No. 45. Woensdag 4 Juni 1890. 13e Jaargang, Dit blad verichijnt lederen Woensdag en Zaterdag De prijs per halfjaar f O oO, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIE*! voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Lhenataanvragen wordengeplaatsttegenö eeat en Advertentiën tegen 6 cent per regel (ïroote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der- zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, nitgezonderdDienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent. NEDERLAND. Een jongen moest Donderdagavond in de Sarpha- tistraat te Amsterdam zijn lust tot dierenplagerij met den dood bekoopen. Onverwachts sloeg hij een paard dat door een boer geleid werdmet een stok. Het beest sloeg met de pooten achteruit en trof den knaap tegen het hoofd zoodat hij dood ter neder viel. Verleden week Dinsdag had een gelijk geval, eveneens met doodelijken afloopin de hoofdstad plaats. In eene beschrijving van Schiedam, door het Ame- rikaansch blad the Morning Journal openbaar ge maakt, wordt medegedeeld, dat de werklieden iu de jeneverstokerijen recht hebben op 40 borrels daags, die elk zoo groot zijn als de inhoud van een cham pagneglas. Al die jenever is zuivere alcohol. Wan neer het werk afgeloopen is, gaan de werklie den voort met drinken en daaraan neemt hun ge- heele gezin deel. Toen eens de branders het dagelgk- sche rantsoen wilden verminderen brak er opstand uitdie slechts eindigdetoen de patroons toegaven. Amerikanen houden van overdrijving. Uit New-York wordt omtrent de Holl. haring ge schreven „Het is nog niet lang geleden,, dat de Holland- sche haring alhier steeds de hoogste markt bedong, hooger dan Noordsche en Schotsche. Een koopman alhier voerde Schotsche haring in, doch voorzichtig heidshalve in tonnen met Hollandsch merkwelke waar gretig afnemers vond. Later ging hij een stap verder en nu bracht bp het zooverdat vele huizen alhier de zuivere Schotsche haring prefereeren boven de eertijds beroemde Hollandsche. In het belang van den handel en de Nederl. visscherijen ware het te wenschen dat door het zenden van zuivere fijne Holl. haring de toestand veranderde en de Holl. ha ring haar ouden roem handhaafde. Bij kon. besluit is pensioen verleend aan H. J. Reisingergowezen bewaarder in de strafgevangenis te Goes, ten bedrage van f274 'sjaars. UIT DEN VREEMDE. Evenals vorige jaren wordt door het gemeente bestuur van Antwerpen weder een „bestendig festival" georganiseerdte houdeu iederen Zondag gedurende de a. s. zomermaanden Juli, Augustus en September, en waartoe de deelneming gevraagd wordt van alle muziek- en zanggezelschappen. Aan de deelnemende gezelschappen wordt het recht geschonken te loten naar de premiën in geldswaarde, die beschikbaar gesteld zijn en die te zamen de som van ruim f 2500 beloopen. Het vorig jaar had de Goesche harmonie het ge luk den prys van f 250 te trekken. Er zijn misdaden strafbaar voor de wet en andere, veel verschrikkelijker, die buiten de macht van den burgerlijken rechter vallen. Tot deze laatste schijnt de afschuwelijke industrie te behooren welke alge- FEÜILLETON. 12) DE LEELIJKE ZUSTER. Uit het oorspronkelijke Helleensch van D. Bike las, Ver t. door dr.N. J.Beversen. En. toch kon mijnheer Plateas zich niet inhouden. Het was hemof hij zou stikken, als hij niet praatte. Maar daar hij de zaak niet regelrecht dorst aan roeren, nam hij, als een echt diplomaat, zijne toevlucht tot omwegen, en zocht op behendige wijze het gesprek van eten op trouwen te brengen. „Flourou", zei hij, „het vleesch is te gaar." Flourou antwoordde nietsmaar keek naar de zonom te laten ziendat de fout niet aan haar lag, maar aanharen mijnheer, die te laat was gekomen. Deze zwijgende verdediging schrikte den leer- aar niet af. „Over het geheel", zoo