3. Woensdag 8 Januari 1890. 13" Jaargang. Dit blad verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0 50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 nur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. DienBtaanvragen wordengeplaatsttegenö cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Q roote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderdDienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelyks-, Verjarings-, Doodbericbten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cent. NEDERLAND. Bij het ophalen der telkaarten voor de 7e tienjaar- lyksche volkstelling deed zich te Bruinisse het zouder- linge geval voor dat een afzonderlijk wonend inge zetene mededeelde, dat hij, na behoorlijke lezing van zyn ontvangen biljethet had verbrand en dat bij daarvan niets wilde weten. De teller een even bezadigd als net jongmensch presenteerde hem een nieuwe kaart ter teekening en tevens om daarna als hij slechts zijne geboorte enz. wilde opgeven voor hem haar in te vullen doch de man bleef er bijdat hij er niets mede te maken wilde hebben. Toen genoemde teller hem vervolgens de strafbepa lingen onder de aandacht bracht, werd hij zoo woe dend, dat hij met dreigementen en gebalde vuist den teller de deur wees onder mededeeling tevens, dat hij er nooit meer in mag komen. Yan een en ander is aangifte gedaan bij den burgemeester. De wet zal dezen zonderlingen persoon wel tot zijn plicht roepen. Men schrijft ons uit Hoofdplaat. Onder zeer ongunstige omstandigheden wordt de werkstaking der raadsleden voor onze gemeente voort gezet by den aanvang van dit jaar. Een ingezetene is overleden zonder onder dokters behandeling te zijn geweest. Hij kan niet begraven worden want daartoe is noodig de verklaring eens geneeesheeren de arts der gemeente voor éen jaar aangesteld moet opnieuw beëedigd worden tot lijkschouw enz. De lijk kist is voorloopig in het lijkenhuis geplaatst. De vroedvrouw der gemeente is met 31 December ont heven van hare taakovereenkomstig de voorwaar den bij hare benoeming. Kaai-en zakgelden zijn we derom niet meer invorderbaarde inning verviel met dien datum. Intusschen is er in 1889 door de ingezetenen geen hoofdelijke omslag betaald. Het kohier werd niet eens Hoe het evenwel met den finantieelen toestand thans geschapen staatis niet moeielijk te begrijpen. Wat evenwel nog erger is, een klein deel der bevolking is volstrekt niet ingenomen met de handelwijze der vroede mannenen toch reikt de invloed van de heerschende partij zoo ver, dat de minderheid niet dan bedektelijk of „onder ons" hare afkeuring durft uiten. In den Amsterdamschen gemeenteraad heeft bij de bespreking der aangelegenheden van de tram- maatschappijen mr. J. C. de Vries zich tegen dit middel van verkeer verklaard omdat het de gemak zucht der menschen in de hand werkt; hij vreesde, dat wandelen en loopen in onbruik zou geraken tot groote schade en gezondheid der menschen. Inderdaad volgens de leer van Darwin dat over tollige deelen van het menschelyk lichaam ontaarden en verdwijnen zullen na verloop van vele geslach ten ook de beenen hunne kracht en de menschen hunne geschiktheid om lang te loopen verliezen. Daaruit trekken wij echter niet het gevolg, dat door voortdurende afneming na verloop van duizen den jaren evenals sommige insecten die in an- PEUILLETON. 5) VERONGELUKT. Eene Zwitserse he vertelling van Alfred Hartmami. De gladgeschoren heerdie der dame met zijne vragen lastig gevallen was, daaldeterwijl hij zijn zonnescherm op stak, omlaag naar het plantsoen en richtte zijne schreden langs de kronkelende pa den naar het meest schaduwrijkemet zuidelijke boomen en heesters beplante gedeelte van den tuin. Hier prijkte ook een zware ceder, onder wiens lommer spreidende takken een klein gezelschap heeren en dames bijeenzat. Met een algemeen en vroolijk „Ha!'' werd de nieuw aangekomene begroet. „Komaanzet u bij ons in de scha duw, mijnheer de