wmmm msmMM No. 13. Woensdag 12 Februari 1890. 13e Jaargang. Dit blad verschijnt tederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0 50, franeo per poat f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienataanvragen wordengeplaatsttegenö cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing dor- zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, nitgezonderdDienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig ceilt. NEDERLAND. Goes. Aan de loting voor de Nationale Militie op 22 Februari a. 8. zal door 72 personen worden deelgenomen waarvan 35 met redenen van vrijstelling. Aan de N. S. Ct. wordt uit Maassluis gemeld, dat bij de uitreiking van medailles en getuigschriften aan schipper Nieman en zijne manschappen toegekend door de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van schipbreukelingenbehalve de gouden medaille aan Nieman en de zilveren aan ieder zijner onder geschikten, hot Engelsche gouvernement aan eerst genoemde nog 10 heeft toegekend en aan elk der manschappen 5. Naar aanleiding van de omstandigheden dat van het bij Callantsoog verongelukte schip Loch Maidort (waarbij 30 man verdronken) behalve 2 personen ook een hond zich zelf het leven heeft gered door naar den wal te zwemmengeeft de heer N. van Albada te Valkoog in de N. Alkm. Crt. in overwe ging, om op elk schip een hond aan boord te ne men. Hij zegt o. a.„dat beest heeft dus branding, wind en weder getrotseerd. Had het slechts eene lijn van boord meegenomen wie weethoe velen er nog gered waren geworden Zeker is er geen dierdat zooveel scherpzinnigheidmoed en volharding bezit als een hond. Men wil hem in het leger gebruiken waarom zou niet ieder schip een of meer honden aan boord kunnen nemen en tot dat doel dres- seeren Aan elke reede landingsplaats of haven zouden proeven kunnen genomen wordendoor het beest met een touw in den bek of om den hals naar den oever te laten zwemmen, een touw of lijntje, dat door een licht beweegbare spil van boordzijde kon afloopen. Overal waar reddings-stations zijn zou men eveneens eenigè dezer diereu er op na knnnen hondenomin geval van noodeen tocht naar het geteisterde schip te ondernemen. Geen dier toch laat zich beter africhten dan een hond. Ofschoon niet meer in zoo ruime mate, worden, naar 't Vad. meldt, nog steeds vele oude 10- en 25-centsstukken vau 1824 en 1827 aan het Scheve- ningsche zeestrand gevonden. Men begrijpt uiethoe die oude specie thans daar aanspoelt, omdat de jaar tallen der muntstukken de onderstelling uitsluiten dat zij in den laatsten tijd zouden zijn verloren. Men ondersteltdat bij doorgaanden oostenwind bij het blootschuren van het zand nog meer bijzonders zal worden gevonden. In het Friesehe dorpje Kooten heeft zich een merk waardig geval van bloedvergiftiging voorgedaan. Een karvoerder aldaar wilde zijnen honden beschim meld brood geven. Hij sneed zich daarbij in deu vin ger en bracht vervolgens den mond zonder erg in aanraking met het beschimmeld voeder. Al spoedig begon de hand sterk te zwellen daarna ook de ge- heele arm. De geneesheer constateerde bloedvergif tiging en ried den lijder aanzich terstond naar Groningen te begeven en zich daar onder genees kundige behandeling te stellen. De man heeft aan dien raad nog denzelfden dag gevolg gegeven. UIT DEN VREEMDE. Als overtuigend bewijs, dat griep besmettelijk is, heeft dr. Proust in de academie voor geneeskunde te Parijs het geval aangehaald van het schip St. Germain uit St. Nazaire naar Vera Cruz bestemd. Dit vaar tuig hield te Santander op om een reiziger op te nemen uit Madrid waar de epidemie heerschte. Al len aan bocrd waren tot dusver volkomen gezond ge weest maar 4 dagen later werd de dokter aangetast en weldra kregen 154 van de 436 opvarenden de ziekte. Gelijk met een enkel woord gemeld is, heeft in de Llanereh-mijn bij Poutypool in Monmouth een ontploffing plaats gehad. Twee honderdvijftig mannen daalden te 6 uur in de mijn en omstreeks 3 uren later werden in een deel daarvan alle werklieden ge dood, terwijl een andere schacht versperd werd. Dientengevolge ondervonden zij die den ongelukki- gen te hulp kwamenomstreeks een uur oponthoud. Zoodra het puin was weggeruimd, werd het reddings werk aangevangen en werden de lijken naar boven gebracht. Omstreeks 80 man, die in een ander deel van de mijn aan het werk waren, ontkwamen ongedeerd, terwijl 20 gekwetst werden, sommigen doodelijk. Ongeveer 112 man worden nog gemist. Eenige uren nadat de werklieden in de schacht waren gedaald werd eene vreeselijke losbarsting ver nomen, die de grootste ontsteltenis teweegbracht. Van alle richtingen snelde men naar de opening der schacht. Vrouwen en kinderen liepen dooreen in den grootsten angst over het lot van man en vader. Zoo hevig was de schokdoor de ontploffing veroor zaakt, dat het bovenwerk der mijn verplaatst werd. Dadelijk ging men aan het werk om den toegang vrij te maken en weldra daalden hulppartijen in de mijn. Spoedig kwamen de eerste lijkensommige af schuwelijk verminkt. Uit de buurt werden zieken- baren gehaald voor de gewondenwaarvan er enkelen stierven, toen ze den bovengrond bereikten. De ontploffing schijnt te zijn geschied in de zooge naamde Cook's Slope, een 1000 el lange kruisgalerjj. Eenige maDnen waren daar aan het werktoen plotseling eene groote hoeveelheid gas uit eene gehakte opening stroomde en door de onbeveiligde lampen werd aaugestoken. Zoo stelt men zich althans voor, dat het ongeluk moet zijn veroorzaakt. Er werden geen Davy-lampen gebruikt, omdat men dit niet noodig oordeelde wegens de voortdurende luchtver- versching. Meu is er in geslaagd tot Cook's Slope en aan grenzende gangen door te dringen. De verminkte lijken leveren een vreeselijk schouwspel. Er zijn 49 lijken omhoog gebracht. Ze zijn wegens verminking uiterst moeilijk te herkennen. In 't geheel waren 4 tot 500 mannen en jongens aan het mijn werk verbonden,, die in 2 groepeneen dag- en een nachtploeg, werkten. De schade aan de mijn toegebracht is betrekkelijk niet groot. Eon 26-tal paarden, die beneden stal den, kwam om het leven. Nog steeds worden ongelukkeu veroorzaakt door de jongste stormen op den Atlantischen Oceaan medegedeeld De Thanemoredie dezer dagen Boston bereikte

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1