Mo, 100. Woensdag 14 December 1887. 10e Jaargang. Dit blad verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVJBltTENTlEN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Dienataanvragen wordecgeplaatsttegend cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Groote Letters en Afbeeld, naarplaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen. Oplaag 1500 Exemplaren. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, sjiiet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig' cents. NEDERLAND. De oudste ingezetene van deze gemeente hoopt Donderdag 15 dezer haar jaardag te herdenken. Het is Pieternel la Oostakker, die op dien dag haar honderste geboortejaar intreedt. Als een bijzonderheid verdient vermelding, dat de negenennegentig jarige het volkomen gebruik van al hare zintuigen bezit. Daar de jubilaris, niet met aardsehe goederen ge zegend is, zal, wat men de oude op haar jaardag schenken zal, zeker met dankbaarheid aanvaard worden. De Held. en Nd. Ct. deelt het volgende mede om trent de schipbreuk van het Dnitsche barkschip Re- nown Zaterdagnacht omstreeks 4 uur strandde op de Pannekoekin de Zuidergrondenhet Duitsche bark schip Renown, kapitein Rosenad, komende met eene lading rijst van Bangkok en bestemd naar Bremen. Eenigszins lek geworden zijnde, was het schip te Portsmouth binnengeloopen, had aldaar eenen loods en zes pompers aan boord gekregen en was op sleep touw genomea door de Duitsche sleepboot Assura deur, om naar de bestemmingsplaats te worden ge sleept. Tijdens de strandiug was de sleepboot dan ook voorgespannen; deze bevindt zich nog altijd in de nabijheid van de strandiugsplaats. Door het stormachtige weer bevreesd, dat de equi page van het schip in nood moest verkeerenvertrok de sleepboot Herculesmet de bemande reddingsboot op sleeptouwtegen het aanbreken van den dag naar hot gestrande schip om zoo mogelijk assistentie te verleenen. Daar aangekomenbleek de toestand echter nog ernstiger te ziju, dan men zich bad voorgesteld. Zware stortzeeën sloegen onophoudelijk over bet schip heenen de kokende branding scheen bet den red ders totaal onmogelijk te zullen maken bet schip te be reiken. Tweemaal werd de reddingsboot teruggeslagen, als men reeds meende het doel te hebben bereikt. Nogmaals werden nu door de roeiers alle krachten ingespannen, en nu mochten zij er eindelijk in sla gen in de nabijheid van het schip te komen. De equi page bestond, met inbegrip van loods en pompers, uit 25 koppen, zoodat het onmogelijk was, al deze menschen gelijktijdig te redden. Elf hunner, onder deze de kapitein en de loods, werden met veel moei te in de boot gebracht en later aan boord van de Hercules overgegeven. Veertien meuschenlevens moes ten nu nog worden gered, maar de krachten der redders waren uitgeputen deze waren niet in staat den gevaarvollen tocht reeds dadelijk opnieuw te on dernemen. Daarom werden de elf geredden hier eerst door de Hercules aangebracht. Toen gingen sleepboot en reddingsboot er opnieuw op uit, tot redding der ongelukkige schepelingendiedaar het schip reeds bijna geheel onder zat, in het want hunne toevlucht hadden genomen. Deze tocht was, helaas! te ver geefs het schip was met geen mogelijkheid te berei ken en, hoe ongaarne ook, was men verplicht on verrichter zake naar huis terug te keeren en de schipbreukelingen aan hun lot over te laten. Zondagmorgen vertrok men ten derde male van hier, om nogmaals de redding te beproeven. Het weer was FEUILLETON. 26) A N N E L E. No veile van E. Ve ly. Hij heeft me geld gegeven, veel geld, en omdat Sauberle, een knecht van de boerderij, naar Amerika ging, moest ik maar gelijk met hem mee. En ik ben ook meegegaan. En weer voor geld heeft Sauberle beloofd voor den vader van het kind te zullen doorgaan. En toen ze in Münsingen schoten ter eere van bruid en bruigom heeft Sauberle me mee naai het feest genomen; dat was de laatste keer, dat ik in onze streek het huis uit- kwam. „Grien nu toch nietmeidzei- de hij„den prins heb je nu wel niet gekregen, maar kom, ik ben ook een flinke jongen!Hoera, naar Amerika!" Och, ik was toen nog al luchthartig, en ik heb me eenigen tijd