a tti_
Wo, 52. Zaterdag 30 Juni 1888. 11e Jaargang.
BELASTING.
Dit blad yersohijnt iederen Woensdag en ADVERTENTIEN vo'or Dinsdag- I Dienataanvragen wordengeplaatst tegen5 cent
?a,f6.r,?a8en Vrijdagmiddag 12 nnr te bezorgen bij den en Advertentiên tegen 6 cent per regel
Je pri]B per halfjaar f O-oO, franco per post f 0,90, nitff'PVPr ,T. A. ROSS finpc Groote Letters en Afbeeld, naarplaatemimte,
waarover per halfjaarlijkBche kwitantie J j Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der-
wordt beschikt. Dbtnnrr 1Ff)l) Fvomblnrovi zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee-
Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. UpHMlg OUU Exemplaren. maal berekeiidnitgczonderd Dienstrap vragen.
Advertentiên, nis: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingenniet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
De geabonneerden buiten Goes worden tot
4 Juli a. s. in de gelegenheid gesteld hun
abonnementsgelden (eerste halfjaar) aan het
bureau te voldoen.
Na dien tijd wordt er per postkwitantie
over beschikt. De Uitgever.
-<2>§§<3>-0
Omstreeks dezen tijd worden de biljetten weder
uitgereikt, die u verwittigen, dat gij voor dit jaar
in de personeele belasting zijt aangeslagen tot een
bedrag van zooveel, verdeeld over huurwaarde, deu
ren en vensters, seboorsteenenmobilair enz., waar
bij nog de noodige opcenten zijn gevoegd voor rijk,
provincie en gemeente, 't Zou ons bard verwonderen,
als niet menigeen pruttelend dat papier in ontvangst
nam, met eene kleine aanvechting, om het te ver
scheuren of weg te werpen, waartoe bij echter niet
overgaat bij de overweging, dat er met de ontvan
gers niet te spotten valt en dat bij zieb daardoor
slechts moeite en kosten op den bals zou halen.
Alweer zooveel te betalen van ons gering inkomen
booren we hier en daar, zonder dat we er iets voor
hebben, 'tls al geld weggooien, 't Is al erg genoeg,
dat we wekelijks voor de huishuur te zorgen hebben
zoodat die niet door belasting behoefd verhoogd te
worden en dan nog die deuren en vensters en seboor
steenen Mag de menscb dan niet vrij genie-
FEUILLETON.
25)
DE KERKROOF.
Novelle van Alfred Friedmann,
Doch Frans liet zijne hand weer zak
ken. Hij zag in een gelaat, zóó jammer
lijk, zoo van leed doortrokken, zoo be
droefd en hopeloos, dat hemzelven bij
dien aanblik alle kracht ontzonk. Hij
keerde zich naar den muur en viel in
eenen diepen slaap.
Maar hijsprak in zijnen slaap.
Nu wist Fanny waarom hij de trouw
ringen in de Donau geworpen had.
Heel in de vroegte, vóór hij ontwaakt
was, stond het arme vrouwtje op, kleed
de zich op haar zondagsch en liet op de
ontbijttafel, die zij nog voor hem dekte,
het volgende briefje achter:
„"Frans, ik ga naar de vroegmis, om
voor je te bidden. Dan ga ik naar mij
ne oin\ers. Als je wil, kan je daar ko
men.
Je trouwe vrouw Fanny."
Frans ontwaakte laat; de zon stond
reeds hoog aan den hemel. Hij zocht
naar zijne vrouw, en vond haar afscheids
briefje. Thans herinnerde hij zich nevel
achtig d6s woordenwisseling van den vo-
rigen avond. Hij staarde lang op den
grond, en begon toen in den geest Fanny
aan te klagen. Zij schoof alles op hem.
Jawel! Maar\zij was aan alles schuld,
aan alles en \lles! Op het laatst
vond hijook ewoden waarom. Wat had
zij op diep Zondagnamiddag alléén in
het Stadspark teWan zitten?
Hij ontbeet, ti\»k zijne beste kleéren
aan en slenterde d\ straat op. Alles was
in zondagsdos. De kerkklokken luidden.
Opgedrilde vrouwen \n meisjes, met ha
ten van licht en lucht, en zou men ons den schoor
steen misgunnen en daarmee het vuur, waarop wij
ons eten koken en dat ods des winters tot verwar
ming dient? Nog eens, die belasting is iets. waarop
niemand rekenthet is gelddat we moeten beta
len zonder er iets voor te krijgen. En weiger het
eensOf de deurwaarder niet spoedig zou ko
enen, om ons armzalig boeltje weg te pakken!
