25.
Woensdag 26 Maart 1890. 13® Jaargang.
Dit blad verschijnt tederen Woensdag en
Zaterdag
De prijs per halfjaar f O 50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommerszijn h 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIEN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 cur te bezorgen bij den
nitg-ever J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dienstaanvragen wordengeplaatst tegen 5 cent
en Advertentièn tegen 6 cent per regel
Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, root den prijs yan vijftig cent.
A E D E R L A A* I>.
Op 1 Januari 1890 bedroeg volgens de officieele
opgaaf in de Staatscourant de bevolking van de
provincie Zeeland 201.667 personen, en wel 99.754
mannen en 101.913 vrouwen, tegen 99.877 m. en
101.970 v. of 201.847 personen in 1889. Alzoo is de
bevolking der provincie verminderd met 123 m. en
57 vr., of samen 180 personen.
Iu den loop van 1889 werden geboren 6848 kin
deren, 3571 van bet niann. en 3277 van het vrouw,
geslacht, terwijl stierven 1866 m. en 1790 vr., samen
3656 personen.
In de provincie vestigden zich 13527 personen
6745 m. en 6782 vr., terwijl 16899 personen vertrok
ken, 8573 m. en 8326 vr.
De bevolking Jer voornaamste gemeenten bedroeg
Middelburg 17109, Vlissingen 13538, Zieriksee 7061
Goes 6570 en Terneuzen 6278 personen.
Ged. Staten van Zeeland hebben vastgesteld het
door de gemeenten dezer provincie te dragen aandeel
in de lichting voor de nationale militie in dit jaar.
Voor zoover Zuid- en Noord-Beveland betreft is dit:
Baarland 2Borsele 2Ellewoudsdijk 2 GOES 19
's-Gravenpolder 4, 's-Heer Abtskerke 1, 's-Heer
Arendskerke 7's-Heeronhoek en Driewegen samen 2
Heinkenszand 4, Hoedekenskerke 4, Ierseke 7Kats
2Kapelle 5Kattendijke 3Kloetinge 3Kolijnsplaat
5, Kortgene 2, Krabbeudijke 4, Kruiningen 10,
Nisse 2, Oudelande 2, Ovezand 2, Rilland-Bath 6,
Wissekerke 7
Schore 3, Waarde 1, WemeldingeO
Wolfertsdijk 8.
Met machtiging van den minister van oorlog zal
op lo. April bij bet 3e regt. veldartillerie te Breda
een theoretische en praetische cursus geopend worden
voor burger jongelingen, die wenscben opgeleid te
worden voor boefsmid. Deze cursus beeft tot strek
king verbetering aan te brengen in het niet oordeel
kundige beslaan van paarden door particulieren.
Volgens het Vad. bestaat het voornemen, dat de
Maatschappij tot nut van 't Algemeen en de veree-
niging Volksonderwijs naar aanleiding van bet tot
stand komen der nieuwe schoolwet zullen samenwer
ken om de nadeelige. gevolgen dier wet voor het
openbaar onderwijs zooveel mogelijk te neutraliseeren.
Hoe prettig 't soms in gemeenteraadszittingen kan
toegaan, bewijst het feit, dat ergens in Nederland
een der raadsleden, op zijn horloge ziendeden voor
zitter toevoegde: „Nog teen minnute, burgemeister,
dan maak icb uch weer kwaod." Prettige verhoudin
gen erg in 't gemeentebelang{De N. Koerier.)
Te Drouwenerveen staat sedert eene maand een een
voudig, doch net buisje onbewoond, omdat menden
geheeien winter een lichtje boven de schuur had ge
zien. De eigenaar heeft thans zijn intrek genomen
in een zoden hutje op korten afstand van het andere
gebouw, dat, volgens zijne meening, spoedig eene
prooi der vlammen zal worden. Wel een bewijs, dat
FEUILLETON.
5) OE SCHAAKPARTIJ.
Eene Kerstvertelling van Wilhelm Jensen.
Zij wisten bovendien van elkaar, dat
zij beiden ouderloos en maagloos in de
wereld stondenen dit besef van een ge
lijksoortig alléénzijn had ongetwijfeld het
gevoel van vriendschap tusschen hen ge
voed en versterkt.
Zoo was, na eenen langen, zonnigen
herfsttijdeerst laat de winter aange
broken; en dit wel met eenen killen,
regenachtigen morgen, op welken hij haar
zonder regenscherm had ontmoet, zoo
dat hij haar de beschutting van het zijne
en tevens zijnen arm aangeboden had,
en haar tot aan de plaats harer bestem
ming had begeleid. In een deftig uitziend
huis, waar eene tante van haar woonde,
die zij dagelijks bezoeken moest, was zij
verdwenen. Hij bleef daar staanen zag
haar na. Nog voelde hij de warmtedie
haar arm op den zijnen had achterge
laten.
