EXTRA-NUMMER. 2 Januari 1888= !1e Jaargang. Dit blad TeracliyTit lederon. Woensdag en ADYDHTiOTTK'-: voor Dinsdag- j Oienstaaavragen wordengeplaatstlegen5 cent f' en Vrijdar/rniddag 12 mrr te bezorgen bii det; oa Advertentiën tegen 6 cent per regel ie prijs per liairjaaï f 0.o0, itaneo per post f 0,90, J. A. £JsTi#»o Iff roots Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte, waarover per halljaarlijksckc kwitantie 1 j Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der- vrordt beschikt. Oblnncr 1RfM Fvomhlnvow i zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee- Aizomlerhjke nommcrszijn h 1 cent verkrijgbaar. yllitlg lOUU LXBrïipiu/Bn. j maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen. Adyertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig' cents. Bij dit No. behoort een Bijvoegsel. Iteil, lezers, in het nieuwe jaar! Weder is een jaar heengegaan. Den een bracht het vreugde, den ander leed. Hier ontnam het het dierbaarsteginds schonk het veel. In de laatste uren is ons dat alles nog eens door den geest gegaan en het stemde ons ernstig. En toen de twaalf laatste slagen verkondigdendat we een' nieuwen jaarkring waren binnengegaan, namen we afscheid van den ouden met al de gemengde gevoelensdie de herinneringen] bij ons gewekt hadden. Wat zal het nieuwe jaar ons brengen? Wij weten het niet. Niemand vermag den sluier op te lichten, die de toekomst voor het oog- verbergt. Wij kunnen wenschenhopenvree zen; wij kunnen verwachtingen bouwen, zoo wij meenenop de hechtste grondslagenmaar evenals het onverbiddelijk lot plotseling al onze idealen kan vernietigen en onze luchtkas- teelen in rook doen opgaan, zoo kan eene onverwachte wending alle vrees beschamen. Als we maar antwoord konden krijgenwat zouden wij veel te vragen hebben. Wij zijn gezond en sterk en bezitten alleswat we be hoeven om het leven te kunnen genieten zal dit aan het einde van het jaar nog zoo zijn?... Zal dit jaar genezing schenken aan den ziekekrachten aan den zwakketroost en opbeuring aan den mismoedige Zullen de ellenden, die de maatschappij teisteren, zoowel in haar bovenste als in haar onderste lagenworden weggenomenzullen zoovele nooden gelenigdzoovele rampen geheeld wor den Hoe zal het gaan in kerk en staat op elk gebied Zullen de zegeningen des vre- des zich uitstorten over allen, welvaart be vorderen liefde kweekeude menschen ver broederen of zal de onzalige verdeeldheid toenemen, den eenen mensch als eene furie plaatsten tegenover den anderen; zal wellicht de fakkel des oorlogs worden ontstoken en vernieling en dood verspreiden en zoowel de paleizen der vorsten als de woningen der vreed zame landlieden op hunne grondvesten doen trillen? De toekomst zal te haver tijd antwoorden. Als we dan toch die vragen doen, is het niet, dat we wenschten, dat aan eene ij dele nieuwsgierigheid zou voldaan worden; maar zij zijn het gevolg van eene ernstige levens opvatting, die rekening houdt met de teeke nen der tijden, die tracht door te dringen in het noodwendig verband tusschen oorzaken en gevolgen en zich tracht te wapenen tegen elke mogelijkheid, die maar eenigszins kan voorzien worden. Die vragen wekken op tot nadenken, tot handelen, als de tijd daarvoor aangebroken is, tot bevordering van het goede, wellicht tot voorkoming van het kwade. Maar wat ook de slotsom moge wezen van onze overwegingen, laten we nooit zoo opti mistisch zijnom te geloovendat wat goed gaat, wel goed zal blijven gaan, dat we de handen best in den schoot kunnen leggendat het in elk geval wel schikken zal. Laten we ook nooit te midden van de grootste ellenden den moed verliezen en mistroostig de hoop op eene betere toekomst opgeven. Met moed en vertrouwen treden we den nieuwen jaarkring binnen. We wenschten u heil, lezers, en we herhalen dien wensch. We hopendat het u allenieder in zijne betrek king moge welgaandat ge het leven zege nen moogt. Wij van onzen kant hopen op den ingesla gen weg voort te gaan. Waar we falen, re kenen we op uw zacht oordeel, daar we bij u de overtuiging verwachten, dat we steeds streven naar het goede, Onze grootste beloo ning zal zijn, te mogen zien, dat we, zij liet ook nog zoo weinig, toch iets mochten bijdra gen tot veredeling van den mensch. Ook den uitgever van dit blad mogen wij niet verge ten. Hij ondervinde dit jaar weder in ruime mate, dat hij met die uitgave een goed werk verricht. En nu ten slotte nog een enkel woord aan onzen ouden Redacteur. Hij is met ons het nieuwe jaar ingetreden; maar onder zulke om standigheden, dat hij het woord, dat hij voor een paar dagen tot de lezers sprakzijn laat ste noemde. Mocht dit nog eens anders zijn! Als we ooit een wensch uitsprakenwaarbij wij op volkomen instemming rekenden, zeker waren we er nooit zoo van overtuigd als bij dien voor zijn heil. Veel goeds heeft hij ge sticht: God geve hem de kracht om dat zoo al niet langen dan toch nog eenigen tijd te blijven doen. Hij geniete bij de ervaring, dat zijn arbeid voor de beschaving en veredeling van ons volk vruchten heeft gedragen en nog vruchten dragen zal. Hij moge nog dikwijls het Volksblad ter hand nemen en bespeuren, dat de tegenwoordigè Redactiehoe ver haar arbeid bij den zijnen ten achter staatbeproeft te blijven werken in zijn geest en dien, als een erkend goeden, tracht levend te houden.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1888 | | pagina 1