der vijanden inrenden precies als Schierborn. Ve
len van hen bleven op het slagveldslechts bewaard
in de herinnering der weinigendie hen volgden
op de groote reis en met kloppend hart uitzagen
naar de koudekoele mailberichten. Andereu wisten
het hachje te bergen en vragen nu in Hei nieuws
van den Dag loopwerk of eene betrekkingdie hen
in staat steltalthans iets te verdienen.
Deze Schierkorn deze moedige en wakkere borst
heeft het witte balletje getrokken te midden van de
vele zwarte, die het noodlot te grabbelen geeft".
Ik herhaal het: afdingen op Sdrierhorn's welver
diende glorie wil niemand ook Nurks niet. Maar
toegevendat er op Sumatra's Westkust meer hel
dendaden verricht werden, dan waarvan de heer Den
Beer Poortugael op den gedenkwaardige» middag op
de De Ruyterkade gewaagdeis een eisch der bil
lijkheid! (A.v.p.)
„Vijftien borrels en 27 glazen bier vandaag van
de trappen gesmeten en nog niet in de olie", zie
daar een heldenfeit, waarop te Echt, in Limburg,
een rijpe zestiger zich dezer dagen durfde beroemen.
Op de maag van een nijlpaard zou die quanti-
teit wellicht nog minder invloed uitoefenen.
LIT li) EN VREEMDE.
Iu het Parlement van Manitoba (Canada) heeft een
der Fransche leden, om eene beslissing over zijn amen
dement verdaagd te ziennegen uur achtereen ge
sproken. Ten slotte moest hij het echter opgeven en
werd zijn amendement verworpen.
Zoo wordt ook elders de nationale tijd verpraat
en verkwist.
De houding der werkstakers te Liverpool en in de
omstrekenwaar hun aantal 250.000 bedraagt.is
zeer dreigend. Vijfhonderd soldaten zijn daarheen
gezonden. Twee duizend nieuwe werklieden zgn aan
gebracht om de werkstakers te vervangendie daardoor
nog meer verbitterd zijn. Ook voor Manchester heeft
het uitvoerend comité der mijnwerkers de algemeene
werkstaking uitgeschreven.
Wij kennen de eischen, die van heide zijden ge
steld worden, niet en kunnen dus over de al of niet
billijkheid van de uitgebroken werkstaking moeilijk oor-
deelen. Toch maakt het een komischen indruk te le
zen dat 500 soldaten gezonden worden om 250
duizend werkstakers in bedwang te honden.
Te Huanta in Peru gaat het bij de verkiezing van
eenen president der republiek niet rustig toe. De aan
hangers der beide candidaten werden handgemeen
een honderdtal menschen werd gedood en de stad
zelve geplunderd.
Dan gaat het in ons goed stadje kalmer toe: naar
sommiger meening wel wat al te rustig, nï. als die
kalmte 't gevolg is van lauwheid en onverschilligheid.
De keizer van Duitschland heeft met een span
Hongaarsche paarden, dat hij onlangs gekcckt had,
den weg van Berlijn naar Potsdamdie ongeveer
30 kilometer lang is in den tijd van 70 minuten
in draf afgelegd.
Als dat geen heldendaad van den Duitschen Kei
zer ismoet men het maar zeggenMaar in elk ge
val is zij onschuldig, wat niet gezegd kan worden
van de zoogenaamde heldenfeitendie den dood van
duizenden onderdanen ten gevolge hebben.
KERKELIJKE ZAKEN EN ONDERWIJS.
Men schrijft ons uit Hoedekenskerke:
Was het zilveren jubilé van onzen predikant, den heerW.
te Genipt, jl. Woensdag met algemeene sympathie gevierd,
jl. Zondag herdacht hij zijn 25 jarig verblijf in ons midden
kerkelijk, naar aanleiding van Matheus 13 v. 3. het laatste
gedeelte. De heer Te Gempt zeide o. a. dat hij in alles voor
zijne overtuiging was uitgekomen, dat hij daardoor velen van
zich vervreemd had, maar toch ook op geen rotsen had ge
ploegd, daar de aigeloopen week hem bewezen had, dat hij
in de gemeente nog vele vrienden en geestverwanten bezat.
Na toespraken aan het gemeentebestuur, kerkvoogden en
notabelen, den kerkeraad en de gemeente besloot hij zijne
rede met een toespraak aan het eerstdaags af te treden hoofd
der openb. school, dien hij als veeljarig vriend hoog achtte
en wien hij voor het overige zijner levensjaren van harte het
beste toewenschte.
Na het uitspreken van den zegen werd den jubilaris door de
gemeente Ps. 134 v. 3 toegezongen.
Te Borsele is tot predikant bij de Ned. Herv. gemeente
beroepen ds. F. P. Fokkens te Schelluinen; te Hardings
veld ds. j. Willemse te 's Heerenhoek.
