Verbeteren en dat daardoor de zinde geest, de eischen
van het publiek zullen veredeld worden.
Mogen velen met genoegen terugdenken, aan een
en ander, dat zij, ook in den loop van dit jaar, uit
het Volksblad opzamelden. Voor allen was dat jaar
zeker weder rijk in allerlei ervaringen indien deze maar
gediend hebben, om levenswijsheid te leeren, dan zal
men het lief en leed weder als middelen ter opvoe
ding zegenen.
En zoo zij het nieuwe tijdperkdat gaat aanvan
gen, getuige van waren vooruitgang bij ons volk en
wensch ik de lezers nog vele gelukkige jaren. Ook
het Volksblad moge nog langen tijd een door bet. volk
gewenscht en gewaardeerd blad zijn. De uitgever ver-
lieuge zich in een toenemend debietde redactie zette
steeds met opgewektheid en vracht haar werk voort;
onze maatschappijonze gemeente bloeie door getrouw
heid aan de beginselenook door het Volksblad ge
huldigd. En ten slotte mijne vriendenwilt den onden
redacteur niet vergetenwieu het aan den levens
avond eer en genot zal zijn, als hij mag ervaren,
dat ook zijn arbeid voor de beschaving en verheffing
van ons volk niot vruchteloos is geweest,
NEDERLAND.
Het gerucht, omtrent het in omloop zijn van
valsche guldens te Goes, is in zooverre waar, dat
er sprake mag zijn van slechts een gulden, welk
muntstuk verdacht wordt niet echt te zijn.
Tot de verzoekschriftenwaarover in de laatste
zitting der Tweede Kamer verslag is uitgebracht,
behoort ook dat van den heer: ,,11. E. Toe Laer,
doctor in de rechten en letteren te Haarlem, hou
dende beleefd doch dringend verzoek de noodige
stappen te doen, om rustige burgers te beschermen
tegen vroolijke soldaten".
Het adres is ter griffie nedergelegd ter inzage voor
de leden.
Uit Bergen op Zoom zijn als geschenk aan Z. H.
den Paus, bij gelegenheid van zijn jubilé, verzonden
duizend stuks prachtige zware koroestersverpakt in
een mooidaarvoor expresselijk vervaardigd fust.
Donderdagmorgen is naar de strafgevangenis voor
vrouwen te Gorinehem gevankelijk overgebrachttot
het ondergaan van de haar opgelegde gevangenis
straf van vjjftieu jaren, C. v. d. P., huisvrouw van
C. d. "V., laatst woonachtig te Heinkenszand, thans
gedetineerd te Middelburg.
UIT DEN VREEMDE.
De berichtgever van het Journal des Débats te
Rome verneemt aangaande de feesteljjke drukte op
het Vaticaau de volgende bijzonderheden
De menigte geschenken, welke den Paus worden
toegezondengaat alle verwachting te hovenmen
spreekt, van 3500 kisten. Er is van alles: eindelooze
hoeveelheden kerksieraden, kunstvoorwerpen, allerlei
levensmiddelenwijnen van alle gewaszooveel sui
ker, dat een enkele zender 5000 frs. aan rechten
heeft mteten betalen, kazen, enz. Ook zullen de
tentooustellingsgalerjjen in plaats van 500,000 wel 2
millioen lira's kosten, te meer omdat er op de werk
plaatsen nog al wauorde en verkwisting heerscht. Of
men 6 Januari gereed zal zijn is twijfelachtig. Op
het Vatieaan schat meu de waarde der geschenken
op 60 millioende Italiaansehe douane stelt die op
32 millioen. Niet weinig zal echter weer als ge
schenken moeten wordeu uitgedeeld. Aan goudgeld
alleen heeft de Paus 12 millioen ontvangen.
De vrouw van den heer Tanneguy de Wogauden
beroemden reizigerdie met een papieren bootje alle
werelddeelen heeft doorkruist vraagt echtscheidiug
omdat haar man altijd op reis is en haar ver
waarloost. Zjj zijn tien jaar getrouwd en üe Wogan
is tien jaar op reis.
KERKELIJKE ZAKEN EN ONDERWIJS.
Bedankt voor het beroep naar de Herv. gem. te Hein
kenszand door den beer J. Dommissepred. te Gapinge.
ALLERLEI.
MET OORDEEL GEKOZEN.
In den tram ontmoette iemand laatst eene
gekleede jonge dame, die hij kende, met een boek
in de handen aan den titel zag hijdat het een
vrij diepzinnig onderwerp behandelde.
„Wel, Mejuffrouw!" zei hjj, „je hebt daar eene
31)
FEUILLETON.
A N N E L E.
No veile van E. Ve ly.
„Onzen Lieven Heer zou ik er nu maar
buiten laten," zegt Annele. „En al sta
ik alleen in de wereld, JÖrg Neithart,
we zullen nog wel eens met elkaar af
rekenen, daar kan je staat op maken!
En al moest ik me halt stomp denken,
vinden zal ik iets, waarmee ik je zoo
zal treffen, dat je het niet overleeft!"