Lezers, bebt gij niet meermalen zulke redeneerin-
geu geboord, zoo ge u er al zelf niet aan bebt schul
dig gemaakt? Laten wij ze maar niet eens verder
ontspinnenwant dan zoudt ge wellicht nog hooren,
hoe de groote heeren den minderen man uitzuigen
en hem laten betalen, om er zelf van te kunnen
genietenhoe bet beter wasindien jade
rest zal wel hierop neerkomendat de kl3ger alle
rechten voor zich eischt, zonder de lasten te helpen
dragen.
Maar 't is te hopendat die ontevredenen de zaak
eens kalm willen overdenken.De staat toch is eene
huishouding in het groot, waarin veel voor gemeen
schappelijke rekening moet geschieden. Geniet ieder
lid al eene groote mate van individueele vrijheid en
rust op ieder de verplichtingom in de eerste plaats
i in zijn eigen levensonderhond te voorziendie vrij
heid is niet zoo onbeperkt, dat allen onafhankelijk
van elkander zouden zijn, en de zorg voor zichzelven
strekt zich niet zoover uit, dat men zijn eigen be
lang geheel kan afscheiden van dat van anderen.
In dezelfde woning vinden alle leden van het ge
zin huisvesting, op wie moet de huur drukken? Na
zagen het alles vroolijk aan.
Frans slenterde door den volkstuin,
stond stil voor de twee metalen stand
beelden van Oostenrijk's helden, op wier
hoofden en schouders de vogeltjes zaten
te kwinkeleeren, stapte door de oude
Burgpoort, eenen giftigen blik werpend
op het uit den grond verrijzende nieuwe
keizerlijke paleis, en lachte in zichzelven
om die gekken voor de deuren van het
Burgtheater, die daar al 's voormiddags
post vattenom tegen zeven uur 's avonds
een goed plaatsje te kunnen veroveren
bij de vertooning van een afgezaagd dra
ma van Schiller.
Thans had hij het doel zijner wandeling
bereikt: het Michaeler bierhuis. Daar ging
het fideel toe. Daar zaten ook Schorschl
Stangelbauer en Hansl Wandelgruber
hem met open armen te wachten.
Frans werd met een hoeraatje ontvan
gen. Schorschl en Hansl hadden in af
wachting en tot tijdverdrijf reeds ettelijke
potjes bier geknapt. Er hing reeds een
wanriekende sigarenrook over de tafel
tjes, en het algemeene gesprek liet aan
levendigheid niets te wensche.n over.
„Maar hier kunnen wij toch niet blij
ven," meende Frans na den tweeden
halven liter.
„Laat ons naar Hüttendorf gaan
naar het Brouwhuis!" sloeg Wandel
gruber voor.
„Of naar Klosterneuburgom eene
flesch Stiftwijn te drinken!" opperde
Stangelbauer.
„Wel neenNaar het Bruine Hert in
het Prater!'* zeide Frans.
„Aangenomen?" riepen de anderen:
„Waarom zouden wij de spoorwegen en
de tramwagens geld laten verdienen, dat
we veel liever door onze eigene keel
gooien!"
Wordi vervolgd*
re boekjes in de handen, stroomden
naar de bedehuizen.
Frans-Wenzel grijnslachte om die vro
me zielen. Hij was niet vroomHij brak
zich met die santenkraam het hoofd
niet! En deze anderenoch! die
waren óók niet vroom! Wel neen! alles
maar vertooning en huichelarijDie vrou
wen en meisjes gingen naar de kerk om
honderd redenen alleen niet uit vroom
heid! Als bidden wat helpen kon nu,
Fanny bad immers al voor hem!
Wederom lachte hij.
Wat! hij, een verlicht mensch, door
voed naar hij zich verbeeldde met
de leerstukken der grootste vrijdenkers,
hij zou nog geloof hechten aan de ba
kersprookjes zijner jeugd? Hij zou zich
nog laten plagen door de vrees voor God
en gebod, door ontzag voor het heilige,
door de zoogenaamde stem van zijn ge
weten? Hij, dié de zooveel edeler be
grippen omhelsd had van volslagen per
soonlijke onafhankelijkheid en onverant
woordelijkheid? Hahahaha!
Thans kwam hij aan de prachtige
nieuwe gebouwen, op welke de Lerchen-
felderstraatzelve als verbaasd over deze
verandering, uitloopt.
In zijnen zak balde hij de vuist tegen
het paleis van justitie, het gebouw voor
den Rijksraad, de musea Wegge
smeten geld, net als voor de kerken!
Alles voor de rijken! En wat bouwt men
voor de armen? Bah! gevangenissen,
werkhuizen en galgen! Zoo siste
in hem, even giftig a\s dom, zijn ver
waten, leugenachtig socialisme.
Op den Ring bloeiden de jonge hoo
rnen de tramwagens tingeldenzondags-
ruiters hobbelden van cn naar het Prater,
officieren sprongen voorbij in galop, de
karwatsen klapten tegen de flanken der
paarden, cn netjes gekleeds menschen