Ho. 46.
Woensdag 8 Juni 1887. lO Jaargang.
Dit blad verschijnt lederen Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommers zijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADYERTENTIEN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes,
Oplaag 1500 Exemplaren.
i Die natasn vragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
Qroote Letters en Afbeeld, naarplaatsraimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingenniet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
SEDEELAO.
De kriekenboomen op Beierland beloven dit jaar
weer zeldzaam veel; in vollen bloei, zijn ze als met
een wit laken overtogen. Ook appelen en peren be
loven een ruim gewas. De veldvruchten laten niets
te wenschen over.
Als een zeldzaamheid kan gemeld worden dat te
Dalem, bij den landbouwer G. v. d. Geisen, een
paard van 82 jaren dezer dagen nog een veulen heeft
ter wereld gebracht. Bedoeld paard heeft nu reeds
18 veulens voortgebracht, van welke de meeste op
ruim 4-jarigen leeftijd voor f 700 a f 800 verkocht
werden.
Met het oog op de volslagen zonsverduistering, die
op 19 Augustus a. s. verwacht wordt, heeft het
gouvernementsbestunr van Lublin, in Russisch Polen
aan de Wojts (burgemeester) van alle in dit gouver
nement gelegen gemeenten bevel gegeven de dorps
bewoners van dit natuurverschgnsel kennis te geven.
Op deze wijze hopen de autoriteiten bet volk voor
schrik en onnoodige bezorgdheid te bewaren en de
pogingen te verijdelen van gewetenlooze personen
die elke gelegenheid te haat nemen om voordeel te
trekken uit de bijgeloovigheid van anderen.
Men schrijft uit Ylissingen: De sergeant der in
fanterie H een jeugdig en oppassend onderofficier
van de voorbereidende cursus te Bergen op Zoomis
als gewoon soldaat te Middelburg ingedeeld, omdat
hij in opgewonden toestand, in een twist met een
herbergier, met de sabel beeft geslagen. Wij zullen
niet beoordeelen of hy meer of minder geprovoceerd
is, doch constateeren alleen, dat de ongelukkige
jongelingdie op promotie diendebierdoor zijn car
rière missen zal, terwijl de hoofdoorzaak ligt in het
verplicht dragen van de wapenen door militairen be
neden den raug van officier, ook buiten dienst; eene
bepaling, waartegen reeds zoo dikwijls door de dag
bladen, ook met verwijzing naar het buitenlandern
stig is gestreden.
Het aanstootelijk schouwspel, dat het vervoer van
beschonkenen meestal oplevert, geeft een inzender
in De Ned. Politiegids aanleiding mede te deelen
hoe een eigenlijk trausport in verscheidene Ameri-
kaansche steden plaats beeft. Hij zegt:
Wanneer een politiedienaar aldaar een beschonken
persoon ziet, neemt hij dezen, zonder plichtplegingen
te maken, onder den arm en plaatst hem of haar
in een hokje.
Op verscheidene plaatsen der stad toch zijn hokjes
geplaatst, zoo groot slechts, dat ze alleen in staande
houding er in kunnen vertoeven. Gewoonlijk zijn ze
om de lantarenpalen aangebracht en zijn dan twee-
deelig, aan weerszijden van den lantarenpaal een,
terwijl de lantaren zelf eenige voeten boven 't hokje
uitsteekt.
Ieder politie-agent is in 't bezit van een sleutel,
om 't hokje te openen. Komt nu een geval van ar-
FEUILLETON.
25)
MELPOMENE.
Novelle van Karl Emil Fransos.
„Waarom?" vroeg Wiesner. „Omdat
ik Christen ben? Ik verlang niet dat
Lea van geloof veranclere; in Weimar
zijn gemengde huwelijken geoorloofd:
ik trouw haar daar. Omdat zij Blau's
bruid is en morgen zijne vrouw zou
worden? Moet gij hem meer ontzien,
dan hij het u gedaan heeft? Ik bezit
twaalfduizend gulden baar geld en ben
bereid ze u at te staandaarbij wil ik de
verplichting op mij nemen, u jaarlijks
eepe grootere som uit te keeren. Dat ik
hiertoe in staat benmoge u dit schrijven
bewijzenVorst Schwarzenberg wil mij
tot zijnen lijfarts benoemen; om deze
betrekking te verkrijgenbleef ik zoo lang
afwezig. Het is niet de loopbaan die ik
mij eenmaal gedroomd had, maar voor
Lea's bezit is geen offer mij te zwaar!
