>Xa! Ho. 89. Zaterdag 5 November 1887. 10e Jaargang. DE BESTE VRIESB. Dit blad verschijnt icderen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0.50, franco per poHt f 0,90, waarover per halljaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN vóór Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 nur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienstaanvragen wordengeplaatst tegen5 cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Qroote Lettcrn en Afbeeld, naarplaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingenniet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents. De Genestet spreekt ergens van zijn besten vriend en schetst ons hemals iemand met ijz'ren hand en koel gebiedend oog, iemand, die, hoewel begaafd iuet recht gevoel en kloek verstand, vaak norsche buien heeft. Met dien vriend valt niet te spottenwant zijn wil moet gelden voor wet en zijn wenken voor gebod, en waar de ander het waagt, om zich te verzetten, is berooving van elk genoegen daarvan voor hem het onmiddellijk gevolg. Onze verwondering klimtals wij van De G. hoorendat die vriend hem soms stoort in 't zaligst uurbij lust en feest en lied, en hem verjaagt van de liefste plekom hem op te sluiten in het enge vertrek waar lastige arbeid hem wacht. En als wij nu van meening zijn, dat die dwingeland tevreden zal wezen, indien eenvoudig zijn wil wordt volbracht, zonder acht te geven op den lijdelijken tegenstanddien wij veronderstellenof te letten op bet woord van wrevel, dat misschien al gesmoord is, eer bet over de lippen komt, dan heb ben wij het mis, want de schrijver vervolgt: Hij dwingt mij kalm te zijn en sterk Terwijl mij 't harte bloedt En als ik weendan zegt hijwerk Als ik niet kau: gij moet! Onze verbazing is ten top geklommen, dat men zoo iemand zijn besten vriend kan noemengelukkig hooren we ook van betere eigenschappen en 't is de vraag maarof die tegen de minder goede bunnen opwegen. Hij baart strijd, maar geeft ook rust, zij 't dan ook aldat die iu zorg eu zweet verdiend is moge hij al een last zijndaarnevens strekt hij ook tot lust eu hij blijft, niettegenstaande hij een plaag kan wezen, toch een waarachtig vriend; Want volg ik hemdan rondom mij Schept bij mij vrede en licht, En stemt mij 't hart zoo ruim zoo vrij Wie is dat zonderlinge mengsel van last en lust, van plaag en vriend, hoe is zijn naam? Die 't bedoelde versje kent, weet het, die 't niet bentheeft het wellicht al geradenhij heet Plicht. Of heeft de oplossing u niet voldaanlezers 1 en ziet gij in den plicht eer uw' vijand dan uw' vriend Wij koesteren betere gedachten van u, al gelooven wijdat het u niet zou ingevallen zijnhem uw besten vriend te noemen. Gij zult zeker, als iedereen, menigmaal ondervonden hebben, dat de schildering van De Genestet waarheid bevat. Gij weet er van meê te sprekendat de plicht dwingt met ijzeren bandgij hebt die zeker meermalen gevoeld en wellicht is de aanraking zoo krachtig geweest, dat er hier of daar nog wel eene schrain of eene blauwe plek van zichtbaar is. Gij hebt zeker ook somtijds uw' plicht, wel niet gevloekt, maar toch vrij ondraaglijk gevonden, als hij u wegrukte uit den gezelligeu bring eti u dwong, allen genoegens vaar wel te zeggen, temeer, wanneer hij u juist in die oogenblikken, die zoo genoeglijk hadden kunnen zijn, riep tot een' arbeid, die toch al niet vau de aangenaamste was. Eu ge zijt dau zeker met eeni- gen weerzin gaan gehoorzamenen die is te verseboo- nenhoewel niet te billijkenmaar ge hebt toch gehoorzaamd, omdat ge begreept, dat de plicht on verbiddelijk is. Maar dan hopen we ookhebt gij spoedig nw weerzin overwonnen zoodra gij inzaagt, dat volgen eene noodzakelijkheid was; zelfs is uwe onpleizierige stemming in eene meer opgernimde verauderd en kreegt ge lust in den arbeid, dien go zaagt vorderen en die u aan het einde zelfvoldoening, tevredenheid met u zeiven beloofde. Gij zult ook dikwijls opgemerkt hebbendat uw plicht eene volkomen toewijding van u vorderde en dat het werk, dat hij u opdroeg, nimmer vlotte, als het met tegenzin werd verricht, zelfs al werd het dan door u behoorlijk afgemaakt, dan was alleen een gevoel van verluchting nw loonmaar vrede en licht werden niet om u heen geschapenevenmin was uw hart ruim en vrij gestemd. Werkelijk het beeld, door den dichter gebruikt, is even schoon als juist: de plicht voorgesteld als 's menschen beste vriend. Maar om dit goed in te zien, moet men niet behooren tot de luiaards, diemeenen, dat zij slechts voor hun pleizierdat wil zeggen voor beuzelachtigniets voortbrengend, den mensch onteerend genot levenook niet tot de eigenbe- langzuchtigeudie niet gevoelendat zij mede een schakel vormen van die groote maatschappij, welker belangen met de hunne in overeenstemming moeten zijn. maar er niet aan ondergeschikt kunnen gemaakt worden. Neen, alleen zij, die de waarheid gevoelen van wat dezelfde dichter elders zegt: „werken en denken en leeren is leven"zij reiken den plichtals een' waarachtig vriend, met warmte de hand en al moge hij soms aankloppen op een uur, dat zij niet zoo gelegen achten, toch wordt hij met blijdschap ontvangen en hartelijk verwelkomd. En niemand heeft er ooit spijt van gehad, zoo gehandeld te hebben, want het loon der vriendschap is groot. Even hard, als de hand is, die ten arbeid drijft, even mild is zij in de helooning. Zij schenkt rnst aan 't gemoed zij brengt tevredenheid, en waar vindt men grooter schatten dan deze? Het zaligste gevoel, dat de mensch kan ondervin den is dat, hetwelk voortspruit uit nauwgezette plichtsbetrachting. Die dat gevoel bezit, is gelukkig, die het mist, de ellendigste der mensehen. Wie ooit een meer dan oppervlakkigen blik heeft geslagen in de geschiedeniszal ook opgemerkt hebbendat de grootste en edelste mannen degenen waren, die met den meesten ijver en de meeste nauwgezetheid vol brachten, wat zij kau' plieht rekenden; juist in die vervulling van hun' plicht ligt de oorzaak van hunne grootheid. Zelfs geheele volken, ja de gansche maat schappij, wij hebben het verleden week nog van een' begaafd redenaar kunnen hooren zal meer of minder bloeiend kuunen genoemd wordennaarmate hare leden heter of slechter hun' plicht hegrijpen en willen volbrengen. De kracht eeuer natie ligt in het plichtbesef. Zon de wensck misplaatst zijn, dat steeds meerde- reu den plieht als hun besten vriend mo gen leeren beschouwen? K E D E R L A K Goes. Donderdag jl. hield dhr. De BuisODjé van Oostburg, de aangekondigde volksvoordracht. Spreker begon met optemerken, dat hij voor het volk las, wat hem tot verschooning moest dienen, als bij sommigen het stukdat hij wilde lezennl.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1887 | | pagina 1