No. 75.
Woensdag 19 September 1888. 11e Jaargang.
Dit blact verschijnt lederen Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0 50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijkache kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommers zijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENT1EN voor Dinsdag-
en Vrijdagmiddag 12 nur te bezorgen bij den
uitgever J. A. JÏOSS, Goes,
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dieustaanvragen wordengeplaatst legen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
■vroote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
X E II E It A I».
In Zuid-Baveland zalnaar men schrijftde oogst
der suikerbieten dit jaar over 't algemeen voordeeli-
ger zijn voor den fabrikant dan voor den landbou
wer. De grootste helft is laat uitgezaaid wegens slechte
opkomst van de oorspronkelijke, tengevolge waarvan
vele bieten klein van stuk zullen zijn en weinig ge
wicht aanbrengen. Het suikergehalte wordt daaren
tegen geacht goed vertegenwoordigd te zijn. Opper
vlakkig zien de velden er tamelijk goed uit, doch de
groei zit meer in het blad dan in den wortel.
Voor het hof te 's Hage werd met gesloten deuren
behandeld het hooger beroep van W. F. H. V., koopman
te Vlissingen, door de arr. rechtbank te Middelburg
wegens schaking tot 2 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Na het verhoor van de getuigen a charge en a
décharge pleitte de heer mr. F. N. v. d. Bilt voor den
gedaagde.
Volgens hetN. v. d. D. is de vermoedelijke moor
denaar van don hoofdcondueteur Ekkert nog niet over
leden en moet zijn toestand de omstandigheden in
aanmerking genomen niet geheel onbevredigend zijn.
Vrijdagavond kregen te Zaandam eenige vreemde
heeren, buitenlanders, bij het biljartspel twist, welke
zoo hoog liepdat men elkander naar buiten daagde.
Twee van benverzekert men aan de Tijdzouden zijn
doodgeschoten.
Hoe gevaarlijk bet bangmaken soms zijn kan bleek
dezer dagen te Ecbt (Friesland). Een meisje van 22
jaar sloop bij avond heel zachtjes in een vertrek
waar zich hare jongere zuster bevond. Deze verschrikte
zoodanig dat ze geheel sprakeloos bleef en genees
kundige hulp moest ingeroepen worden.
Aan een wisselkantoor in de nabijheid van den
Dnm te Amsterdam vervoegde zich dezer dagen een
vreemdeling, om een bankbiljet van f 1000 te wisselen.
Aan zijn verzoek werd voldaan. Toen de man een
oogeublik later zijn geld nazag, ontdekte hij, maar
f 990 ontvangen te hebben. Hij dacht aan eene ver
gissing en spoedde zich terug, maar vernam nu
dat voor het wisselen 1 pet. courtago was berekend.
„Geef mij dan' mijn biljet maar terug"zei hij
verontwaardigd.
Ook daarop scheen de houder van het wissel
kantoor echter voorbereid te zijnalthans hij ant
woordde leukweg:
„Met pleizier, als u dan bij de f990 nog maar f 20
voegt, want dat is weer „wisselen"en kost opnieuw
1 pCt.
De vreemdeling kon met zijn f990 beengaan.
Te Waspik heeft eene vermoedelijke poging tot
vergiftiging sedert eenige dagen de gemoederen bezig
gehouden. Verleden week Zondag overleed zekere S,
die, zooals uit een onderzoek, door de politie gedaan,
blijkt, steeds zijne echtgenoote wantrouwde en nopens
zijn uiteinde meermalen vrees had gekoesterd. Nadat
het gerucht de ronde had gedaanwerd vanwege de
FEUILLETON.
8)
VILLA FALCONIERI.
Novelle van Paul H e y s e.
„Deze beide bouwvallige zuilen", en hij
tikte met zijne pijp tegen zijne omwikkelde
becnen, zijn niet veel beter dan zoo
menige harer kameraden op het Forum,
wier voetstuk alles behalve gaal is. Maar
wat komt het er op aan De rest van het
oude gebouw is nog in orde, en al ben
ik hier door het noodlot als een Prometheus
aan de rots geketend, ik zit daarom niet
ledigen ik hoop het vaderland met deze
rechterhand nog van eenig nut te zijn, al
kan zij ook het geschut eener kanonneer
boot niet meer laten spelen. Het is mij
zeer aangenaam, Signor Everardokennis
gemaakt te hebben. Ik hoop ze morgen
voort te zetten neen, neen, er is
geene sprake van, dat ge morgen in de
vroegte weer vertrekt, begrijpt gij? En
neem mij nu niet kwalijkals wij ons
partijtje uitspelen. Kent gij ons Cabrasella?