De gemeenteraad van Hoedekenskerke heeft in hare
vergadering van jl. Vrijdag met algemeene stemmen op zijn
verzoek eervol ontslag verleend aan den heer M. Beneker,
hoofd der school aldaar.
ALLERLEI.
Op een natuurkundig examen vraagt de professor
aan den candidaatter zake van een vraagstuk over
gistingom hem wat op weg te helpen
„Kom, meneer, heeft u dan nooit eens een glas
half leeg laten staan?"
De candidaat, met overtuiging:
„Nooit, professor, nooit! Dat verzeker ik u!"
Verklaring van natuurverschijnselen.
Het volk, dat buitengewone en groot3che natuur
verschijnselen niet weet te verklaren, tracht toch
zich hiervan eene voorstelling te maken.
De oude Skythen meendendat de sueeuwvlokken
verloren en teruggewonnen goudstukken
en dus liet bij er terstond op volgen:
„Uwe uitnoodiging is allervriendelijkst
Indien het mij mogelijk is. Maar
stellig kan ik het u niet beloven."
„Nu, als ge zin mocht krijgen, dan
klopt ge maar driemaal met den knop
op de deur.''
De oude heer had gesprokende oude
heer was opgestaan en verdwenen, on
hoorbaar, alsof zijne voeten den grond
niet aanraakten en in zijne plaats
drong een ruwe windstoot, met dwarre
lende sneeuw beladen, door de deur
naar binnen.
Wolfgang Wegerdanz keek verward
rond. Was hij over zijn schaakbord inge
dommeld? Had hij gedroomd? Al de
gaslichten, ook dat waaronder hij zat,
waren uitgedraaid, en naast hem stond
de keliner, de hand reeds naar het
schaakbord uitstrekkend en hem aankij
kend met eenen blik, die duidelijk ge
noeg zeide wat er van hem verwacht
werd. Hij verstond dien blik, en verliet
mede het dezen avond zoo ongastvrije
en donkere lokaal.
Waarheen nu
Naar zijne kamer, om te studeeren,
zooals gewoonlijk. Wat anders?
Stellig toch zou hij aan de uitnoodi
ging van zijnen partner geen gevolg ge
ven. Indien hij verloor, had hij geen
goudstuk meer om te betalen. Tot de
eerste dagen van Januari moest hij met
de weinige marken in zijne beurs rond
komen. Daarom had hij zelfs bedacht
zaam elke verlokking tot eene mogelijke
kerstverspilling afgesneden, door zèlt te
zorgen, dat hij zijn geld niet vóór Nieuw
jaar kon uitbetaald krijgen. Bovendien
wekte de oude „baron" in hem eene
vage antipathie. In zijne verbeelding be
gon die zonderling te zweemen naar een
aangekleed en geëlectriseerd lijk, dat
als een automaat schaak speelde.
Het was inderdaad een afschuwelijk
weder. Op de straat draafde ieder, die
er iets te maken had, zoo snel moge
lijk voort, met de handen in de zakken,
den kraag tot over de ooren, het hoofd
naar den grond, half verblind door de
sneeuwjacht. Bij het omgaan van eenen
hoek liep een dienstmandie eenen spar-
reboom droeg, Wolfgang vlak tegen het
lijf, en de groene takken stieten hem
den hoed van het hoofd. Hij voelde
de scherpe naalden langs zijne slaapen
rook den hartsigen geur.
En dit verplaatste zijnen geest plot
seling in het verleden in zijne kinder
jaren in zijn eigen vaderhuis om
streeks den toenmaals ook voor hem
zoo blijden kerstmistijd. Ook zag hij daar
vóór zich maar nu in werkelijkheid
achter een venster eenen met hon
derd lichtjes getooiden kerstboom, en
duidelijk hoorde hij een groot gelach
en gejoel van kinderstemmen
Toen schudde hij zich eens, drukte zich
den hoed diep op het hoofd, en liep,
en liep, tot hij zijne woning bereikt
had en zijne drie trappen opgeklommen
was, en weder tusschen de vier muren
stond van zijne kille ongezellige studen-
tenkast.
Werktuigelijk met de vingers op het
glas trommelend, stond hij voor zijn ven
ster en tuurde over de wit besneeuwde
daken, op welke zijn hooggelegen ka
mertje hem uitzicht bood. Hoe de dichte
vlokken dwarrelden, hoe de noorden
wind gierde in den schoorsteen! Geen
sterretje aan den hemel. Boven het witte
lijkkleed op de aarde, boven het ver
blindende gewirwar der nederdalende
sneeuwniets dan het zwarteondoor
grondelijk zwarte zwerk, aan hetwelk
de lichten des hemels voor altoos leken
te zijn uitgebluscht.
Ja! de oude had wel gelijk: het was
een afschuwelijke avond voor den
eenzamedie geen licht en geene warmte
vond in gezelligheid, een afschuwelijke,
troostelooze avond
Wordi vervolgd.