Ho.
Woensdag 24 Augustus 1887. 10e Jaargang.
~TTftTRTTFör™~™~
i.aü verachijnt lederen "Woensdag en
Zaterdag.
De prijo per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommerszijn 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENT1EN voor Dinsdag-
■n Vrijdagmiddag 13 uur te bezorgen bij den
nifgever J. '4. ROSS, Goes,
Oplaag 1500 Exemplaren.
'Leastaanvragen wordeageplaalst tegen 5 cent
en Advcrtentiën tegen 6 cent per repel
ïroote Letters en Afbeeld, naarpiaataruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet moer dan acht regels beslaande, voor den prijs van v ij f t i g' cents.
PATENTEN.
De patenten over het dienstjaar 1887/S8 loopende
van 1 Mei 1887 tot ultimo April 1888, alsmede de
supplotiebladenen die over bet le kwartaal kunnen
ter Secretarie afgehaald worden van Dinsdag den 23
Augustus tot en met Dinsdag 13 September daar
aanvolgende, uitgenomen des Zondags, dagelijks van
des voormidclags 0 tot des namiddags 2 uren.
Die afhaüng moet in persoon geschiedenterwijl
de onafgehaalde patenten of de afschriften daarvan
later door den deurwaarder der directe belastingen
aan de patentplicbtigen worden uitgereikt tegen be
taling van 10 cents.
Goes, 22 Augustus 1887.
De Burgemeester van Goes,
J. "G. DE WITT HAMER.
De Minister van biiinenlandsche zaken heeft be
paald, dat de verkiezingen voor de Tweede Kamer
zullen plaats hebben op den lsten September, en de
Minister vau oorlog heeft bepaald, dat de groote
herfst manoeuvres zullen aanvangen op den lsten
September. Waarschijnlijk hebben de heeren Minis
ters niet gedacht aan de gevolgen van bet samen
vallen dezer twee zaken cp ééoen dag. De Officieren
toch, die aan deze manoeuvre» moeten deelnemen,
zullen hierdoor belet worden, hunnen plielit als
staatsburger te vervulleu.
Dit kan niet. in de bedoeliug der Regeering liggen,
en de Arnk. Ct. wijst er daarom op, allereerst ook
zij komt er openlijk voor uit met het oog op
Arnhem, dat een Officier afvaardigde naar de Twee
de Kamer, en wiens herkiezing door zeer velen in
bet leger zou worden gewenscht.
Het hangt in dat district van slechts enkele stem
men af, en het is dus geenszins eene onverschillige
zaak, dat de Officieren op 1 September feitelijk in
de onmogelijkheid worden gesteld hnnnen tiezersplicht
te vervullen.
Verscheidene districten verkeeren in hetzelfde ge
val, zooals Leeuwarden, Groningen, Deventer, Does
burg, 's-Gravenhage en Venloo. In al die districten
zullen de Officieren belet worden bet recht uit te
oefenen, dat de Grondwet ook hun heeft toegekend.
Het bestuur der liberale kiosvereeniging „Goes,"
beeft zich per brief tot de Goesche afgevaardigden
ter Tweede Kamerdbrn. A. baron Scbimmelpenninck
van der Oije en jlir. mr. A. F. de Sarvorniu Lob
man, gewend met het verzoek zoo mogelijk het be
stuur te willen inlichten omtrent hunne houding, bij
de grondwetsherziening iu tweede lezing aan te ne
menen zulks met de bedoeling, om, wanneer deze
beide heeren mochten verklarende grondwetsont
werpen in tweede lezing te willen helpen aannemen,
dan aan de kiesvereeniging voor te stellen ditmaal
geone eaudkïaten -van -liberale zijde te stellen.
De beer Scbimmelpenninck van der Oije van Nij-
enbeek antwoordde hierop, dat bij geene vrijheid
gevoelt zich uit te laten, of bij bij de tweede lezing
zijn goedkeurend votum aan een of meerdere hoofd-
17)
FEUILLETON.
EENE SCHULD,
Naar "het Duitfch van Victor van Strauss.
„Ik begrijp niet, lioe dat samenhangt,
maar zij weet van mijnheer den ritmee
ster, en laat u zeggendat zij u persoon
lijk iets heeft te overhandigen, dat alles
zal goedmaken. Wat zij daarmee bedoelt,
weet ik niet, maar zij zeide, dat gij,zoo
waar als gij mijnheer den ritmeester lief-
hebt, zelve ten spoedigste bij haar moet
komen."
Een oogenblik slechts staarde Lilli haar
met een snelkloppend hart aan. Toen
sprong zij op en spQedde zich heen. Hare
moeder riep haar na, maar reeds vloog zij
de huiskamer door en de straat op. Me
vrouw von Eibisch schudde het hoofd
over al die geheimzinnighedenmaar be
greep toch, dat het nu geen tijd was
•/oor vragen en ophelderingen. Zij kon
Lilli in haar overspannen toestand niet
aan zich zelve overlaten, liet zich hoed
en doek brengen, en begal zich insge
lijks op weg naar de zieke vrouw.
