22.
Zaterdag 15 IVlaart 1890.
Jaargang.
Bij dit No. behoort een Bijvoegsel
MAAR AAMLE1DIMG VAM
VERKIEZING.
m
Dit blad verschijnt lederen Woensdag en
Zaterdag
De prijs psr halfjaar f O 50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENT1EN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij de:
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Üienataanvragen wordengeplaatst tegencent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
Droote Letters en Afbeeld, naarplaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Pi enataan vragen
Adverteutiën, als: Geboorte-, Huwelijks
Dankbetuigingen, niet meer dan ach
Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
ht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent#
bevattende het eenentwintigste Jaarverslag der Coöpe
ratieve Voorschotvereeniging en Spaarbank te Goes.
De kiezers in het district Goes zijn tegen Dinsdag
a. s. opgeroepenom een' afgevaardigde naar de
Tweede Kamer der Staten-Generaal te kiezen. Deze
buitengewone verkiezing moet plaats hebben doordat
een onzer afgevaardigden tot Minister is benoemd.
„Wien zullen wij kiezen" is de vraag, die velen zich
stellen en werkelijk is het voor iedereen niet even
gemakkelijk, om daarop terstond het antwoord te
vinden. Voor hen, die thuis zijn op staatkundig ge
bied, die de beteekenis kennen van de taak, waartoe
zij geroepen wordendie zich rekenschap kunnen
geven van de beginselen, die zij voorstaan, is het
geen bezwaar eene keuze te doen uifc de candidaten,
die worden aanbevolenmaar zou de meerderheid der
kiezers wel tot zulke ontwikkeling zijn gekomen?
Wij hopen, dat niemand zich beleedigd zal achten
dat wij deze vraag doen. Al is het waar dat som
migen gulgauw de bekentenis afleggen „ik heb er
geen verstand van", om daarmee hanae „volgzaam
heid" eeuigszins te rechtvaardigen of eene aangeboren
traagheid, waar het den arbeid van eigen onderzoek
geldt, te vergoelijken, velen toch zijn van mee
ning, „dat met het ainbt van zelf de bekwaamheid
komt", dat bij de toekenning van rechten het ver
stand om die nit te oefenenniet achterblijft.
Wij hopen eehter, dat de kiezers hoe langer hoe
meer mogen inzien, dat, nu zij het recht gekregen
hebbenom mede een' vertegenwoordiger te kiezen
op hen ook de verplichting rnst, om eene keuze te
doen die het meest in 's lands belang is. En om dat
uit te maken is zooveel kennis noodig, dat velen
zich niet hoeven te schamen, die niet te bezitten.
Maar daarom is het noodzakelijk, dat iedereen tracht
zich die mate van kennis eigen te makenwaartoe, nu
overal voor goed onderwijs gezorgd wordt, wel ge
legenheid bestaat en waarop, nu door de uitbreiding
van het stemrecht het politiek leven is bevorderd
wel hoop mag gekoesterd worden.
Het zal zeker vooreerst nog wel tot de idealen
blijven behooren, dat alle kiezers handelen met oor
deel des ocder3cheids, dat zij zelfstandig optreden.
En daar moet het toch heen. Wij bedoelen daar niet
mee, dat elk zich een eigen candidaat uitzoekt,
er moet tot op zekere hoogte eenstemmigheid zijn
maar wel, dat men zich volkomeu bewust is, wat
men doet, en daarvoor de verantwoordelijkheid kan
dragen.
En wat ziet men tegenwoordig gebeuren? Een
klein aantal personen.soms een enkelestelt iemand
als candidaat voor, geeft daarvan kennis in de nieuws
bladen en beveelt op alle mogelijke wgzen die can-
didatuur aan. Daarin steekt geen kwaadintegendeel
de voorlichting van bekwame mannen kan niet an-
FEÜILLETON.
2) DE SCHAAKPARTIJ.
Eene Kerstvertelling van Wilhelm Jensen.
Hij gat geen geluid meer, zoolang de
partij duurde, en speelde voortreffelijk.
Aanvankelijk achtte de jonge student
zich den ouden heer de baas te zijn:
doch van lieverlede kwam hij tot het be
set, dat deze integendeel sterker was dan
hij. Ten slotte evenwel won hij de partij
met inspanning van alle krachten. Zijn
tegenstander zeide niets, maar nam, ten
teeken, dat hij de vlag streekzijnen ko
ning tusschen twee vingers, en legde
hem lang uit op het schaakbord. Ver
volgens stond hij opzeide op heeschen
toon: „Morgen om dezen tijd revanche"
en ging zonder groeten heen.
