74.
Woensdag 14 September 1887. 10° Jaargang.
Du Wad mr&eaijiit tdevua Woensdag en
Zaterdag
Ds prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per fcalijaarlijksclie kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommers ziin a 1 cent. verkrijgbaar.
ADVERTENTIES voor
en Vrijdagmiddag 12unr te Lezorgen bij den
nltg-eTer i. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Diettóiaanvragen wordengeplaatst legen «e&t
en Advertentïën tegen 6 cent per regeJ
ï-roote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentïën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Vsrjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingenniet meer dan acht regels beslaande, voor clen prijs van vijftig CClitS.
ff 12 B E II h A B.
GoesMaandag 11. geraakte een der passagiers van
den tramdie tusschen Bergen op Zoom en Roosen
daal rijdt, ouder de wielen van den tram. Vreeselijk
verminkt werd hij opgenomen en naar Bergen op Zoom
vervoerd. In het bezit van den persoon werden geen
voorwerpen gevonden, die opheldering kondon geven
omtrent naam en woonplaats, dan alleen een spoor
wegkaartje naar Goes, hetgeen aanleiding gaf om de
politie in deze gemeente inlichtingen te vragen.
Nader vernemen wij, dat zekere J. V. alhier ver
mist wordt, zoodat het geen twijfel lijdt of den
persoon van dien naam heeft het ongeluk getroffen.
Zondag zou te Utrecht eene samenkomst van so
ciaaldemocraten gehouden worden in een klein bier
huis aan den Krommen Rijneven buiten de Tol
steeg barrière.
Zondag morgen kwamen voor dat huis honderd
tallen bijeendoch tot halftwaalf circa bleven allen
in eene bedaarde stemming. Enkelen gingen bet bier
huis in en verlieten het weer tot ten slotte een be
zoeker binnentrad, die van bier niets weten wou,
maar een glas Oranjebitter verlangde. Dit kon liem
niet verstrekt worden, eu nu volgde 'teerste too-
neeltje van verwarring, waarna, naar luid vau een
der verhalers, een bewoner der Oraniewijk binnen
kwam en met stevige vuist allen uitdreef, die binnen
waren, zoodat het lokaal toen zonder beheer was.
Een gevolg biervan wasdat onophoudelijk werd in
eu uit geloopeu, doch tevens, dat telkens iets vau
binnen werd uitgedragenen zoo kwamen achtereen
volgens gevulde en leege biervaatjes, glazen, spuit-
flesschen planken, enz. terwijl binnen'tlokaal stoe
len tafelsenz. werden vernield. Dit geschiedde van
halftwaalf tot halfeen. Alias droeg echter meer het
bewijs van baldadigheid dan van bepaalde vijande
lijkheid, en 't waven ook voornamelijk groote jon
gens, die er zich mee bezighielden. Te kwart over
twaalven vielen de eerste slagen. De vrouw van den
bierhuishouder was met een kindje op den arm de
woning* ingegaan, en toen nu een uit den hoop zich
voor haar partij stelde en haar tegen overlast be
schermen wilde, kwam het in de deur tot handtas
telijkheden. De vrouw verliet weldra de woning weer,
alles aan de willekeur des volks overlatende. In een
kast vond men socialistische geschriften.
Te half één verscheen de politie. Deze maakte schoon
schip in het lokaal, en zette dit af, zoodat verder
alles betrekkelijk rustig bleef, eu veleu zelfs aftrok
ken. Te 2 uur echter groeide de menigte weer aan
en te 3 uur stonden iu een wijden omtrek van het
bierhuis alle straten gevuld. Hier werd gezongen,
daar gepraat, tot eindelijk in de Kerksteeg, een
straatje tusschen den Krommen Rijn en de Gans-
steeg even ter zijde het bierhuiseen kreet van
Oranje boven gesmoord werd door een stevig uit-
zienden gastdie van onder zijn jas een mes trok
maar nog voor hij hiermede iets had kunnen uitrich
ten gegrepen werd door burgers en agenteneven
als een tweede, die hem wilde bijspringen. Beiden
werden naar den politiepost aan de Tolsteegpoort
overgebracht, waar zij deerlijk gehavend aankwamen.
FEUILLETON.
22)
EENE SCHOLD.
Naar het Duitsch van Victor van Strauss.
Toen hij cle gelagkamer binnentrad,
zat het omberpartijtje aan zijne gewone
tafel, en aan eene andere de kring der
habitués. Het was reeds bekend, dat een
officier met extra-post bij den bankier
Levi aangekomen was, en zich terstond
naar den onbekenden heer had begeven.
Allen beschouwden hem dus met nieuws
gierige blikken, en de predikant legde
de kaarten neder. De ritmeester wenkte
den kastelein bij hem te komen,bestel
de eenige koude spijzen en wijn, en
sprak met hem af, dadelijk een bed met
toebehooren en ook den koffer, die nog
bij Levi stond, naar de woning van zijn
vader te laten brengen. Op zijne vraag
naar een dokter wees de kastelein hem
den heer aandie aan de onbertafel zat.