Dat Ruben u meer kan toestaan, weet
ikmaar legt het ook niet eenig ge
wicht in de schaaldat uwe dochter meer
sympathie voor mij gevoelt, dan voor
hem, dat ik ten minste achtenswaardiger
ben, dan deze ellendige
„Genoeg!" viel Duifje hem inde rede
en stond op. „Beschimp den toekom-
stigen echtgenoot mijner dochter niet.
Ik dank u voor uw aanzoek, dat blijk
baar eerlijk gemeend is, doch wij moe
ten het afwijzenwij hadden het moeten
afwijzen ook al waart gij gekomen vóór'
Ruben zich opnieuw met mijne dochter
verloofde; reeds de uiterlijke omstandig
heden zouden het onmogelijk gemaakt
hebben
Wiesner was doodsbleek geworden.
„Het geld!" riep hij, buiten zichzelven
van smartelijke verontwaardiging, „het
erbarmelijk geldOluister naar de stem
van het geweten, dwing toch uit heb
zucht uw arm kind niet
„Mijnheer Wiesner!" stoof Wolf toor
nig op, maar Duifje wenkte hem, dat
hij zwijgen zou.
„Laat ons dit pijnlijke gesprek afbre
ken", zeide zij. „Ik wil u uwe woorden
niet toerekenen: zij zijn in opgewonden
heid gesproken. Slechts clit éénc ben
ik verplicht u nog te zeggenWij dwin
gen onze dochter niet, zij heeft vrijelijk
beslist."
„Dat wil ik uit haren eigen mond hoo-
ren En ook dan nog geloof ik het niet.
Ik wensch juffrouw Lea te spreken."
Nu was het ook met Duifjes kalmte
gedaan. „Met welk recht?" riep zij. „Gij
zijt krankzinnig! Verlang geen on
derhoud met mijne dochter! Gij kondt
daarbij Iets anders vernemen, dan gij
verwacht. Ik wilde u sparen, maar nu
zal ik spreken. Het is beter, dat gij het
weet! Opdat gij zult inzien hoe dwaas en
ongerijmd uwe inbeelding was, opdat gij
het Lea later, wanneer zij gehuwd zal
zijn, niet lastig zult maken, zeg ik u,
dat mijne dochter u veracht!"
Aan zijne lippen ontsnapte een dofte
kreet, die uit het aangrenzende vertrek
door een zacht kreunen werd beantwoord.
Maar de ouders sloegen er geen acht
op, en in zijne vreeselijke opgewonden
heid hoorde hij het niet. „Waarom?" riep
hij woest.
„Dat weet ik niet"antwoordde Duifje,
maar zij zal er hare redenen voor hebben.
Lea vormt niet snel een oordeel maar
dan ook is het onherroepelijk."
„Gij liegt."
Zij wilde een toornig antwoord geven,
maar zij bedwong zichhet was duidelijk
op zijn gelaat te lezen, hoe ontzettend
diep dit woord hem trof. Bijkans kreeg
zij medelijden met hem, en daarom
vergenoegde zij zich met te zeggen:
„Ik lieg niet! Bij Lea's leven! Zij
heeft het mij gezegd!"
Hij staarde haar aan. Zij huiverde bij
dien blik. „De man wordt krankzinnig
dacht zij.
„Bij Lea's leven!" fluisterde hij. „Zij
liegt niet!" Toen wendde hij zich naar
de deur en verliet met wankelende schre
den de kamer.
Aan de echtgenooten bleef geen tijd
om het vreemde voorval te bespreken;
zij snelden naar de huiskamer. Eerst
moesten de huwelijksgeschenken op eene
lange taiel worden uitgestalddaarna de
ververschingen voor de gasten in gereed
heid gezet. Bij al die drukte ontging
het Duifje, in het eerst, dat Lea zich
niet, zooals zij gemeend hadin de huis
kamer bevonden toen zij later vernam
dat de bruid nog in hare kamer was,
bezig zich te Ideeden, dacht zij wel: dan
moet zij ieder woord gehoord hebben
Maar dit verontrustte haar niet; slechts
had zij gaarne de pijnlijke bijzonderheden
voor haar geheim gehouden. Nadat er
evenwel een uur verloopen was, zonder
dat Lea verscheen, vond de moeder het
geraden hare dochter tot spoed te gaan
aanmanen: weldra zouden de eerste
gasten verschijnenen op de bruid rustte
de plicht, ieder der binnentredenden
voor zijn geschenk te bedanken. Doch
nauwelijks had zij de deur van Lea's
kamertje geopend of vol ontzetting riep
zij uit: „Almachtige God!"
En waarlijk het schouwspeldat
dezen la-eet aan liare lippen deed ont
snappen, was jammerlijk genoeg. Op
den grond uitgestrekt lag het meisje,
het gelaat in de armen verborgen, Een