Dit was nu wei eene ongewone manier
van doen, maar toch nog niet zoo iets
wonderlijks. Het bevreemdende voor
Wolfgang Wegerdanz echter was geweest,
dat de onbekende zijne beurs uit den
zak gehaald, daaruit een fonkelnieuw
twintig-mark-stuk gegrepen, en dit op de
tafel voor den student neergelegd had.
Het duurde een poosje, vóór deze laatste
begreep, dat dit goudstuk daar voor hem
achtergelaten was als speelwinsten daar
na schrok hij bij de gedachte, hoe hij
even goed de partij had kunnen verlie
zen, en dan de vreemdeling ongetwij
feld van hem eene zelfde grootdoenerij
zou verwacht hebben. Blijkbaar sprak
het bij dien ouden heer van zelf, dat
men om een twintig-mark-stuk speelt.
Ontwijfelbaar echter was dan ook nu dit
blinkende goudstuk Wolfsgang's recht
matig eigendom en indien hij het
niet opstak, clan zou het onfeilbaar zij
nen weg vinden in de portemonnaie des
kellnersdie er hoegenaamd geen recht
op had. Deze laatste overweging gaf
den doorslag, en deed den student be
sluiten het kopstuk des Keizers althans
voorloopig tusschen de weinige zilver
stukken in zijn geldtaschje in veiligheid
te brengen. Den volgenden dag immers
zou hij het kunnen teruggeven met de
verklaring, dat hij niet gewoon en ook
niet bij middelen was om schaak te spe
len om geld.
De volgende namiddag brak aan
en zieprecies op klokslag stond de won
derlijke speelpartner vóór hem. Hij
knikte slechts even, nam plaats en zette
de stukken op. Wolfgang stelde zijne
verklaring uit tot na afloop der partij
die evenals gisteren uitviel. Doch ter
stond na zijn hernieuwd verliezen stond
de oude op, legde zwijgend weder een
twintig-mark-stuk neer en was tusschen
de ander tafels en gasten verdwenen,
vóór de achterblijvende zijn voornemen
had kunnen ten uitvoer brengen.
Wolfgang Wegerdanz schaamde zich
een weinig voor zichzelven, want mis
schien had hij den moncl wel wat snel
ler kunnen opendoen, indien indien
niet het goud hem zoo wonderlijk had
aangeblikt. Wèl beschouwd was het
toch eerlijk verdiend en volkomen vrij
willig uitbetaald of liever, het stelde
hem in de mogelijkheid, het genoegen
van eene schaakpartij met eenen goeden
speler nog meermalen te smaken. Hij
kon eenvoudig wachten tot hij verloor,
en dan het geld zonder eenigerlei om
haal van woorden terugbetalen. En dus
nam hij zich voor, kalmpjes door te spe
len, totdat zijne winst wecler uit zijnen
zak zou verdwenen zijn. Dan was het al
tijd nog tijd genoeg tot eene verkla
ring. Of wel, hij kon voortaan dit kof
fiehuis vermijden en ergens anders in de
groote stad zijn anker laten vallen.
Werkelijk deed het gedachte geval zich
al spoedig genoeg voor. Den derden dag
verloor hij de partij. Hij trok zijne beurs
en legde met zekere plechtigheid, die
voor onverschilligheid moest doorgaan,
een der beide twintig-mark-stukken voor
den vreemdeling neer. Niettemin draal
den zijne vingers een vveinigjeen het
deed hem leed, het mooie geeltje te
moeten loslaten te meer nog, daar
de oude het met eene onbeschrijfelijke
geringschatting alsof het een koperen
penning ware, opstak, en er op zijn
gelaat niet het geringste teeken van
voldoening over zijne winst viel waar
te nemen. Terwijl hij op zijne gewone
manier verdweenkeek Wolfgang hem
even na, tuurde toen weder op het vóór
hem liggende schaakbord, en mompelde;
„Waarom zette ik ook den raadsheer
niet voor, zooals ik aanvankelijk wilde?
Dan had ik de partij gewonnen!".
Hij nam de proef er van en werke
lijk, ja, zóó, had hij onfeilbaar moeten
winnen. „Hoe dom!" En toen hij
nu het geld voor zijne koffie uit zijn
beursje nam, wierp hij eenen half be
droefden blik op het eenzame goudstuk
dat, van zijnen maat gescheiden, nu heel
alleen tusschen de dunne plooien der
portemonnaie lag te glinsteren.
Dit, gelijk gezegd, had reeds vóór
maanden zich zoo toegedragen en
sedert zaten die twee dag aan dagop
hetzelfde uur en aan dezelfde tafelover
hun schaakbord. Er werd nooit een enkel
woord tusschen hen gewisseld, dan at
en toe iets wat betrekking had op het
spel.
Wordt vervoigds