De ritmeester trad naar hem toe, nam
hem ter zijde en vroeg: „Mag ik u ver
zoeken, mijnheer de dokter, over een
half uur met mij naar mijn Vader te gaan
die zeer ziek is?"
De dokter bewilligde daarin met veel
ijver, en nam weder aan de speeltafel
plaats, maar met het spelen was 't ge
daan. Kort daarop kon Koenraad gaan
zitten om te eten, maar zeker zou hij
eene andere plaats gekozen hebben, als
hij geweten had, dat nog niet lang ge
leden Paszhul op denzelfden stoel had
gezeten.
Toen het hem toescheen tijd te zijn,
stond hij op, en de dokter, die dikwijls
naar hem had omgezien, deed hetzeltcte.
Daarop gingen zij samen heen, en de
maan, die opgekomen was, bescheen
hun weg. Toen zij bij den ouden heer
kwamen, lag hij bij het lamplicht wak
ker. De dokter vroeg, onderzocht, merkte
op, had een langdurig gesprek in de an
dere kamer met cle huishoudster,kwam
toen terug, enzeide, dat hij uit de apotheek
iets zou laten brengen. Koenraad vroeg
hem bij het uitlaten hoe hij den zieke
vond? Het antwoord was:,,Ik kan alleen
maar iets versterkends en opwekkends
voorschrijven. Dat zal hem nog wel
eenige dagen in het leven houden. Het
is eene groote verzwakking, eene uit
putting van alle levenskracht. Ik zou het
een marasmus senetus noemen, als hij
niet zooveel geestkracht aan den dag legde.
Maar als het uurwerk des levens afloopt,
kan men het niet weer opwinden. Ik ga
van de vooronderstelling uit, dat gij cle
waarheid wil hooren."
„Ja, ik dank u," zeide Koenraad, en
zij scheidden. Het waren dagen vol be
wijzen van liefde, vol ernstige gesprekken,
ja vol heilige oogenblikkendie Koenraad
nu meestal aan het ziekbed van zijn va
der doorbracht. Van lieverlede, met
veelvuldige tusschenpoozenverhaalde de
grijsaard hem zijne geheele vroegere le
vensgeschiedenis, noemde dit zelf een
laatste -biecht, en werd zichtbaar kalmer,
ja, zelfs bijna opgeruimd, toen hij daar
mede ten einde was. Maar nu namen
zijne krachten al meer en meer af, en op
zekeren dag toen Koenraad, zooals hij
reeds dikwijls gedaan had, hem uit de
Heilige Schrift voorlaswas hij onder het
lezen kalm ontslapen.
De trouwe zoon drukte met tranen in
de oogen eert laatsten kus op het ge
liefde koude voorhoofdging het treurig
bericht aan de huishoudster mecledeelen,
en in de stad het nooclige voor de be
grafenis bestellen. Onderweg ontmoette
hij den dokter, clie zeer vriendelijk en
deelnemend aanboo d alles voor hem te
bezorgen. De overledene, die zijn einde
had voorzien, had zelf verlangd niet in
het familiegraf, maar hier begraven te
worden.
Koenraad zocht uit de nalatenschap
van zijn vader het weinige bijeen, dat als
aandenken waarde voor hem had. Het
overige, zooals huis en tuin, schonk hij
de getrouwe verpleegster, wie hij ook een
jaargeld toekendeen nadat de begrafenis
op waardige wijze volbracht en alles be
hoorlijk geregeld wasaanvaardde Koen
raad 'de terugreis. Het overlijden van zijn
vader had hij Lilli in een briel gemeld,
die niet minder van zijne liefde dan van
zijne getrouwheid getuigde.
Op een station dicht bij de hoofdstad
zag hij Paszhul in denzeliden trein stap
pen. Hij moest zich geweld aandoen, om
clen toom te bedwingen, die in hem be
gon te kokentoen hij dien man in
't oog had gekregenen hij besloot reeds
terstond afrekening met hem te houden,
hoewel de bepaalde drie weken eerst over
eenige dagen verstreken zouden zijn. Ge
woon zich te beheersclien, trad hij, aan
het doel zijner reis gekomenmet schijn
bare bedaardheid naar Paszhul toe, en
zeide„!k zal het vandaag met je afma
ken. Kom dadelijk in mijne woning. Ben
je bereid?"
Paszhul. die onderweg den ritmeester
reeds haci opgemerkt, gaf met een ha
lslij ken. grijnslach zijne bereidwilligheid te
kennen. Daarna ging hij in de restauratie.
Voor Koenraad, die van zijne komst
bericht had gegeven, stond een rijtuig
aan het station. Toen hij wilde instappen
en zijne bagage werd opgeladen, kwam
Paszhul buiten en was zoo vrijpostig ook
te willen instappen. De knecht stiet hem
terug, sloeg de trede dicht, klom ach
terop en het rijtuig reed heen. Met een
woedenden blik liep Paszhul het na.
Wordt vervolgd.