Mo. 23. Woensdag 19 SVSaart 1890. 13® Jaargang. Dit blad verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f O 50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn h 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag- t Vrijdagmiddag 12 cnr te bezorgen bij der. uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 7500 Exemplaren. Dienstaanvragen wordengeplaatsttegenö cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, nitgezonderdDienstaanvragen. Adverteritiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Yerjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan aclit regels beslaande, voor den prijs van vijftig e 111. e i> i; a i, ai is. Goes. Aan de stemming voor een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd in onze gemeente deelgenomen door 471 kiezers. Het aantal kiezers bedraagt 640. Goes. In de jl. Vrijdag gehouden vergadering van de leden der hier bestaande Gymnastiekverenigingen, daartoe uitgenoodigd door den heer La Mottbe is besloten tot combinatie van de verschillende gezel schappen. De aanwezigen (38) verklaarden lid te willen worden van de opterichteu groote vereeniging, terwijl den afwezigen gymnasten (14) van dit besluit kennis zal worden gegeven en hun zal worden gevraagd, of ook zij bereid zijn lid te worden. Tot ontbinding der verenigingen ging men voor- loopig niet over. Bij kon. besluit is de lichting der militie van 1890 bepaald op 11000 man, waarvan 600 man voor den dienst ter zee bestemd worden. In de provincie Zeeland zijn ingeschreven 1825 personen en het opgelegd aandeel voor die provincie bedraagt 519. De moedige wakkere fuselier Schierhora, van wiens manmoedig gedrag wij inons vorigno. melding maakten, heeft waarlijk niet te klagen over de Amsterdammers. Een Piet Hein, huiswaarts keerende met den vetten buit van de Zilvervlootkon met niet meer jubel zijn in gehaald dan deze jongste ridder der Militaire Willems orde. Dank zij de luïdklinkende stem der perswas gansek Amsterdam ingelicht omtrent de welverdiende koninklijke verrassingdie den braven Duitscher wachtte. En toen de kloekekranige figuur daar met militaire stijlheidroerloos en krachtig stond tegenover den luitenant-koloneldie de taak der Be geering had overgenomen begon het „natiouaal-oran- gistische" bloed (als Piet Vluchtig zou zeggen) te leven en zou een anti-militarist op dat oogeublik er leelijk van langs gekregen hebben Men moet al bijster kil van harte zijn en eiken zweem van bawondering voorgoed uit zijn versteend gemoed hebben gebannen om op zulke oogenblikken niet „onder den indruk" te komen. Christina van der Wonde, met haar zilveren plakkaat op de borst, dat vurige stralen om zich heen schoot, scheen eene heldin eene echte Kenau Hasselaar van 't oude ras voor den geestdriftigen blik der opgewonden menigte. En de heeren courantiers deden al hun best om elke bewegingelk woord van den oud-gediende op te vangen wetende dat Schierhorn voor een paai etma len niet uit de monden des volks zou zijn. Het was inderdaad mooi en hartverheffend. Maar de heer Robertus Nurksdie altijd wat te vitten heeft en nooit kan tevreden worden gesteldzon bij deze gelegenheid gemopperd hebben „Dat is alles goed én wel. Maar ik zeg toch maar: je moet boffen om zoo „opgemerkt" te worden. Er zijn daar ginds in Atjeh jongens geweestdie vochten als leeu wen en met ware doodsverachting op de klewangen FEUILLETON. 3) DE SCHAAKPARTIJ. Eene Kerstvertelling van Wilhelm. Jensen. Na verloop van eene week ongeveer had de jonge student zichzelven aan zijnen zonderlingen partner voorgesteld, en deze had daarop met een kort hoofdknikken, een paar overstaanbare woorden gemom peld die vermoedelijk zijnen naam moes ten beduiden, doch op het oor van den jonkman niet den geringsten bepaalden indruk achterlieten. De kellner sprak den vreemdeling aan als „mijnheer de baron", doch wist, op Wolfgang's vra gen, verder niets, dan dat zijn voorgan ger hetzelfde placht te doen. Overigens voerde de man nog als eenen grond voor de hooge waarschijnlijkheid der juistheid van die adellijke betiteling het dagelijks