No. 83.
Zaterdag 15 October 1887. 10e Jaargang
Dit blad verechijnt iederen Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommerszü'n a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIEN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den
uitgever J. A. BOSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dienstaanvragen wordengeplaatst tegen5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
Groote tetters en Afbeeld, naarplaatsrnimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, ala: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingenniet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig' cents.
Bij dit nommer behoort een Bijvoegsel.
MEI* ZEGT
Men zegtmaar laten wij liever nog een
oogenblikje wachteneer we luisteren naar betgeen
men zegt. De vertrouwbaarheid van het bericht zal
toch wel afbangen van die van den berichtgever en
alvorens dus bet gezegde voor waarheid aan te ne
men ia een onderzoek naar den zegsman geoorloofd.
Wie is die men toch, die wat te vertellen beeft? Gij
weet het Diet, lezers, en ik weet bet evenmin; maar
wij kunnen eenige gissingen maken. Men is zeker
iemand, die graag wat van zich laat booren: de
eigenaardigheiddat „men zegt" ons betermeer ge
woon, iu de ooren klinkt, dan bijv. „men doet" zou
ons al doen besluiten, dat men meer een man van
het woord dan van de daad isdat hij tot de praters
behoort. De zucht om te praten kau hem dus bezield
hebben, toen hij meende, ons wat te moeten meê-
deelen.
Men ban ook belang gehad hebben bij zijne me-
dedeeling en dan is het te verwachtendat de waar
heid naar het eigenbelang geregeld en misschien
wel verwrongen is. In dat geval zouden wij bet slacht
offer kunnen worden van oneerlijkheid.
't Zou ook kunnen zijndat men iemand isdie
te veel leegen tijd heeft en, daar ledigheid des dui
vels oorkussen is, kan hij het wellicht niet helpen,
dat hij er toe aangezet wordt, om wat te vertellen
van anderen en daarvoor juist al het kwade, dat hij
weet of weet te verzinnen, samenbrengt. Of die an
deren er nadeel van ondervinden, komt er minder op
aan: dit kan toch niet opwegen tegen bet genot, dat
hij smaakt doorbij wijze van tijdpasseeringte kun
nen vertellen en tevens te kunnen zien, hoe goed
zijn woorden bij velen ingang vinden.
Maar men kan ook behooren tot hendie wat de
gelijks te zeggen hebben, 't Kan wezen, datwat hij
heeft te vertellenten zegen kan zijn van de maat
schappij en dat hij dus een onbekende weldoener der
mensehheid is. Zulke onbekende weldoeners zijn er
echter slechts bij uitzondering en kunnen wij al een
oogenblik aannemen dat iemand iets goeds te ver
tellen beeft en tevens genoodzaakt iszich achter den
algemeeuen „men" te verschuilen, hij zal toch ook
wel weten, dat hij de waarde van zijne mededeeling
daardoor aanzienlijk verkleint.
En willen wij nn eens nagaan wat men eigenlijk
te zeggen heeft? Als 't de moeite maar loont!...
Men zegt, dat Minister A of B zal aftreden of zal
blijven, dat de gewijzigde grondwet zal worden aan
genomen of verworpen, dat dokter C naar 't buiten
land zal gaan en later weêr, dat bij in 't land blijft,
dat er storm zal komeudat de winter streng zal
wezen enz. enz. Eu al zijn er onder die berichten
di6 niet van belang ontbloot zijn, in den regel kun
nen ze voorbarig genoemd worden en dragen ze de
kennelijke bewijzendat de zucht om wat nieuws te
vertellenaandeel heeft gehad in hunne voortbrenging.
Toch kunnen die „men zegde" bun nut hebben, al
was bet maar, dat zij eene voorbereiding zijn
voor mogelijkheden, daargelaten nog, dat zij van
goede gronden kunnen vergezeld gaan.
Maar wanneer men zich gaat bemoeien met dingen,
die hem beelenal niet aangaanerger nog, als hij het
kwaad van zijne naasten gaat vertellenhet aller
ergst, als hij het kwade in het ongunstigst licht plaatst,
het vergroot, ja zelfs het maar verzint, dan is hij
het slechtste wezendat er op Gods aardbodem be
staat. Men is een groote kwaadspreker en lasteraar,
die veel ellende in de maatschappij te weeg brengten zich
altijd zoo weet te verschuilen of zich zoo mooi voor te
doen, dat niemand de schuld op hem kan werpen. Men
weet de braafste menscben verdacht te maken door
het verbreiden van geruchten, die gewoonlijk even
vaag zijn, als de persoon, van wie ze afkomen,
onbekend. Niettemin treffen ze doel. Wel zullen
slechts weinigen ze terstond voor waarheid verslijten;
maar de een vindt, dat zonder eenigen grond dit
wel niet verteld zal worden en een ander meent, dat
er wel iets van aan kan zijn en wil er daarom bet
fijne van weten. Dientengevolge doet hij navraag en
geeft, misschieD onwillekeurig, daardoor aan de zaak
zulke kleuren, dat bij geloof wekt bij anderen en
zelf ook eindigt met te gelooven. Zoo heeft men al
wéér gezegevierd. En al wil een derde, zoo hij be
weert niets van de zaak aannemenook bij hem
maakt zij licht een' indruk, die te eeniger tijd nog
wel eens zijne aanwezigheid verraadt.
Er zijn mensehen, die gebukt gaan onder de
zwaarste verdenkingen, die men hun op den hals
heeft geschoven. En als zij zich daarvan willen ont
doen door zich tegen den beschuldiger te verdedi
gen stuiten zij altijd op dezelfde bezwaren. Ieder
tot wien zij zich wenden, wil gaarne erkennen, dat
bet maar praatjes zijnwaaraan bij geen schuld
heeft; maar niemand kan den onzichtbaren persoon
aanwijzen, van wien ze uitgingen, 't Is en blijft al
tijd, men zegt
't Is ongelukkigdat zooveleu zich vermeien iu
bet kwaad van anderen; mocht er meer liefde heer-
schen onder de mensehen, zij zonden niet zoo spoe
dig de geruchtenvalscbe of wareopnemen en ver
breiden tot schade en schande van hunne medemen-
schen en bijde onzichtbare „men", van wien ze
uitgingen en die nu, hoewel spring levend en met
een' verbazendeu invloed, alleen in figuurlijken zin
op 't kerkhof ligtzou wellicht spoedig in werkelij-
ken zin ten gi'ave dalen. Laten we, zoolang bet zoo
ver nog niet is, ons verstand en ons hart raadple
gen, wanneer men aan het woord is.
E I) t 1! I. A I».
Volgens bericht uit Znid-Beveland staat daar de
handel in aardappels zoo goed als stil, wegens het
voorkomen van de bekende ziekte en de onzekerheid
of bet kwaad zich al of niet zal uitbreiden in de ge
rooide. De prijs bedraagt nog ongeveer f 1,per
hectoliter, maar voor dit weinige bedrag heeft de ver-
kooper geen genegenheid. Mocht de markt niet rij
zen', dan zal er veel gekuild worden.
Met ingang van 15 October wordt de bodeloop
Kats-Kortgene (éénmaal daags) opgeheven en daarvoor
in tie plaats gesteld een bodeloop van Kats naar
Kolijnsplaat (2maal daags.)
In verband daarmede wordt de postbode B. Ponse
een eervol ontslag' met aanspraak op pensioen ver
leend, en is in diens plaats tot postbode benoemd
P. Boer, te Amsterdam.
Den brievengaarder J. Sturui is wegens de uitbrei-