volvoerentoen op het geschreeuw eene buurvrouw binnenschootwaarop hij het kind losliet en de vlucht nam. Een dadelijk geroepen ge neesheer bevond dat een armpje van het kind twee maal en een beentje was gebroken terwijl het ge heele lichaampje en vooral het onderlijf deerlijk had geleden. Het kind is echter nog in leven. Het par ket van Dendermonde is ter plaatse geweesten heeft onmiddellijk bevel tot gevangenneming tegen den da der uitgevaardigd. Der politie is het nog niet kun nen gelukken hem in handen te krijgen." Naar men ons mededeelt, bestaat er kans het kind, hoe deerlijk ook mishandeld in het leven te behouden. De dader, een Belg, moet zich in ons land bevin den. Volgens onderzoekingen van dr. Dehio te Dorpat kan het regelmatig gebruik van alcoholische dranken uiet samen gaan met aanhoudenden geestesarbeid. Wel verdrijft de alcohol voor eenige oogenblikken de zor gen doet den gebruiker de hinderpalen lichter schat ten, maakt hem moediger, brengt hem soms tot waaghalzerijdoch verhindert een geregelden gedach- tenloop. Daarentegen houdt de thee ons wakker en helder, vergemakkelijkt ons de oplossing van moei lijkheden en doet ons dorren arbeid met beter zenden. Hij legde haar precies uit, wel ken weg hij heen en terug zou nemen, opdat Flourou dien duidelijk aan Liakos zou kunnen beschrijven. Ronduit gezegd was dat alles vrij overbodig, daar zij elkaar noodzakelijk moesten tegenkomen, indien zij niet met opzet schuilevinkje gingen spelen. Desniettemin bleet Pla- teas zoo lang hierover zeurendat de oude meid eindelijk haar geduld verloor en uitriep „Ja, ik weet het al! ik weet het al!" Het was een zeer ongewoon verschijnsel bij haar, dat zij tweemaal dezelfde woor den achter elkaar zei. Op de Waporia was geen levend we zen te ontdekken, zoodat de heer Pla- teas zich ongestoord aan zijne gedachten kon overgeven. Om de waarheid te zeg gen, was de loop dier overpeinzingen niet zeer geregeld. Altijd maar weer hetzelfdeHij ging echter ditmaal zoo in zijne gedachten opdat hij dien dag geen enkelen regel uit Homeros aan haalde. Hij voelde zich volstrekt niet op zijn gemak, en indien die toestand zoo moest voortdurenzou hij naar alle waarschijnlijkheid krasser werken dan de geforceerde wandelingen en de koudwa terkuur. De dikke leeraar zou onge twijfeld wei mager zijn geworden. Liakos kwam nog maar nietEen oogenblik kwam het denkbeeld bij Pla- teas op, hem te gaan zoeken. Maar waar? Had hij daarenboven niet beloofd dat hij zou komen? Dientengevolge had Flourou bijzondere orders voor het avond eten gekregenJa, hij moest komen Maar waarom kwam hij dan niet? Wel twintigmaal liep Plateas de Waporia op en neerterwijl hij telkens weer in de richting van zijn huis keekmaar er was schijn noch schaduw van Liakos te bespeuren. Eindelijkja eindelijk zag hij hem in de verte aankomen! „Nu? Hoe is het? Ja of neen?" vroeg hij hem, toen zij vrij dicht bij elkaar waren. „Beste vriendlaat mij nu eens even tot adem komen." De wijze waarop zijn vriend de vraag tot hem gericht had, deed den heer Lia kos eenigszins ontstellen. Hij vreesde, dat een weigerend antwoord hem aangena mer zou geweest zijndan het tegen overgestelde. „Zou hij al berouw hebben P" dacht hij bij zichzelven met nieuwe bezorgd heid. Hij stak zijnen arm vertrouwelijk door dien van zijnen vrienden wandelde met hem op en neer, terwijl hij trachtte hem gerust te stellen door zijne eigenliefde te streelen. „Gij behoeit niet bang te zijn. Het is geen zottinnetje. Zij heeft genoeg gezond verstand. Zij zal uw aanzoek bepaald als eene groote eer beschouwenen zij zal zich gelukkig achten, dat zij zulk eenen goeden man krijgt." „Nu ja J" zeide Plateaswat minder zenuwachtig dan te voren, „zeg mij lie ver eens, hoe het met de zaak staat. Wat hebt gij in dien tijd gedaan Liakos begon zijn verhaaldoch ver telde zijnen vriend niet alles. Hij ver zweeg de onvriendelijkheid van Mitro- phanishij sprak met geen enkel woord over de lachbuien zijner nicht. Hij wist op zoo behendige wijze te laten uitko men hoe noodig hare tusschenkomst was dat Plateas zich geen oogenblik er tegen verzette. En zoo was dan nu de zaak in handen zijner nicht, die beloofd had Lia kos eene boodschap te zenden ten huize van Plateas, om den uitslag harer pogin gen te doen weten. Dit was, in het kort, de inhoud van wat zij verhandelden; maar de vragen van Plateas en de bijzonderheden, die Liakos nog herhaaldelijk had mede te deelen maakten dit gesprek langer dan noodig was, zoodat de schemering reeds begon te vallentoen de beide vrienden naar huis terugkeerden om den avond- disch van Flourou alle eer aan te doen. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 4