No. 9. Woensdag 29 Januari 1890. 13e Jaargang. Dit blad verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0 50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerazijn h 1 cent verkrijgbaar, ADVEKTENTIEN voor Dinsdag- Vrijdagmiddag 12 nnr te bezorgen bij don uitgever 5. A. RÖ§S, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienstaanvragen wordengeplaatsttegenö cent en Advertentifin tegen 6 cent per regel Groote Letters en Afbeeld, naarplaatsrnimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prija slechts twee maal berekend, uitgezonderdDienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huweljjks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent NEDERLAND. Goes. Wij voldoen gaarne aan het verzoek van het bestuur van het alhier te houden landhuishoudkuudig congres, tot opneming van het onderstaande in onze kolommen Zooals U bekend is, werd op het jongst gehondene 42ste Nederlandseh Landhuishoudkundig Congres te Bergen op Zoom de gemeente Goes aangewezen om het 43ste Congres binnen bare muren te ontvangen. Als tijd om dit Congres te bonden, zijn in over leg met de vaste commissie van bijstand de da,'en van 16 tot en met 20 Juni 1890 bepaald. Het bestuur is van de roeping doordrongen om van zijne zijde alles te doen wat in zijn vermogen isteneinde de werkzaamheden van het Congres zoo belangrijk mogelijk te doen zijn en Let doet een beroep op de welwillendheid kennis en ervaring van den Nederlandscben Landbouw tot bereiking van bet beoogde doel. Vooral zal het zich zeer verplicht achtenook van II vóór 15 Februari e. k., voorstellen en vraag punten ter behandeling te mogen ontvangen, even tueel door U persoonlijk in te leidendit laatste treedt meer en meer op den Toorgrond bij de Con gressen en geeft steeds een leiddraad bij de daaruit voortvloeiende gedachtenwisseling met andere vak genoten. De traditie volgendezullen de te behandelen on derwerpen in twee afdeelingen worden gesplitst waarvan zich de eerste sectie met Landbouw Hout en Veeteelt, benevens Zuivelbereiding; de tweede met Volbskuishoud- en Natuurkunde zal bezig houden. Van Uwe gewaardeerde belangstelling ten volle overtuigdvertrouwt het bestuur niet te vergeefs een beroep op Uwen steun te doen, en de hoop te mogen uitspreken dat uw persoonlijk verschijnen op het Congresvan zoovele mannen van weten schap en praktijk uit de verschillende gewesten van ons vaderlandnieuw licht over de ons zoo dierbare belangen van den Landbouwde Veeteelt en der- zelver onderdeelen moge verspreiden, opdat dit gemeenschappelijk samenzijn en samensprekenook rijke vruchten moge dragen. Het Bestuur van bet 43ste Nederlandseh Landhuishondkundig Congres, G. J. VAN DEN BOSCH, Wilhelminadorp, Voorz. E. VAN DEN BOSCH, Goes, 1ste Secretaris. Het is, zoo schrijft men aan de M. Ct., van algemeene bekendheid, dat Zuid-Beveland in kwijnenden toestand verkeert. Het- meerendeel der landbouwers heeft het kwaad; onder de boerenarbeiders neemt de armoede toede neringdoenden en ambachtslieden klagen terecht steen en been. Men moet ten plattenlande wonen waar men elkander tot op het hemd kentom te weten hoe treurig da zaken marebeeren. Ook Goe» schjjnt achteruit te gaan. Een sprekend bewijs voor deze overbekende feiten levert m. i. de vermindering der bevolking in de meeste Zuid-Bevelandsche ge meenten op. FEUILLETON. 