No. 35. Woensdag 30 April 1890. 13e Jaargang. Dit blad verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0 50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijkache kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENT1EN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 nnr te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienstaanvragen wordengeplaatsttegenö cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Groote Letters en Afbeeld, naarplaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderdDienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent. KEOERLAKD. De commissaris des konings in Zeeland heeft bepaald, dat de aflevering van de by de nationale militie, voor de lichting van dit jaarin te lijven manschappen uit de gemeenten dezer provincie zal geschieden op de plaatsen, dagen en uren hierna vermeld. Ie. Op Maandag 5 Mei te Middelburg op de boven- voorzaal van het raadhuis, des voormiddags te 10 uren allen uit de verschillende gemeenten dezer pro vincie, die zich voor de zeemilitie hebben aangemeld. 2e. Op Dinsdag 6 Mei te Middelburg op de boven- voorzaal van het raadhuis: des voormiddags te 9 uren die der gemeentenge legen in Walcheren, uitgezonderd Vlissingen, des middags te 12 uren, na aankomst derZeenw- sche spoorboot, die te 9 uren van Zieriksee zal ver trekken, die der gemeenten, gelegen in Schouwen, Duiveland en Noord-Beveland. 3e. Op Donderdag 8 Mei te Tolen in het voorpor taal van het raadhuisdes voormiddags te 9 uren die der gemeenten, gelegen in de eilanden Tolen en St. Filipsland. 4e. Op Vrijdag 9 Mei te Goes op de Koopmans beurs aan de Markt, des voormiddags te 92/4 uren, die der gemeenten, gelegen in Zuid-Bevelanden die der gemeenten Bosehkapelle, GrauwHengstdijkHon- tenisseOssenisse en Stoppeldijk. Men schrijft nit Friesland: „Uit vele plaatsen in deze provincie zullen hon- derden arbeidersuit verscheidene gemeenten met hunne vrouwen Zondag a. s. naar Leeuwarden op trekkenter bijwoning van de groote provinciale mee ting over de beperking van den arbeidsdag. Vele stoombooten zijn er voor afgehuurd en de Staatsspoor weg geeft gezelschapsbiljetten af. Vele afdeelingen van den bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht heb ben in overleg met andere vereenigingenprogram ma's voor do reis vastgesteld. De vereenigingen van arbeiders worden in groepen deze weder in sectiën afgedeeldonder leiding van bestuursleden of andere daartoe aangewezen personen. Om den herbergiers die men zal voorbijtrekken bet bedienen gemakke lijk te makenzullen slechts 8 a 10 personen te gelijk de herbergen binnenkomen. Er zal voor wor den gezorgd dat alleen koflie of biergeen sterke drank zal worden gevraagd. Vereenigingen, die vaandels bezittenzullen deze medenemenmaar langs den weg niet ontplooien. Het zingen op den weg en eveneens te Leeuwarden op straat is volstrekt verboden." Aan goede voornemensom orde en regelmaat te handhavenontbreekt het alzoo niet. Als men zich daaraan maar weet te houden. Door de burgerlijke en militaire autoriteiten te Leeuwarden worden met het oog op de verwachte samenkomst van duizenden menschenuitgebreide maatregelen van voorzorg genomen tegen storing van de openbare orde. UIT DEN VREEMDE. De anarchisten, zoowel te Parijs als elders, willen niets FEUILLETON. 3) DE LEELIJKE ZUSTER. Uit het oorspronkelijke Helleensch van D. Bike las. Vert, door dr. N. J. Bever sen. „Och, altijd dezelfdenMijnheer die en mijnheer die. En de heer Plateas begon op zijne vin gers de peripatetische philosofen te tellen (zooals zij door hen genoemd werden, die altijd op het plein ronddrentelden), die hij ontmoet hadallen grijsaards oi ten minste van rijpen leeftijd, uitgezon derd één jonkman, die eene sterke nei ging tot het romantische had en zich verbeelddedat hij dichter was. „En geene dames vroeg Liakos op nieuw. „Wel zeker! Mevrouw die met haar troepje kinderen, en den koopman. wel, hoe heet hij ook weer. o ja, mijnheer Mitrophanis