Maar opeens was hem daarbij iets dui
delijk geworden. Zij waren geene
kinderenzij waren niet broeder en zus
ter; en het was ook geene vriendschap
slechts het was liefde, die sedert lang
reeds heimelijk in zijn hart voor Erwine
gloeide, doch waarvan hij zich op dit
oogenblik eerst klaar bewust geworden
was. En aan den anderen kant hield hij
zichzelven voor de eerste maal vóór,
hoe zijbij al hare schoonheid en beval
ligheid, echt aristocratische trekken had
en altoos wel zeer eenvoudig, doch def
tig en in kostbare stoffen gekleed ging.
En hij hij was zoo arm, dat hij mis
schien niet eens zijne studie zou kunnen
voltooien en zijne toekomst was even
lichtloos als de grauwe winternevel om
hem heen.
Den volgenden morgen sloeg hij niet
den naasten weg door het ontbladerde
plantsoen naar zijn college in; bij ver
meed dien weg, en ging hem niet we
der. Wel kromp daarbij het hart hem
pijnlijk ineen, en eene schier boven-
menschelijke kracht poogde aan zijne
voeten de oude richting te geven doch
hij weerstond, en bleef de sterkste. Want hij
konwat hij wilde en hij wilde wat hij
moest, wat plicht en eer geboden.
Deze echter geboden niet, dat hij he
den niet eens over de bladzijden der
nuchtere pharraakologie mocht heen
kijken en den naam „Erwine" prevelen.
Want al verscheen bij dien zacht en
uitroep haar beeld in ai zijn^ liefe
lijkheid voor zijnen geest dat kon
haar toch niet schaden, en zij hoorde
hem toch niet!
Niettemin schrok hij thans. Als
een antwoord op den naam, die er over
zijne lippen kwam, werd er aan zijne
deur geklopt.
Het was evenwel slechts een dienst
man, die een klein pakket bracht en
weder heenging. Het pakje was inder
daad aan Wolfgang Wegerdanz geadres
seerd. Wie ter wereld kon er op den
Kerstavond zijner gedenken?
Een doosje kwam te voorschijn, en
daarin zat een eenvoudig gouden medal-
jonDit moest dan toch eene
vergissing, een verkeerd adres zijn.
Vermoedelijk was het voor eene dame
bestemdIntusschen drukte zijn
vinger onwillekeurig op het knopje
het deksel sprong open en een kreet
ontsnapte aan zijne lippen:
„Erwine!
Uit het inwendige van het medaljon
keek zij hem aan het borstbeeld
eener kleine, doch sprekend gelijkende
photographieHet bloed steeg hem
naar het hoofd. Ziedaar dus het ant
woord op het oogenblikdat zijne lip
pen haren naam hadden uitgesproken!
Er lag een gevouwen papiertje in.
Daarop stond het volgende geschreven:
„Ik dacht aan hem die heden avond
even eenzaam is, als ik. Het was zoo
schoon, ioen de boomen nog bladeren
hadden. Hoe kaal en treurig zijn zij thans.
Waarom is het winter geworden? Waar
om verschuilt zich de zon, alsof het nooit
weer lente worden mocht?"
De lezende sidderde van het hoofd tot
de voeten. Een antwoord was dit, ja!
niet alleen op zijn denken en spreken
maar op het kloppen van zijn hart. Het
hart van de afzendster van dit kleine por
tret klopte evenzoo het was bedroefd
over de ledigheid van het verlaten pad
onder de bladerlooze boomen het
sidderde mede het bad
Wolfgang Wegerdanz zag plotseling
kleine voetsporen in de sneeuw. Op
eene welbekende plek hielden zij op,
alsof een paar wachtende, zoekende
oogen daar hadden uitgekeken naar
iemand die niet kwam.
Morgen jamorgen zou het zeker
zoo wezen!
Als hij haar dan zwijgend zulk een
medaljon met zijn portret geven kon
ook met een briefje cr bij waarin hij
haar schreef, dat hij niet minder aan haar
had gedachten immer aan haar den
ken zou, maar dat hij haar op dien
weg niet weder had durven ontmoeten
omdat omdat het toch nooit zou
kunnen zijn
Werktuigelijk greep hij in den zaken
haalde zijne beur daaruit te voorschijn
Helaas! hoe vervloog de roes
der heerlijkste aando, ning voor het proza