11) VERONGELUKT. Eens Zwitserse he vertelling van Al/red Hartmann. „Hoe zag het zakboekje er uit?''vroeg Paula. „Ik geloof bruin." „Was er een slotje aan?'' „Eenstalen slotje, geloof ik." „Juist! dat is zoo. Dat was zijn zak boekje, dat hij altoos bij zich droeg. Maar waar is het dan toch? Waarom hebt je het mij niet gegeven?" „Ik heb het verloren het moet op den gletscher liggen.'' De rechter, die zijn vragen en ant woorden door den tolk liet vertalen en ze nauwkeurig deed opschrijven, schudde ongeloovig het hoofd. „Daar hebben we nu den leugenaar 1" zeide hij: „Het is hem er om te doen, dat ik hem vrij zal laten om het boekje te zoeken. Zoo'n slimme snuiter! Als we hem den voet op den gletscher laten zetten, die zijn element is, dan weet hij wel, dat hij eene schoone kans heeft van te kunnen ontsnappen." Plotseling stapte Paula om de tafel heen, aan welke zij zich krampachtig had vastgehoudenen yatte den beschul digde bij den schouder. „Man!" riep zij „het is niet moge lijk, wat ge daar zegt! Hij kan niet voor mij gevlucht zijn in den dood! Beken, dat gij hem vermoord hebt! Ver los mij van die vreeselijke gedachte en ik zal je rechters op mijne knieën smeekendat zij je vrijlaten dat je geen haar op het hoofd gekrenkt wor den zal!" Christen echter, door deze heftige toe spraak volstrekt niet verschrikt, schudde kalm ontkennend het hoofd en ant woordde: „Zou ik mijzelven aanklagen, terwijl ik onschuldig ben?" Nu bracht Paula hare lippen dicht bij zijn oor en fluisterde snel en zacht „Ik zal er achter komen, of je de waarheid spreekt. Diegenedie YÓór weinige weken je vrouw geworden is, zal voor je op den gletscher gaan, om de brieventasch, die daar dan liggen moet, te zoeken." „Mijne vrouw? Is zij hier?" Paula knikte bevestigend en keerde weder naar hare vorige plaats terug. Een vluchtige glans van hoop en vreugde spreidde zich over Christiaaifls aangezicht, toen hij zich nu nogmaals tot Paula wendde en met duidelijke stem, zeer langzaam, het volgende tot haar sprak: „Wel, mevrouw daar men mij niet wil toestaan het zakboekje van den gletscher te halen, zoo moogt u zelve er naar laten zoeken, als u er belang in stelt te wetenwat er in geschreven staat. Wie het vinden wil, die bestij ge de IJszee, tot waar zij zich splitst; dan sla hij linksaf naar den Talafergletscher. Om de driehoekige rots, die ze het Gartli noemen, gaat het heen; vervol gens nog een driehonderd voet opwaarts. Daar deed de professor zijnen val. Ik sleepte hem omlaag tot aan de rots, opdat hij met zijnen rug daartegen aan kon leunen; verder bracht ik hem niet. Daar ook sprak hij zijne laatste woor den en stierf. Daar moet dus het boekje liggen, indien het niet door hetijswater in eene gletschcrkloof is gespoeld wat God verhoed moge hebben!" De rechter liet zich de wporden van den beschuldigde vertolken. Daarop zeide hijzich tot Paula wendende „Het doet mij leed, mevrouw, dat de zaak niet sneller vordert. Ik had gehoopt, dat de ontmoeting met u den beklaagde tot bekentenis zou brengen, maar hij schijnt verstokter dan ooit!" Paula keerde in haar hotel terug, en liet Kathi bij zich ontbieden. Toen de jonge vrouw van den berggids bij haar binnentrad, rees er in haar eene booze gedachte. „Moet deze gelukkig zijn? Zal deze zich weder in het bezit van haren jongen man verheugen, terwijl ik den mijnen voor altijd verloren heb? Doch haar beter gevoel behield de overhand. Zij herhaalde der luisterende woord voorwoord, wat de beschuldigde gezegd had: de gansche aanduiding van de plek, waar de noodlottige brieventasch moest te vinden zijn. Met glinsterende oogen ving Kathi hare woorden op, en riep toen: „Ik zal hem reddenIk zal het boek je vinden, al ware het ook in eenen gletscher verzonken Ons kinderen der bergen zijn de berggeesten welge zind!" Toen den volgenden ochtend de zon zich boven den Col d'Argentières ver hief, schreden Kiithi en haar geleider en beschermer, Peter vanAlmen, reeds moedig over de verstijfde golven der IJszee. Kiithi droeg hare nette Hasleber- ger kleedij; haren rok van lichte wol len stot had zij hoog opgeschort. Om het hoofd droeg zij, bij wijze van voor zorg tegen zonnesteek, eenen rooden doek. „Nu, ik moet zeggen ge schijnt hier thuis te zijn, Peter"zeide de jonge vrouw tot haren vooruitstappenden leids man „Jawel! tot aan het Gartli ben ik al

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1