staatsraad! U heeft zeker weer iets nieuwsiets pikants in pettoHierals 't u beliefthier is een lekker plaatsje!" De heef Teodor Nikolajewitsch Wara- schin was onder zijne medegasten be kend en gevierd als een aangenaam verteller. Geen wonder dusdat de kleine uitgezochte kringdie onder den ceder boom bijeenzat en zelfs in dit paradijs door den grauwen duivel der verveling niet weinig werd geplaagd, den onder houdenden man met open armen wel kom heette. De dame, die hem daareven zoo vrien delijk geroepen en tot zitten uitgenoo- digd had, richtte ook nu weder het eerst tot hem het woord. Het was er eene die al sedert gevuimen tijd aan het sta tion Dertig uitgestapt was, om daar zoo lang mogelijk te vertoeven en met be hulp van hare kunstig gefriseerdedon kere haren en twee rijen blinkend witte tanden voor haren kapper en haren den tist reclame te maken. „U is ons nog altijd de geschiedenis van onze schoone professorsvrouw schul dig mijnheer de staatsraad" zeide zij. „Komaan onthaal ons daar nu eens op1 Zulk eene schoonheid van den eersten rang, en daarbij zoo gedistingeerd, en toch maar proiessorsvrouw daar moet wel iets bijzonders achter stekenOnge twijfeld eene pikante liefdeshistorie, niet waar P" Mijnheer de staatsraad nam zijnen bree- den panama-hoed van het hoofd, en wischte zich met zijnen baptisten zakdoek de slapen af. „Schoone dames en waarde heeren" begon hij daarna „laat mij u aller eerst de verzekering geven, dat ik vol strekt niet op het punt sta eene indis cretie te begaan. Te Petersburg is deze geschiedenis in de groote wereld eene volle week lang het onderwerp van alle gesprekken geweest." Een jong heerschap met eenen in de was gezetten knevel en eene monocle in het oog bracht hier met ietwat neus- achtïge stem in het midden „Het heet, ahemdat de dame tot eene der aan zienlijkste Russische tamiliën behoort." „Natuurlijkhernam de staatsraad: „Haar vader, vorst Puschkow, behoort niet alleen tot den oudstenmaar ook tot den rijksten adelen staat bij het keizerlijke hot hoog in de gunst." „Dus eene formeele mésalliance!" zeide de heer met het oogglas. Middelerwijl had er zich nóg iemand bij het gezelschap onder den cederboom aangesloteneen heer, wiens verfrom melde vilten hoed en ruige baard niet juist bij dit uitgelezen kransje pasten. Deze mengde zich mede in het ge sprek „U vergeet, mijnheer 'Von Blowitz", zeide hij„dat er behalve de adel der geboorte ook een adel des geestes be staat. Indien hier sprake is van profes sor Hoffman en zijne vrouw, dan moet ik u zeggendat ik in het huwelijk van die beiden niets kan bespeuren van eene zoogenaamde „mésalliance". Mij dunkt, zij passen volkomen bij elkander: de adel van den een is zoo goed als die van de andere en hij is een even schoon man, als zij eene schoone vrouw." „Qu'il est dróle, ce cher baron I" snapte de dertigjarige malloot met een scham per lachje. De „cher baron" echter gingzonder op deze hatelijkheid te antwoordenzijns weegsen eerst toen hij ver genoeg weg was om niets meer te knnnen hooren verklaarde de staatsraad van hem dat hij „eenphilosophische boer" was! „Laat ons liever zeggeneen verboerde landjonker!" verbeterde de heer Von Blowitzterwijl hij den heengaande grim mig nakeek. Geen krakeel, heeren!" verzocht de dertigjarige „Zullen wij nu eindelijk uwe geschiedenis te hooren krijgen, mijnheer Teodor Nikolajewitsch U spant ons wezenlijk op de pijnbankZeker weer zoo iets van Abelard en Heloïse is het niet „Ja, en neen!" antwoordde de staats raad. Vervolgens zette hij zich in eenen Amerikaanschen schommelstoelhing zijnen panama-hoed aan eenen boomtak, vouwde zijne handen in elkaaren begon „Ge moet wetengeachte toehoorders, dat vorst Puschkow ondanks zijne stel ling ten Hove ook een beetje philosoof is en al mee zoo zijne kuren heeft. Hij vatte op zekeren dag het buitensporige denkbeeld op, van zijne dochter eene

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1890 | | pagina 1