No. 54. Zaterdag 7 Juli 1888. 1le Jaargang. De Komische zijde van cciic ernstige zaak. Dit blad verschijnt iederen "Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 nur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Diciutaanvragen wordengeplaatsttegenS cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel «rroote Lettern en Afbeeld, naarplaatsraimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking^ hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acbt regels beslaande, voo"i den prijs van vijftig een Daar gaat iemand, lieist een lange kerel, wat ma ger, zoodat hij een weinig doorbuigt, langs den weg. De man heeft blijkbaar haast; misschien moet lip naar den trein en heeft hij zijn' tijd meer dan noo- dig, om vroeg genoeg aan 't station te komenin elk geval, hij loopt hard, maar eene oneffenheid op het pad, een ongelukkig toeval doet hem struikelen en hij valt, zoo lang als hij is, op den grond. Tien tegen één, dat de getuigen van dit onheil in lachen zullen uitbarsten, en de ongelukkige, die op zulk eene harde wijze met de steenen heeft kennis gemaakt en onaaugenaam gestemd is over het verlies van zijn kostbaren tijddoet zijn bestom al morrend zoo spoedig mogelijk wéér in verticalen stand te komen, zijn hoed op te rapen en met verdubbelde snelheid voort te gaan. Wijselijk verloochent hij op dat oogen- blik eene schram of eene blauwe plekdoor den val opgeloopenwant hij wil geen nieuw voedsel geven aan de vroolpkheid der omstanders, waarvan hij het slachtoffer is. Een oogenblik heeft hij schuchter rond gezien en hoe minder meuschen hij als getuigen heeft opgemerkt, hoe liever het hem is. Wij weten niet, lezers, of gij zoudt meêgelachen hebbenals gij bij 't geval tegenwoordig waart ge weestal veronderstellen wij het; maar wij houden het voor zeker, dat die lach spoedig op uwe lippen zou bestorven zijnals de afloop erger ware u Die man had arm of been kunnen breken of zich nog ernstiger bezeeren, en wie zou dan niet dadelijk ziju toegeschoten, niet alleen om zijne deelneming te betuigenmaar vooral om krachtige hulp te verlee- neu Op dat oogenblik zoudt gi] er zeker leed over gevoelendat ge u zooeven vroolijk maaktet. Wat eene tegenstrijdigheid oogenschijnlijk in den menseh. Toen die man viel, wist ieder, die het zag, dat het hem leed moest berokkenen en men lachte er om; ternauwernood heeft men de overtuigingdat het ongeluk meerderen omvang heeft gekregen, dan men vermoeddeen men koestert medelijden en biedt hulp. Is er dan iemanddie den voorbijganger maar het minste verdriet-had toegewenscht? Waarschijnlijk nietmaar men dacht ook in 't geheel niet aan de gevolgen, die in meerdere of mindere mate moesten intreden; men zag alleen het komische van iemand, die plotseling gestuit wordt in zijne vaart en een oogenblik in zijne volle lengte op den grond ligt te spartelen. Die eerste indruk, slechts door eene een zijdige beschouwing gemaakt, bracht de lachspieren in beweging. Zóó gaat het bij den mensch. Wat zich onver wacht aan zijn oog voordoettreft hemmaar zoo lang de waarneming nog vluchtig is, zal de indruk, er door teweeggebracht, dikwijls een verkeerde zijn. Eerst wanneer de waarneming veelzijdig gedaan is, kannen verstand en hart voldoende in werking ge komen zijn, om eene afspiegeling te verkrijgen, die FEUILLET O N. 1) K 0 H 1 N 0 0 R. Novelle van A. Baron Von Roberts. „Verrukkelijk bekoorlijk!'' zeicle zij, terwijl zij hare groote, schitterende oogen van bet boek ophief en in het uit stervende haardvuur staarde; een glim lachje van genot speelde om hareroze- roode lippen. „Wat is er?" Deze woorden wer den geuit op eenen toondie nauwelijks een antwoord scheen te wachten. Hij gaf zich bijna de moeite niet om op te zien van de krant, die hij in handen hield. Het was zeker weer zulk eene papieren geschiedenis, die hare licht ontvlambare verbeeldingskracht had medegesleept alsof het leven zelf