getroost: ik heb altijd mooipraters geloofd. Maar toen we hier aankwamen, vond hij het nietnoo- dig zoo'n haast te maken met trouwen, en toen ik ziek werd en Jackie geboren werd, was Sauberle verdwenen. En het geld had hij mee. En toen heb ik aller lei avonturen gehad, totdat je mij bij Feuersochen hebt gevonden. Die was de laatste. Nu eens had ik volop, en dan weer stierf ik bijna van den honger. En Jackie is altijd bij me gebleven, maar die had het zwaar te verantwoordenom dat hij zoo'n onwijze stumperd was. Ik heb hem altijd als eene straf beschouwd, en ik was toentertijd blij, dat je hem bij je hieklt en ik dacht nooitdat hij zou blijven leven. En nu lig ik hier in het hospitaal. Ik heb het water en zal nooit weer beter worden. En nu schrijf ik je, dat je Jackie naar den man moet bren gen, dien ze den Albgraaf noemen en dien je wel zult kennen. Dan moet je hem zeggen: hier heb je Hannele's kind; door jou is het ongelukkig geworden, zorg jij nu voortaan voor hem. Want, Anna Merkle, jij bent toch ook maar een menschen je kunt toch ook ster ven, en dan zou Jackie daar hulpeloos en zonder dat iemand naar hem omkeek in de wereld staan. En ik druk je wèl op het hart, ga toch vooral naar zijn vader! Bedenk, dat het de laatste bede eener moeder is, en ik voel mijn einde al naderen en ik klaag niet, want mijn leven is ongelukkig geweest, ach zoo on gelukkig! Jörg zal er wel niet op tegen hebben, en anders is de schout er nog en mijn grootvader, die zijn van de zaak op de hoogte." Annele heeft bitter geweend over het lot van het arme Hannele. Dus Jörgle is de broeder van Jacklêwie zou dat hebben kunnen denken? En dus moet ze nu voor Jackie in de bres springen! Zeker, ze moet het wel het kan niet anders. Maar 't zal haar niet gemakkelijk vallen, den drempel te betreden van den man, wiens zoon om harentwil naar Amerika is gegaan; vrouw Süssbeck heeft het haar duidelijk genoeg gezegd, en Jörgle's moeder heeft hare hulp willen inroepen, om haren zoon weer terug te zien. Den heelen weg over heeft ze aan de arme, verlatene vrouw in het hospitaal daar in het vreemde land moeten den ken, en de tonen, die Jackie aan zijne fluit ontlokte en het gejubel op het feest terrein, dat ze in de verte reeds hooren kon, hebben haar gehinderd en pijn ge daan. Wat zou het haar geven, of ze al aan Jackie van zijne doode moeder ver telde! Och, hij kan zich haar nog min der herinnerendan de slagen van Feuer sochen.' En de ruwe klant is de laatste geweest, die de arme vrouw heeft verla ten, en 't is nog eene gunst van den goeden God, dat er een Dnitscher aan haar sterfbed heeft gestaan. „Een Zwaab" heeft Hannele aan het slot van haren brief gezegddien de dokter beloofd had te zullen verzenden. En hij heeft dat ook eerlijk gedaan, terwijl hij achter op het couvert heeft gezet; „Afzendster heden gestorven." Dikwijls, denkt Annele al zuchtend, is toch het leven een hard iets en lijkt het wel een moeilijk werk. Zijdie vroe ger altijd meende, dat slechts haar een droevig lot te beurt was gevallenMaar sedert de liefde haren intocht in haar hart heeft gehouden, voelt ze zich zoo verruimd en lacht alles in 't rond haar toel „Als men maar een hart op de we reld heeft, dat het trouw en eerlijk meent", zegt ze zoo bij zichzelve. Nu zijn ze on der de wimpels gekomendie aan hooge vlaggestokken wapperen; pijnboomen heeft men daar in den grond gezet, en er is een ontzettend rumoer. De signalen der brandweer hoort men, daar tusschen door spelen de muzikanten, allen zingen en joelen, en de zon beschijnt louter vroolijke menschen. „He, wat is dat mooi!,Kzegt het don kere Riekeleen met stralende oogen ziet ze overal heen en draait zich dansend rond, opdat ieder op haar zou letten. De eerste indruk, dien Annele ont vangt, is zeer ongenaam. Houtvester Bitzer loopt haar voorbij en kijkt haar met eenen hoonenden lach aan. Reeds het zien van de groene jas eens hout vesters hindert haar. Door de hand des voorgangers van dezen man is haar vader gestorven deze óók spoedig daarna doch het doet haar pijnlijk aan, als ze er aan herinnerd wordt. Wordt 'vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1887 | | pagina 1