No. 82. Zaterdag 13 October 1888. 11e Jaargang. Dit blad verschijnt icderan Woensdag en Zaterdag De prijs per halfjaar f 0 50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIE!? voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 anr te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. (iieustaanvragen wordengeplaatst tegen 5 cent en Advertentiën tegen 6 cent per re.gel :>r .>ofce betters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekeiid, uitgezonderd Dienstaanvragcn. Dankbetuigingenniet meer EENE AASIEVELIX0. Hedenavond wordt de bibliotheek weder geopend van het Departement Goes van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Wij voelen ons gedrongen daarop de aandacht te vestigen en onze lezers aan te sporendie schoone gelegenheidom kosteloos zich van goede lectnnr te voorzien, niet ongebruikt te laten. Bij het begin van den vorigen winter hebben wij er op gewezenwelk nut het lezen van goede boe ken kan afwerpen. Vallen wij dus eenigszins in her haling men zal het ons vergeventerwille van de zaakdie wij voorstaanen mochten wij slechts een enkelen kuunen overhalen, om zijn' tijddien hij nu wellicht nutteloos of erger doorbrengtaan 't lezen te bestedenwij zouden ons reeds voor onze moeite beloond zien. Als de winteravonden zoo lang worden en geon geregelde arbeid de menschen meer bezighoudt, dan komt de verveling en deze is de moeder van o zoo veel kwaad. Zij is de dood voor het huiselijk samen zijnwant de plaats, waar men zich verveelttracht men te ontkomen, om elders tijdverdrijf te zoeken in gezelschappen die soms hoogst verderfelijk werken. Als er eens eene statistiek van kon opgemaakt worden, dao zou "blijken, dat het aantal dergenen, die, door gebrek aan bezigheid uit huis gedrevenop dea Biechten weg zijn geraakt eu zich en hun gezin voor altijd ongelukkig gemaakt hebbenongelooflijk groot is. Een van de middelen om zich daarvoor te behoe den is goedo lectuur. Wie van lezen houdt, zal zich bij zijne boeken nooit vervelenintegendeel hij ver langt naar het oogenblikwaarop hij die kan terhand nemen en hij zou er soms wel een uurtje van zijne nachtrust voor willen opofferenom tot het einde van een verhaal te komen. En wie nu zegt: „ik houd niet van lezen"die heeft er nooit ernstig de proef meê genomen. Wij geven hem de verzekering, datwanneer hij het maar eens begint, hij er lust iti zal krijgen en dat het niet lang zal duren, of hij zal erkennen dat hij daarin eene hoogst aangename uitspanning gevonden heeft. Bij het doorbladeren van den catalogus van ge noemde bibliotheek zal men al aanstonds bemerken dat er voor eene goede verscheidenheid is gezorgd. Ieder kan naar zijn' smaak terecht komen. Men vindt er, naast vele vertalingen, de werken van onze meest gevierde schrijvers en schrijfsters, romans en verha len van grooten en kleinen omvang, tijdschriften, die zich bewegen op verschillend gebiedreisbeschrij vingen en meer wetenschappelijke werken, ernst en luimKortom eene verzameling, waaruit ieder eene goede keuze kan doen. En mochten er onder de lezers zijn, die, op de titels afgaandenog niet wetenwelke boeken zij kiezen moeten zij zullenals zij 't zoeken willen hier of daar nog wel voorlichting krijgen kunnen; wij durven zelfs wel aannemen, dat de keeren, die zich belasten met het afgeven der boeken, daaraan, zoo 't hun gevraagd wordt, wel een' goeden raad willen toevoegen. FEUILLETON. 15) VILLA FALCONIERI. Novelle van Paul Heysc. De vreemdeling mocht niet zoo vele uren lang met de schoone vrouw alleen blijven; iemand, zij het dan ook maar een ezeldrijver, moest hen bewaken. Zij stond op, doch sprak geen woord en verliet het vertrek. Ook de graaf bleef niet langer zitten. Voor de eerste maal zag zijn gast, hoe hij, terwijl hij op zijnen stok steunde en met zijne zware lange pijp het evenwicht bewaarde wel is waar zeer onbeholpen, maar toch dapper over het tapijt strompelde, om zich op een rust bed neer te vlijen, dat voor den schoorsteen stond. „Ik raad u ten sterkste aan, doctor, ook eene kleine siesta te houden," riep hijterwijl hij