met zijne twee dochters." De heer Liakos kwam aldus te weten wat hij wilde wetenzonder zijnen vriend het verborgen doel zijner vragen te ver raden. De zaak was niet moeielijk. De heer Plateas bezat niet de scherpziendheid van Lynkeus, en zag niet verder dan zijn neus lang was. Hiertoe werkten ongetwijfeld zijne aangeboren oprecht heid en de eenvoud van zijn karakter mee. Daar hij nooit had kunnen veinzen of zeil iets kunnen verbergen, was hij er zeer licht toe geneigd om alles te ge- looven, wat men hem vertelde. De ge makkelijkheid, waarmee hij, elk jaar, op den eersten April, het slachtoffer zijner vrienden werd, was spreekwoor delijk geworden. Reeds vroeg in den morgen was hij op zijne hoede, doch zijne voorbehoedsmaatregelen waren niet in staat hem te redden. En indien hij lont rookkwamen zijne vermoedens altijd verkeerd uit. „Wel", vroeg de heer Liakos, „wat dunkt u er van, als we nog eens een eindje opwandelden?" „Om dezen tijd, mijn waarde!" „Tot de bocht van den weg." „Wel, ga liever met mij mee naar huis, om een lekker glaasje muskaat te drinken. Ik heb den wijn pas van Siphnos ontvangen. Ik kan hem je wel aanbevelen." „Als het op uitnoodigen aankomt, la ten we dan liever ddar gaan zitten, om de trissche zeelucht in te ademenen dan ga ik later met alle plezier mee om het product uit uw vaderland te proeven." En tegelijk wees hij op het beschei den koffiehuisdat een ondernemend speculant daar, pas eenige weken gele den, had geïmproviseerd, door eene niet al te groote ruimte te omheinen en er eenige tafeltjes en stoelen te zetten. De heer Plateas keerde zich om naar het koffiehuis, sloeg de oogen op naar de ondergaande zon, haalde zijn horloge voor den dag, keek hoe laat het was en zuchtte even. „Gij kunt met mij doen wat gij wilt", zeide hij. De twee vrienden richtten hunne schre den naar het ledige koffiehuis, tot groote blijdschap van den eigenaar, die haas tig kwam toeschieten om zijne diensten aan te bieden. De rechter wist het be hendig zóó te schikken, dat hij kwam te zitten met het gezicht naar den kant van Mana. De heer Plateas zette zich op den stoel vlak tegenover hem, met den rug naar het landschap en het gelaat naar de stad gekeerdniet zonder eenige ongerustheid over de gevolgen, die de avondlucht voor hem kon hebbeneene ongerustheid, die bleek uit het herhaalde huiveren zijner schouders en uit zijne overgroote zorg om zijne jas tot den hals dicht te knoopen. Zij begonnen te praten over verschil lende dingendie in betrekking stonden tot hunne dagelijksche bezigheden. Lia kos deed zijnen vriend telkens een nieuw onderwerp aan de hand, en beheerschte aldus het gesprek. Plateas redeneerde met steeds grootere opgewondenheid, terwijl hij tal van Homerische verzen aanhaalde. Toch ontging het hem niet, dat zijn vriend, in plaats van hem aan te kijken, terwijl hij sprak, zijne oogen steeds op den weg gericht hielden zich dikwijls terzijde boog, ten einde nog verder te kunnen zien tot de kromming. De heer Plateas volgde den blik van Liakos en keerde zich ook eenige malen om, ten einde van onder zijnen bril te weten te komen, wat het toch wel kon zijn, dat zoozeer de aandacht van zijnen redder trok; maar hij bespeurde hoege naamd niets en keerde zich weer om op zijnen stoel, om het gesprek voort te zetten. Eindelijk zag de heer Liakoswat hij wachtte. Zijne oogen schitterden, de gansche uitdrukking van zijn gelaat ver anderde en hij gaf zich zelfs de moeite niet meer om te veinzen naar de woor den van zijnen vriend te luisteren, die juist op dit oogenblik vol vuur een ver haal deed van eenen onlangs gevoerden haast Homerischen strijd tusschen twee geleerde professoren der universiteit te Athene. Maar toen Plateas zagdat Liakos onafgewend in de richting van Mana bleef staren, brak hij zijn verhaal af, lei zijne linkerhand op de tafel, om zich het omdraaien op den stoel wat ge makkelijker te maken, en maakte zich

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1