No. 33. Woensdag 23 April 1890. 13e Jaargang. Dit blad verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f O 50, franco per post f 0,90 waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag- Jen Vrijdagmiddag 12 nnr te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienataanvragen wordengeplaatsttegenö cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Groote Letters en Afbeeld, naarplaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderd Dienstaan vragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingenniet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent. iv e n e r l a ar d. Uit Kortgene schrijft men aan de M. Ct.: Het was eene gelukkige gedachte van de leden der landbouwvereeniging: „Landbouwbelang" in Noord- Beveland om ter opbeuring van de veemarkt te Kort- gene premiën uit te loven voor dengene die het grootst aantal stuks vee aanvoerten voor hem, die het meeste vee verkoopt. En dat ze succes gehad hebben, bleek op de Vrij dag alhier gehouden veemarkt maar al te goed. Niet minder dan 127 stuks rundvee27 paarden 6 scha pen en 6 varkens waren tentoongesteld, waaronder prachtige exemplaren. Dubbel jammer was het daar om dat het weer zich ditmaal zoo weinig bekom merde om de goede bedoelingen der landbouwers want de regen viel somwijlen met stroomen neder. Er was goede kooplust voor het rundvee voor paarden minder en er werden vrij booge prijzen besteed. De premiën van f10 voor het grootst aan tal aangevoerd vee en van f 5 voor hem, die daarop volgde, werden verkregen door de landbouwers C. de Kam en D. Remeijnse, beiden te Wissekerke terwijl die van f10, voor dengene, die de meeste stuks verkochtaan P. Groenewegen van Overschie tverd UIT DEK VREEMDE. De heer Boisset te Parijs hield dezer dagen eene lezing over een door hem uitgedacht nieuw stelsel van luchtvaart. Het nieuwe luchtschip dat hij wil vervaardigen zon hij naar welgevallen kunnen stu ren, doen stilstaan en doen dalen, waar en wanneer hij wil. Op den 17en Maart II. is de eerste tramweg in Transvaal geopendhij loopt van Johannesburg naar Boksburg. De staatssecretarisdr. Leydsdeed met den hoofdingenieur Verwey en den ingenieur Van Eelde den openingstocht mede, die in anderhalf uur volbracht werd. Dr. ChamberlandPasteur's eerste assistent, moet hebben uitgemaaktdat kaneel een geducht bestrijder van de typhus microbe is. Naar aanleiding hiervan maakt de Daily News onzen voorouders een compliment, die vele Hollaud- sche dranken met kaneel gereed maakten. Het Journal des Débats behelst een artikelwaarin de beweging tot afschaffing van de roode pantalons der militairen in Fraukrijk nn het rooklooze kruit in staat stelt, op veel verder afstand dan vroeger de soldaten in den oorlog te onderscheiden, bespottelijk wordtgemaakt. Het is volslagen oujnist, zegt de schrijver die zich tevens beroept op al de militaire bladen dat de opzichtige kleuren waartoe vooral het rood behoort „de kwetsbaarheid om het aldus uit te drukkender infanterie verhoogt. Indien dergelijke bewering geopperd ware geworden ten tijde, dat het geweer nauwelijks 400 meter ver droeg, dan zou het denkbeeld misschien ingang gevonden hebben. Maar nu erkend wordt, dat het ge weer van klein kaliber eene groote beteekenis heeft, FEUILLETON. 1) DE LEELIJKE ZDSTER. Uit het oorspronkelijke Helleensch van D. Bike las. Vert, door dr.N. J. Bever sen. De heer Plateas, leeraar in het Grieksch aan het gymnasium te Hermoupolis keerde terug van zijne gewone middag wandeling. Vroeger deed hij die wande ling steeds naar de zoogenaamde „Bapo- ria" (i), maar sinds men begonnen was den rijweg aan te leggen die, naar men zeide zich tot Chrousa zou uitstrekken, richtte de heer Plateas, in plaats van eiken dag viermaal rond te drentelen op de eenige wandelplaatsdie Hermou polis tot dusverre bezat, zijne schreden naar den nieuwen weg. Terwijl hij met de meeste belangstelling de werkzaam heden gadesloeg, strekte hij van week tot week zijne wandeling verder uit, daar ook van week tot week de arbeid aan merkelijk vorderdeen zijne collega's be weerden