Hij ziet haar aan. „Zie je Annele, die
boosheid maakt je wel eens zoo mooil
Maar voor je in mij eencn berouwvollen
zondaar zult ontdekken, kan je nog lang
wachtenEn je kunt me niet gemakke
lijk wat aandoen, of 't moest zijn, dat je
me jaloerscli maakte, cn dat zal je toch
niet, wel, Annele?"
Ze wordt rood; plotseling komt er eene
gedachte bij haar op; ze haalt moeielijk
adem. Dit is ook het eind van hun ge
sprek, want houtvester Bitzer komt aan
den anderen kant naast Jörg zitten.
Hij vertelt allerlei ongelooflijke jacht
verhalen, en telkens als hij het woord
„strooper" noemt, kijkt hij ter sluiks be-
leedigend Annele aan.
„Jij bent me toch een kerel," zegt Jörg
Neithart, „van jou moet iedereen wel
houden
„Dat doen ze ook, behalve de meiden,
die niet, die mogen mijne roode haren
niet lijden!" roept Bitzer, en met innig
welgevallen strijkt hij zich over zijnen
baard. „En clan zijn er ook nog, die
bang zijn voor mijn geweeren die schrik
ken als ze me maar hooren schieten
net alsof ze een boos geweten hebben.
Er zijn hier in de streek veel te veel
stroopers, en daar moet het land van
gezuiverd wordenéén voorbeeld is niet
genoeg."
De Albgraaf vindt het een pijnlijk iets,
dat cle houtvester Annele zoo gedurig
aan haren vader herinnert. Hij wil haar
nog eens inschenken maar ze trekt haar
glas terug.
„Allemachtig, zegt hij, „wat dansen
die meiden daar, die schijnen geene ver
moeienis te kennen."
„Och, ze zijn jong en vroolijk," ant
woordt Annele, „dan kan je het lang
uithouden." Zij verlaat hare plaats niet.
Het wordt donker, de vrouwen komen
terugen nu praten ze over de winkels
waar men het best lean koopen en over
allerlei andere nuttige zaken.
En er is niemand op het terrein, die
rfiet eens even met Jörg komt klinken,
en allen hebben ze een vleiend woordje
voor hem over. „Ja, als we jou ook niet
hadden 1" „Zie je, jij bent nu eenmaal
de Albgraaf!" „Ja, ja, jij hebt mooi lach
en! als ik ook zoo eens reden had oin
vroolijk te zijn!"
In stilte verkneutert hij er zich in, dat
Annele dat alles ook zoo moet aanzien.
Om zijne bleeke vrouw bekommert zich
niemand, met haren stillen aard zit ze
niemand in den weg, en ze kon er even
goed niet zijn, men zou het nauwelijks
merken.
Het wordt donker en de lui van de
brandweer steken fakkels aan. Het ros
sige licht beschijnt het terrein en zet de
boomen in fantastischen gloedhier wordt
eene groep menschen verlichtdaar staat
eene andere in volslagen duister.
„Annele," Jörg buigt zich tot haar
over, „ik kom toch weer terug."
„Dan jaag ik je als een schurftigen
hond van de deur."
Hij lacht met eenen doffen lach. „Dat
doe je toch niet, dat weet ik welbeter!
Als menschen eenmaal zooveel van. el
kaar gehouden hebben, als wij tweeën,
dan zijn ze niet zoo gemakkelijk te schei
den."
„Zeker, Jörg, door één ding: door
verachting
„Komkomje zult wel wijzer worden
Daar vlijt zich een hoofd tegen de
knieën van het meisje, 'tis Jackie, die
stil voor hare voeten neergehurkt zat.
Vele menschen maken hem altijd schuw.
Maar nu heeft hij de woorden van den
Albgraaf gehoord.
„Annelewees maar niet bang. Hij zal
niet meer in den molen komen, en als
hij komt, dan schiet ik hem dood, dat
kan ik heel goed!"
„Stil, Jackie, wat babbel je toch!" ver
biedt zij hem.
„Heb je hier dat hondje nu ook al!"
zegt Jörg. „Je hebt er een nijdig bcestjen
aan!"
Annele strijkt den armen jongen over
het hoofdin haren zak kraakt de brief
van het doode Hannele. Als die man
daar naast haar eens wist, datdiestum-
perd zijn kind is! En weten zal hij het.
„Eerst moet het goede oogenblik maar
gekomen zijn," zegt ze bij ziclizelve.
„Wat?" vraagt Jörg. „Zou je hem nooit
wegdoen?"
„Zeker als hij in betere handen kwam 1"
luidt haar antwoordt. En ze vermeit zich
in de gedachte, hoe het hem zal stuiten,
als Jackie hem eenmaal vader noemt.
Vrouw Süssbeck knikt Babett toe. Wel
zeker, die twee worden nog dikke vrien
den. „Ik zeg altijd maar, als de men
schen mekaar maar spreken!"
JÖrg Neithart's bleeke vrouw zucbt.
„Alles goed en wel, als ik mijnen Jörgle
maar weer bij me had!"
Wordt vervolgd.