Nu, dat moet gij leeren kennen, het is
het heerlijkste spel, dat er bestaat. Maar
geluk is er de hoofdzaak bij, zooals bij
elk spel, het oorlogsspel niet uitgezonderd,
en vandaag keert dat geluk mij den rug
toe. Die drommelsche pastoor heeft mij
zoo te pakken gehad, dat ik hem niet
levend mijn huis uit laat gaan, voor hij
mij verhaal heeft gegeven."
Bij deze woorden had zijn goedig gelaat
eensklaps zulk eene dreigend gebiedende
uitdrukking gekregendat de vreemdeling
het geraden vondzonder tegenstribbelen
te gehoorzamen. Hij bleel nog eenige
minuten naast het speeltafeltje staan, en
zag hoe de pastoor, na uit eene groote
zilveren doos een snuitje genomen te
hebben, opnieuw de kaarten schudde
en met allerlei aardigheden, die hij niet
begreep de partij begon. Hij bekeek nu
ook wat oplettender het gelaat van den
jongen geestelijke. Het was een volbloed-
Romeinsche kopmet scherp geteekende
trekken, de kort geknipte krulharen waren
bijna weder over de kleine tonsuur
gegroeid, zijne oogen keken onrustig onder
de dichte zwarte wenkbrauwen in hst
tond, en zijn groote mond vertrok zich
tot eenen boozen grijnslach, als de blik
ken der jongelieden elkaar ontmoetten.
Eensklaps werd de Duitscher zachtkens
op den schouder getikt. De gravin, die
een oogenblik het vertrek had verlaten,
stond weer achter hem.
„Volg mij!" zeide zij zachtjes. „Het
avondeten is gereed. Neen, gij moogt
niet weigeren. Gij moogt in het huis
van graaf Sammartino niet naar bed
gaan zonder eerst wat gegeten te heb
ben."
In het aangrenzende vertrek stond een
zilveren kandelaar met drie armen op de
tafel, die opnieuw gedekt was. De Ro-
meinsche koperen lamp verlichtte het
buffet. In plaats van de meid verscheen
echter een forsche bediende met zwarten
baard, in een donkerbruine livrei met
gele opslagen. Hij droeg eene zilveren
soepterrine binnen, waarvan hij, met
een strak gelaat en plechtig gebaar, het
deksel afnam.
Gij moet het eenvoudige voor lief ne
men", zeide de gravin. Wij wilden u
niet lang laten wachten."
Zij ging tegenover#hem zitten, terwijl
zij op/hare ellebogen leunde. Hare oogen
waren bijna geheel verborgen achter de
lange wimpers. Al etende keek hij dik
wijls naar de mooie handen, aan wier
blanke, door elkaar gestrengelde vingers
kostbare ringen blonken. Bijwijlen deed
zij de handen van elkaar, om hem wijn
in te schenken. Al hare bewegingen
waren kalm en bijna stijf, als die van
een marmerbeeld, waaraan eerst korte
lings leven was ingeblazen. Zij opende
de lippen slechts om half luide een paar
woorden tot den bediende te zeggen.
Ook de gast bleet zwijgen, hoezeer hij
zich ook peinigde om iets te bedenken,
wat de moeite waard was gezegd te wor
den. Des te duidelijker hoorde men de
woordenwisseling der spelers in het aan
grenzende vertrek, en het daverende
gelach van den pastoor, waarboven de
toornige uitroepen van den graaf uitklon
ken.
De neef scheen slechts eene zwijgende
rol te vervullen.
„Gij eet niet", zeide eindelijk de gast
vrouw. „Maar deze vruchten moet ge
toch bepaald proeven: zij zijn uit onzen
eigen tuin."
En tegelijk nam zij eenen der groote
sinaasappelen met dikke schil, en begon
dien klaar te maken. Zij sneed er van
boven een klein stukje al en strooide
suiker op het bloedroode binnenste, dat
zeer vleezig en saprijk bleek te zijn. Hij
nam de heerlijke verkwikking met een
eigenaardig gevoel van opgetogenheid
uit deze schoone hand aan.
„In dit paradijs zijn alle goede gaven
des Hemels vereenigcl", zeide hij, terwijl
hij een lichte buiging voor de gravin
maakte.
„Eenparadijs! klonk haar antwoord,
en zenuwachtig fronste zij hare wenk
brauwen. „Doch ik vergeet, dat gij hier
vreemdeling zijt. Wilt rij niet van die
mispeE proevenof van ctie amandelen?
De aardbeien zijn allen op. Don Gaetano
houdt er zoo veel van."