met zijne bruine hand tegen hem wuifde. „Als gij werkelijk van plan zijt de steile paden naar dien ouden bouw val op te klimmenhebt gij frissche krachten noodig. Ik zal u eerst door Bernar do nog een werk met kopergravures over Tusculum laten brengen. Misschien kent gij het reedsmaar eene kleine repetitie kan geen kwaad." Eenige uren later hield een sterke, grijs bruine ezel, die door eenen vijftienjarigen jongen bij den toom werd geleid, voor de galerij der villa stil. Weldra verscheen de gravin in een nauwsluitend, kort rij kleed. Eberhard vergezelde haar. Hij wilde haar in den zadel helpen, doch de jongen voorkwam hem. Uit het vensier van het salon knikte het grijze hoofd Van den graaf hun hartelijk toe, en met zijne krachtige stem riep hij hun een „Buona passcggiatana. Daarna zette de kleine stoet zich in beweging. Eerst ging de tocht langzaam over heuvelenmet olijf boschjes en kastanje- boomen beplant, langs schoone, donkere woudpaden, waar ter manshoogte de bremstruiken hunne gele bloesems tot hen voorovergebogen en hier en daar tusschen tijm en kamperfoelie door de verge et-mij-nietjes en meizoentjes blonken, die de weilanden met frissche tinten kleurden. De gravin reed een paar schre den vooruit, doch bleef van tijd tot tijd even stilstaan, wanneer men tusschen de hoornen een uitzicht had op depijnboomen der villa Falconieri of van een der andere landhuizen. Zij wisselden .daarbij ternau wernood een paar woorden. Doch toen zij hem een oogenblik er op betrapte dat hij niet daarheen keekwaarop zij met haren vinger wees, doch verstrooid hare kleine hand beschouwde, en den slanken arm en de lijnen van haar gelaat en haren nek, zooals die zich tegen den achtergrond van het altijd groene loover afteekenden, betrok haar kalm gelaat een oogenblik. Zij dreef het dier met cenen luiden kreet aan en vervolgde nu den weg zonder zich een oogenblik verder op te houden. Met ééne uitzondering. Het was toen zij op eene open plek kwamen, waar men voor de eerste maal het vrije uit zicht had over de andere zijde van het gebergtenaar den kant van het westen. Zij riep hem bij zich en wees hem den Monte Cavo, aan zijne voeten Rocca di Papa, wat meer rechts Castel Gandolfo, dat bekoorlijk tegen de helling van eenen heuvel lag, en de huizen van Grotf af errata in de diepte, die nog duidelijker te her kennen waren. De lucht was zoo helder en kalmals anders slechts op herfst dagen het geval was. Men kon duidelijk het gezang van cenen boer hooren, die daar, heel in de verte, zeker wel op eene mijl afstandstusschen de olijfbosch- jes voortreed. „Heerlijkzeide Eberhard. „Wat ben ik blij, dat gij mij dit hebt laten zien. Ik zou haast zeggen, dat het hier van deze plek wel den meest verheven en tegelijkertijd meest lielelijken indruk moet maken." Hij wist wel, dat dit alles hem niet zóó betooverd zou hebben, indien dat schoone gelaat onder dien bruinen strooien hoeder niet naar had gestaard. Doch liij paste wel op, deze gedachte niet uit te spreken. Hij zag hoe een zucht hare borst deed zwellen en hoe zij hare oogen opsloeg naar de toppen van een pijnboomboschje, dat hier op een met dicht gras begroeid vooruitstekend gedeelte van den berg lag. Toen gaf zij met eenen bloeienden tak dien de knaap voor haar had afgesneden om tot karwarts te dienen, den hongerig en ezeldie zich juist te goed deed aan sap pige kruiden eenen lichten tik, en reed, zonder op zijnen opgewonden uitroep te antwoorden, langzaam verder. Nog een half uur, en zij stuitten op de eerste bouwvallen van het oude Tusculum waarover de struiken en bloemen heen- woekerden. Eberhard nam hier echter zelf den ezel bij den teugel, om langs de nauwe, steenachtige paden tusschen de onbehouwen fondamenten en ingestorte muren zijne gezellin veilig te leiden. Op eenen anderen tijd en in ander gezelschap zou hij het als arcliacoloog niet met zijn geweten overcenhebben kunnen brengen, aan die eerwaardige bouwvallen slechts zulk eenen vluchtigen blik te gunnen. IVordl vervolgd

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1888 | | pagina 1