Maar Lilli bleef daar lang. Toen zij
binnenkwam, was 't alsof de zieke haar
met hare blikken wilde verslinden, Het
verzegeld pakket lag op dc beddendeken
en slap daarop de hand van de zieke,
die te vergeefs moeite deed om het op
te tillen. Zij bewoog de lippen, en Lilli
boog zich' over haar heen.
„Neem dat," fluisterde zij. „Breng het
mijnheer von Feldrichshauscn. Maar geel
het hom zeil in handen, cn spoedig, spoe
dig, etr er nog meer ongeluk gebeurt."
Lilli nam het pakket aan'. „Ik zal 't
hem dadelijk brengen," zeide zij; „maar
om Godswilwat is dat en wat is er met
hem gebeurd? Wat weet gij van hem?"
De vrouw antwoordde niet. Zij had de
oogen gesloten, en hare ademhaling was
bovenmate snel. Uit een paar ijlende
woorden, die zij fluisterde, bleek, dat zij
buiten kennis was, en nu eerst bespeur
de Lilli hoe haar toestand sedert den
vorigen dag was verergerd.
Op dit oogenblik trad mevrouw von
Eibisch binnenvan de hospita vergezeld.
Lilli, door nieuwe hoop bezield,had zich
hersteld, hoewel de tranen haar over de
wangen liepen. Zij begreep dadelijk waar
om de bezorgde moeder haar gevolgd
was, verzocht vrouw Plenke haar bij de
zieke te vervangen, en geleidde hare
moedcï uit de kamer in de aangrenzen
de keuken, waar zij haar haastig het voor
gevallene mededeelde, en haar besluit
te kennen gal om het pakket terstond
zelve aan Feldrichshausen te brengén.
Daar was hare moeder in alle opzich
ten tegen. Behalve dat het in geen ge
val betamelijk zou zijn, nu, onder de
bestaande omstandigheden, was het meer
dan ooit ongepasten zij mocht het niet
toestaan. Zij begreep wel niet, wat zulk
eene vrouw, die hier vreemd was, met
den ritmeester von Feldrichshausen te
maken kon hebben; maar dit pleitte er
juist voor, dat het van groot belang voor
hem kon zijn het pakket spoedig en vei
lig in handen te krijgen, en dus wilde
zij het hem dadelijk zelve gaan brengen.
Zij zou wel eene ledige droschke aan
treffen.
Daar moest Lilli zich in schikken. Haar
ongeduld om spoedig te vernemen, wat
die mededecling zou uitwerken, was na
tuurlijk en verschoonbaar. Beiden be
schouwden nog eens het geheimzinnige
pakket. Er stond op geschreven: „Mijne
veiligheidsklep B, l1." Mevrouw von Ei
bisch, door Lilli tot haast aangedreven,
hield zich echter niet op om er naar te
raden, wat dit mocht beteekenenmaar
spoedde zich met het pakket heen.
In de hoop, dat de zieke misschien
iets meer zou zeggenals zij weer bij ha
re kennis kwam, keerde Lilli onmiddel
lijk tot haar terug" en zond de hospita
weg. Zij ging voor het bed zitten en be
schouwde haar met angstige spanning,
terwijl hare gedachten hare moeder volg
den, en hoop en bezorgdheidverwach
ting en droefheid, in hare ziel afwisselden.
Kort daarop kwam de dokter. Na de
zieke onderzocht te hebben, zeide hij
zacht tot Lilli: „Hel zal spoedig afgeloo-
pen zijn. Haar einde is eiken dag. ja
elk uur, te verwachten."'
„Zou zij niet weer bij hare kennis ko
men?" vroeg Lilli.
„Bezwaarlijk," antwoordde hij. Ik ge
loof het niet. Maar wat is dat?" liet hij
er op volgen, terwijl hij het meisje scherp
in de oogen zag. „Gij ziet er niet goed
uit. Scheelt u iets? Gij trekt u dat ge
val van hier toch niet te veel aan?"
„Het gaat mij ook wel ter harteant
woordde zij„maar dat is het toch niet.
Ik ben gisteren geschrikt van een zeer
smartelijk bericht en lieh van nacht wei
nig geslapen en veel geweend." En we
der schoten hare oogen vol tranen, die
zij te vergeefs trachtte te weerhouden.
„Ei, ei!" zeide de dokter, terwijl hij
haar den pols voelde. „Ja, dat zal wel
zoo zijn. Drink een glas sodawater,
tracht u wat te verstrooienga naar huis.
Hier deugt het niet voor u. De zieke
zal uwe zorg niet meer noodig hebben
en stil inslapen. Ga naar huis. Hier
geeft gij u maar aan treurige gedachten
over."
Dit zeggende groette hij haar en ging
heen; maar Lilli bleef.
Wordt vervolgd.