No. 28. Zaterdag 5 April 1890. Jaargang. P A S C H E S. Dit blad verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0 50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienstaanvragen wordengeplaatsttegenö cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie woTdt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderdDienBtaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent. Als het Paaschfeest gevierd wordtdan is de winter zoo goed als achter den rug. Men begint er zoo zachtjesaan over te denkeu, om de kachel te doen verhuizen naar den zolder en de winterkleeren op te bergen want de almanak heeft ons reeds vóór een paar weken verkondigddat de lente baar intocht gehoudeu heeft. Heel veel verandering heeft zij echter nog niet gebracht: na een paar zomersche dagen die als verdwaald schenen in het einde van Maart, kwam de waarschuwing uit het Noordendat men nog niet al te veel op die lieve gast moest vertrouwen. Zij heeft hare boden nog niet gezonden en als zij zelve is gekomen, dan is zij wel binnen geslopen, zonder eenig vertoon en met het bepaalde voornemen, om vooreerst nog weinig invloed uit te oefenen. Wij kunnen het gelooven, dat sommigen er aan gaan twijfelenof de lente wel ooit meer hare lie felijke gestalte hier wil vertoonen daar zij den winter eene al te lange heerschappij toestaat, tot hij in het langst der dagen plotseling door zijn' erfvijandden zomer, verdreven wordt. Maar toch, hoeveel grond er voor dien twijfel moge bestaan, wij willen ons nog niet aan hunne zijde scharenook al trof ons het verwijtdat wij iets als werkelijkheid aannemen niet omdat het zoo is, maar omdat wij het zoo gaarne wenschen. Het moge nog koud zijn en guur, de Noordenwind moge ziju' killen adem over alles doen gevoelende nachtvorsten mogen nog aan den winter doen denken, er is toch in de natuur zoo heel veel op te merken dat op een' milderen en beteren tijd wijst. Reeds be trekkelijk vroeg des morgens vertoont zich de zon en koestert met eiken dag in warmte toenemende stralen het aardrijk, om des avonds steeds later aan de kim men te verdwijnen. Sommige bloemen hebben het reeds gewaagd zich te ontplooien, andere staan op het puut haar omwindsel te verbreken en ofschoon de meerderheid zich nog wijselijk verborgen houdt, is het toch te zien, dat maar op enkele mooie dagen gewacht wordt, om de gansche natuur in een bruids gewaad te tooien. Wie een open oog heeft voor hetgeen er rondom hem gebeurt, kan niet meegaan met die twijfelaars, wier ziel zoo dor isdat zijuit behoefte aan over eenstemmingdie dorheid zoeken in alles, wat hen omringt. Want hij ziet, hoe de natuur herleeft en zich ontwikkelt en aanstalten maakt om al hare pracht ten toon te spreiden en daaruit put hg de overtuiging, dat wat hij hoopt en verwacht, komen moet. Als het Paaschfeest gevierd wordt, is het lente, 't Kan nog wel wat koud zijn, welnu, stook nw kachel nog wat op en trek uw winterjas nog eens aanmaar tochge gevoelt weldat er iets door de gehee'.e natuur is gegaan, dat u aangeuaam aandoet en eene nog heerlijker toekomst voorspelt. Ook al zijn de zwaluwen nog niet teruggekomen en kunt ge den leeuworik niet uit de hoogte zijn morgenlied hooren aanheffengo zijt immers overtuigd, dat elke dag u het eerste kan doen zien en het laatste hooien. Is het wonder, dat juist in den tijd, waarin de gansche natuur als verjongt, het Paaschfeest wordt gevierd? Wij behoeven de beteekenie van dat leest niet uiteen te zetteD. Wie in onze Christelijke maat schappij gevoelt die niet? Hij, de Verlosser, was opgetredenom den menschendie in de duisternis wandeldenhet licht te wijzeneen schat van liefde had bij over het menschdom uitgestort, ofschoon hij niet geschroomd hadhendie uit lage zelfzucht tegen ham optraden, met de scherpste roeden te geeselen. Maar zijn vijanden hadden hem weten ten val te brengen en de lijdensgeschiedenis nam een aanvang. Doch toen vooral deed die verheven ziel zich kennen in al hare grootheid, zelfs het vooruitzicht van den smadelijksten dood ontzette haar niet. Evenwel zou da juichtoon, door de overwinnaars aangehe ven, weldra verstommen; want het graf kon niet behouden, wat het reeds zijn eigendom waande. De opstanding was de zegepraal over den dood en de geestdie van hem was uitgegaandie eerst op den kleinen kring zijner leerlingen was overgegaan en weldra honderden en duizenden bezielde, die on sterfelijke geest zou zich eindelijk heerschappij ver werven over de gansche wereld Kon men een' beteren tijd bedenken om het feest der opstanding te vieren dan nu, wanneer de natunr, die in haar winterslaap als den dood nabij wasweder herleeft? Kou ooit de gansche omgeving de ziel van den meusch beter in harmonie brengen met de ge dachten, die aan het Paaschfeest ten grondslag liggen? Moge dan ieder, hoe hij ook gedrukt zij geworden en welk leed hij te torschen hebbe gehad, het hoofd weder opheffen en bemoedigd eene toekomst tegemoet gaan, waarin het heerlijkste hem wacht! NEDERLAND. Aan twee leerlingen der Ambachtsschool werden Donderdagbij het verlaten dier schooldiploma's uitgereikten wel aan P. L. Buitendijk voor hout bewerking en J. J. Sloover voor het smeden. Daar de eerste zich op het metselaarsvak toelegt ontving hij van het bestuur een schietlood, waterpas, winkelhaak en passer, terwijl de smid tot aanden ken een passerdoos kreeg. Uit het tentoongestelde timmer-, srnids- en teeketi- werk kon men zien, dat de jongens eene flinke op leiding hadden genoten. De uitreiking van de diploma's enz. ging gepaard met eene hartelijke toespraak van den heer J. J. Oeht- rnan, voorzitter dor vereeniging. Velen gaven van hunne belangstelling in deze plechtigheid blijk. Te Wissekerke (N.-B.) is Dinsdag jl. in eene verga dering van belangstellenden het plan besproken tot het oprichten eener vereeniging, wier leden, door aankoop in 't groottrachten zullen op de voordee- ligste wijze steenkolen in te slaan. De zaak vond genoegzameu, ook finantieelen steun, zoodat besloten werd een der besproken plannen na der te formuleereu. Ten einde aan het particuliere bedrijf geen ouuoodige schade te doen, zal met de meest belanghebbende kolenhandelaars aldaar in over leg getreden worden om te trachten overeenstemming .te verkrijgon tnsscheu hun belang en het belang der leden. De leden zullen wekelijks oen zeker bedrag iuleg- geu, in evenredigheid van de hoeveelheid kolen, die zij iu 't uejuar wenschen te ontvangen.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1