als drinkgeld geofferde twintig-pfennig- stukje aan. Hierin lag tevens de zijde- lingsche toespeling besloten dat Wolf gang Wegerdanz vermoedelijk niet tot den vrijheerlijken stand behoorde. Middelerwijl bleef het onuitgemaakt, wie van de twee nu eigenlijk wel de sterkste speler was. Weken lang had de student weder reden gehad, zich zei ven daarvoor te houdenaangezien er zich in zijne beurs van lieverlede een sommetje van twee honderd mark in blanke goudstukken opeengehoopt had. Indien dit nog eene wijle zoo voortging, dan (dacht hij) zou hij van eene groote zorg bevrijd zijn, daar hij dan ongetwij feld het noodige geld zou hebben om ook het laatste semester van zijnen studie tijd te kunnen voltooien. Hij speelde wel niet daarom natuurlijk niet! Maar hij kon het niet helpendat die gedachte hem onder het spelen en bij het opstrij ken van zijne winst telkens weder door het hoofd ging. Intusschen waren dit slechts luchtka- steelen geweestwant in de jongst ver- loopen week had de student dag aan dag eene partij verloren. Zijn tegenstan der speelde in den laatsten tijd met eene ongeloofelïjke zekerheid, taaiheid en uit geslapenheid die meer op den weg van eenen inhaligen ouden schachcraar, dan van eenen „baron" schenen te liggen. En thans thansop dezen namiddag voor Kerstmis zat er nog slechts één goud stuk in Wolfgang Wegerdanz' beursje. Hij bemerkte niet, dat bijna al de overige gasten reeds het koffiehuis verlaten had den, maar speelde voort met een gloei end gezicht. Zijne partij stond eigenlijk niet kwaad ten minste, een beslist zwak punt kon hij nergens er in ontdek ken. Maar toch kon hij het gevoel niet van zich afschudden, dat hem een ver borgen gevaar bedreigde en dit gevoel had voor hem iets angstigs, iets beklem mends hij wist zelf niet waarom. Zijn partner zat daar tegenover hem als een oude, verweerde, van boven phantas- tisch met zwarte klitten begroeide boom stronk bij welken slechts nu en dan uit de beide oogholten een phosphorieke lichtschijn viel. Hij verroerde niets dan de lange, knokige vingers, om de figu ren te verzetten. Opeens zeide hij met heesche stem ennaar het scheenzon der de lippen te bewegen: „In vijf zetten mat!" Het bleek waar te zijn onvermijde lijk Plotseling bemerkte de jonge stu dent dat hij ondoordacht in eene hin derlaag geloopen was. Plij tastte ijlings in den zak en legde het twintig-mark stuk voor den winner neder. En terwijl hij dit deed, haalde hij ruimer adem: hij was werkelijk blijhet kwijt te zijn. Hij voeldedat het goud gedreigd had eene demonische macht over hem te verkrijgenhem aan het onschuldige schaakbord te verstrikken in de koorts achtige opwinding van den hazardspeler. Hij stond dan ook op het punt, den ouden heer te zeggen, dat hij van nu af door zijne studie verhinderd werd het spelen langer voort te zetten. Doch zie! tegen zijne gewoonte had de oude niet terstond zijnen stoel weg geschoven doch leunde met zijnen lan gen rug achteroverknipte sterk met de oogledenen verwaardigde zich voor de eerste maal tot eene uitingdie niet op het spel betrekking had. „Een griezelige avond", zeide hij „de beroerste van het heelejaar. Voor u ook?" Verrast door deze toespraak, antwoord de Wolfgang onwillekeurig het eerste wat hem op de lippen kwam: „Voor mij is hij net als elke andere." „Dat wil zeggen gij zijt een ver standig mensch en houdt u niet met malligheden op kaarsjes en lachen en wat dies meer zij De spreker stond thans opstak het goudstuk in den zak, knikte op zijne gewone manier met het hoofd, doch liet er op volgen: „Als ge lust hebt, dezen ellendigen avond met nog eene partij wat te be korten ik woon in de Wasserstrasse No 7. Een warm glas punch doet goed bij dit infame weder." De zoo onverwachts uitgenoodigde was zóó verbaasd, dat hij in het eerst slechts half stotterend: „Zekermijnheer de baron" ten antwoord gaf. Toen wilde hij zijn voornemen ten uitvoer brengen doch valsche schaamte fluisterde hem in, dat de ander waarschijnlijk wel optee- kening zou gehouden hebben van de m

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1