begon hij baar.' „was het eten vandaag oneet- „Maar gij hebt alles toch maar sma kelijk opgepeuzeld." Flourou zocht in dergelijke gevallen altijd een wapen in dit onomstootelijke argument. Gewoonlijk lachte Plateas danen zeide, dat hij eenvoudig gegeten had, omdat hij honger had en niet om dat het eten lekker was. Ditmaal werd hij boos, niet zoozeer om het antwoord op zichzelf, maar omdat hij juist van daag allerminst het recht had om laag neer te zien op de kookkunst van Flourou. Doch hoe het ook zijdoor zijne boosheid was hij vergeten hoe hij het gesprek op het huwelijk zou brengen, en hij ging zonder een woord te spreken voort met eten. Maar toen Flourou afnam, ontdekte hij plotseling eene nieuwe gelegenheid om te zeggen, wat hem op het hart lag. Voor de eerste maal bespeurde hij in het tafellaken een groot gat, dat er reeds lang in was. „Kijk eens!" zei hij, terwijl hij zijnen vinger in het gat stak. „Dat is me ook wat moois! Er is hier eene vrouw des huizes noodig! Er zit niets anders op: ik moet trouwen!" Flourou haalde de schouders opals of zij wilde zeggen: mijnheer is aan het malen „Heb je mij goed begrepen? Ik wil trouwen." Flourou lachte. „Waarom lach je? Het staat als een paal boven water: ik ga trouwen." De oude keek hem aan, alsof zij niet wist, hoe zij het met hem had. „Zeker! ik ga trouwen! ik neem eene vrouw!" „Wie zou u willen hebben vroeg Flourou. „Wie mij zou willen hebben riep de leeraar uit „wie mij zou willen heb ben Verontwaardigd over deze onbehoor lijke onderstelling, wilde hij Flourou verpletteren door de kracht zijner wel sprekendheid, maar hare onaandoenlijk heid deed zijne tong verstijven. Toen hij weer van zijne verbazing bekomen was, ging hij naar zijne kamer zonder een woord verder te spreken. Daar kwam zijn toorn tot bedaren, maar herhaal delijk kwamen hem de wreede woorden van Flourou voor den geest, en hoe meer hij er aan dacht, des te meer scheen het hem toe, dat zij niet geheel en al ongelijk had. Hij herinnerde zich, hoe dokter Liakos hem eerst verzekerd had, dat hij zich hem nooit als getrouwd man kon voorstellenhij herinnerde zich de uitvluchten van Mitrophanis. En dan Liakos kwam nog maar niet terug! Waarom zou hij zoo lang wegblijven? Als het voorstel was aangenomen, zou hij zeker wel dadelijk het antwoord ge bracht hebben. Zoo ingewikkeld was de zaak toch niet! Ja of neen? Blijkbaar was het antwoord „neen", en Liakos maakte natuurlijk geene haast om die slechte tijding over te brengen. Wat was hij toch eigenlijk dwaas geweest, zich aan een blauwtje bloot te stellen! Het was allerdomst!.... Maar neen,hij had zijnen plicht gedaan: hij had zijnen redder bewezen, hoe oprecht zijne vriend schap was en tot hoe ver zich zijne dankbaarheid uitstrekteMaar waar om talmde Liakos toch zoo? Waarom haastte hij zich niet om hem uit de on zekerheid te helpen, waardoor hij gekweld werd? En elk oogenblik keek hij opzijn horloge, en verbaasde er zich over, dat de wijzers zoo langzaam liepen. Het uur kroop! Hij stond op, ging weer zitten, keek uit het venster maar wie er kwamgeen LiakosHij probeerde wat te lezen, maar hij kon er zijne gedach ten niet bij houden. Hij sloeg het boek dicht. Welk eene kwelling! Daarbij kwam nog, dat het uur zijner dagelijksche wandeling naderde. Mijnheer Plateas zat als op heete kolen. Hij kon het niet langer uithouden, daar in huis zijnen vriend af te wachten: hij besloot uit te gaan. Maar hij wilde zich toch niet al te ver verwijderen, en beperkte zich dus heden tot zijne vroegere wan deling. Hij zou slechts tot de Waporia gaan. Hij riep Flourou, en zeide, dat hij niet lang zou uitblijven. Als in den tusschen- tijd de heer Liakos hem kwam opzoeken, moest zij hem maar naar de Waporia

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1