dat hij zoodoende bij slot van rekening, wanneer de weg klaar was, tot Chrousa zou wandelen. Maar juist op dat tijdstip oordeelden de conservatieve leden van den gemeenteraad de kosten voor den aan te leggen weg onnoodig en onpractisch vooral wanneer men lette op de inkomsten der gemeente, en dien tengevolge waren de werkzaamheden se dert eenige maanden gestaakt. De weg v as gevorderd tot den ingang der steen achtige vallei van Mana en tot dat punt strekte zich voor het oogenblik de dage lij ksche wandeling van den heer Pla teas uit. Redenen van gezondheid noopten den leeraar tot deze oefening. Aan zijn uiter- (1) Spreek uit: Waporia. lijk zou men niet gezegd hebben, dat hij zoo nauwlettend zorg moest dragen voor zijne gezondheid. Maar juist die over maat van gezondheiddie zich open baarde door eene gezetheid, welke steeds grootere afmetingen begon aan te nemen, was voor hem eene reden tot ongerust heid, die zijne voorbehoedsmaatregelen volkomen wettigde. Dat hij klein van gestalte was, deed waarschijnlijk den om vang van zijn lichaam grooter schijnen, dan hij in werkelijkheid was, doch ook zijn hals kwam met eenige moeite te voorschijn tusschen zijn boordje en zijne roode, gladgeschoren wangen rondden zich wat al te bol ter weerszijden van zijnen zwaren knevel. Kortom, de heer Plateas, die nu de veertig reeds achter den rug hadbespeurde niet zonder eeni ge ontsteltenisdat zijne gestalte sedert eenigen tijd eene steeds meer bolvormi ge gedaante aannam. Het is waardat hij zijne lenigheid nog volkomen had be houden en dat zijne kleine beentjes nog gemakkelijk hun gewicht torstendoch dit nam niet weg, dat, wanneer hij eenen metgezel op zijne wandelingen had, hij er zorg voor droeg het gesprek zoo te leidendat zijn makker het meest te praten had, wanneer het berg-op ging, terwijl hij zelf sprak, terwijl men daalde of op effen terrein was. Zijne dagelij ksche oefeningen hadden tot nu toe hem zijne gezetheid nog wel niet doen verliezenmaar ten minste een stokje er voor gestoken. Hiervan over tuigde de heer Plateas zichdoor eens in de maand op het douanenkantoor zich te laten wegen, waartoe de vrien delijkheid van eenen der beambten hem in staat stelde. Behalve de wandeling, had zijn dokter hem ook zeebaden aan geraden als middel tegen de zwaarlijvig heid. De meeste zijner vrienden, dokters of niet, hadden zich ten sterkste tegen dien raad gekant. Doch de heer Plateas behoorde tot den slag van menschen die onwrikbaar bij hun eenmaal geno men besluit ot in hun eenmaal gegeven vertrouwen blijvenzoodat noch de be tuigingen noch de ironische opmerkin- van hendie zeebaden als iets verster kends en dientengevolge als een middel dat juist de zwaarlijvigheid bevorderde, beschouwdenzijn plan vermochten te verhinderen. Gedurende twee zomers reeds had hij zeebaden genomen en zou ongetwijfeld daarmee zijn geheele leven zijn voortgegaan, hadde niet een vree- selijk voorval hem zulk eenen schrik aangejaagd, dat hij zich liever wilde blootstellen aan het gevaar van eenen dubbel zoo grooten omvang te krijgen, dan zich weer prijs te geven aan eenen dergelijken hachelijken toestand waaruit hij slechts gered werddank zij de kracht en den moed van den heer Liakoslid van de rechtbank. Zonder diens hulp zou de heer Plateas verdronken en deze geschiedenis niet geschreven zijn. Ziehier, wat er geschied was. De heer Plateas was geen zwemmer van den eer sten rang, maar kon ten minste boven water blijven en hield in het bijzonder veel van op den rug zwemmen. Op eenen zekeren zomerdag rustte hij allergenoe glijkst op zijnen rugvolkomen onbe zorgd en het verkwikkende gevoel van het lauwe zeewater had hem in eenen aangenamendommeligen toestand ge bracht toen hij eensklaps bespeurde hoe het water zich onder hem vaneenscheidde, gelijk het geval is, wanneer het plotseling door een zwaar lichaam gekliefd wordt en de golven klotsend tegen zijnen rug spoelden. Op hetzelfde oogenblik kwam het denkbeeld bij hem opdat dit eene haai moest zijn. Hij wierp zich haastig

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1