niet romantisch genoeg ware! Trouwens zij is als eene bloem in een bloemperk opgegroeid De beide echtgenooten zaten naast el kander bij den haard, met de voeten tegen den vergulden rooster; zij waren gescheiden door een tafeltje, waarop twee snoeperige kleine kopjes koffie stonden; aan hunne voeten lag een grooten New foundlander, die den forschen kop tus- schen zijne uitgestrekte pooten verborg 'en van tijd tot tijd in zijnen slaap een zacht gebrom deed hooren. Zij vervolgde hare lectuur, doch haar blik dwaalde verstrooid over de regels; eensklaps liet zij het boek op haren schoot vallen, wendde het gelaat tot haren man en vroeg „Udo, hoeveel zou Renz, denkt gij, wel vragen voor een zijner vólbloed- schoolpaardenindien men het wilde koopen?" Ditmaal ritselde de krant in zijne han den. Hij was verwonderd; doch het was meer dan bloote verbazing over het feit, hoe zij met haren romantischen aard deze echte sportvraag kon doen. „Hoe bedoeld gij dat?" ,.Wel, ik bedoel, wat zou Renz bij voorbeeld voor zijnen „Non plus ultra" of zijnen „Galgebrok" eischen, als men die wilde koopen?" Hij liet de krant uit zijne handen val len, en staarde haar met eenen vragen- den blik in het gelaat, alsof hij haar nog altijd niet begreep. Hij draalde verwon derlijk lang, vóór hij antwoord gaf, en droomcrig klonk zijn antwoord: „Renz zou ongetwijfeld eenen liefheb- bersprijs eischen; hij zou zulk een bui tengewoon dier, dat hem eiken avond eenen vollen circus bezorgtverre bo ven den marktprijs schatten. Ja, mis schien zou het zou het in bijzon dere omstandigheden wel een geheel vermogen kunnen zijn De laatste woorden mompelde hij half binnenmonds, terwijl hij zijn gelaat ge heel en al achter de krant verborg; on rustig gleed zijn blik langs de kolommen van het blad; op zijn gelaat vertoonden zich de sporen eencr hevige ontroering. Wist zij wist zij dan iets? Wie had hot haar verraden? Het was, als hadde zij de vraag, die hij in gedachten deed, afgeluisterd; haar antwoord volgde onmiddellijk: „Er is hier sprake van eenen zekeren baron Kapka, eenen Pool, die den eige naar van den circus Balbi te Moskou tachtigduizend frank voor eenen Arabi- schcn volbloed betaalde en dezen daarna liet doodenja, onmiddellijk, zoo staat het er. Het was eene dolzinnige daad, maar het dier had eene rijcleres doen vallen die kort d:> araa was gestorven toen liet hij in zijne smart het beest dooden want hij had haar vurig lief gehad het moet eene buitengewone vrouw geweest zijn." Graaf Udo plukte krampachtig met zijne vingers aan de randen der krant. „Wat, staat dat in die aflevering?" riep hij driftig. „Het is niet waar! Het kan daar niet gedrukt staan." Maud weet alles! Het is uitgekomen, wat hij sedert twee jaren zoo zorgvuldig verborgen heeft gehouden en zij wil hem nu op deze wijze slechts martelen en pijnigen Doch zij scheen zoo volkomen geboeid door het verhaaldat zij zijne zenuwach tigheid en zijnen scherpenonderzoeken den blik niet bespeurde. „Luister dan", zeide zij kalm„het is eene wonderbaarlijke geschiedenis." En toen begon zij te lezenin den be ginne ietwat eentonig, als een school land, doch allengskens kwam er meer afwisseling in hare stem. „Een opgewonden applaus weerklonk door het gebouw, toen Kohinoor met onbeschrijfelijke bevalligheid door de geopende barrière op de maat van de wals kwam aantrippelen. Zacht gewie geld op den rug van het edele dier, zat Miss Bellair, den vollen triomf ha- rer schoonheid en harer kunst genietend zij wendde haar hoofdje rechts en links om hare zonnige glimlachtjes uit te dee- len, en met hare opgehevene rechter hand, die de karwats hield, begeleidde zij den groet. Een scherp opmerker zou hebben kunnen bespeuren, dat de glim lach nog vriendelijker werd naar den kant der loge, waar baron Kapka zat; dat daar de groot veelbeteekcnender werd. Wordl vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1888 | | pagina 1