Zaterdag 30 April 1887
Jaargang.
Eene aardigheid, die ernstige
gedachten weUt.
Dit blad verschijnt iederen Woensdag en
Zaterdag.
Db prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENT1EN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 aar te bezorgen bij deD
nitgever J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Uieastaanvragen worden geplaatst Legwi 5 ee*t
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
^roote Letters en Afbeeld. naarplaatsmiinU.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing dei-
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Adverteutiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
Anecdotengrappige verhalenlos daarhenen ge
worpen aardighedenworden doorgaans opgedischt om
de lachspieren in beweging te brengen. Men denkt
er niet bij en het is misschien heel natuurlijk dat
men er dat niet bij bedenkt dat er wel eens aan
leiding in is tot gedachtendie tot ernstige over
weging aanleiding geven.
Dezer dagen las ik in een dagblad de volgende
anecdote.
„Twee menschen staan te kijken voor eeue win
kelkast. Een derde komt er bij en vraagt: wat sta
je toch altijd met je zoon naar die uitgestalde datnes-
costumes te kijken?
Om hem, zoo luidde het antwoord, een afschrik
wekkend voorbeeld van het huwelijk te geven."
Onwillekeurig heeft men misschien om die ui ge
lachen de een of ander heeft er wellicht bij gedacht,
dat de ingesloten klacht over de weelde in de dames-
costumes wel zeer gegrond was, maar daarmede is
de aardigheid voorbijgegaan en waarschijnlijk nu reeds
vergeten.
Ik heb er niets tegen, dat zulke dingen ras uit
het geheugen gaan, maar ze konden iets nalaten,
dat niet vergeten mag worden.
Het is niet te ontkennen, dat de weelde in klee-
diDg bij onze vrouwen eer toe dan alneemt, dat het
voorbeeld der meergegoeden zeer verderfelijk werkt
op de minder rijkendat menige buishouding onder
die uitspatting der weelde lijdt en dat sommigen van
het huwelijk worden afgeschrikt door de vrees, dat
de zuur verkregen verdiensten slechts dienen zullen,
om het corpus der lieve wederhelft, met onnoodige
en onsierlijke lappen te behangen.
Het laat zich gemaklijk verklarendat de mode om
eenige ellen stof meer te gebruiken dan voor kleeding
noodig is, ja zelfs den omvang van het lichaam te
vergvootenom nog meer noodig te hebbenzoolang
stand houdt. De leveranciers hebben daarvan voor
deel; de modemaaktsters en toongeefsters op dit ge
bied zijn meestal in de beste verstandhouding met
dezen en er wordt dus wel gezorgddat de mode
blijft, die aan beiden geene onaardige winsten aan
brengt terwijl er voor de noodige afwisseling gezorgd
wordt door het overtollige nu een rechts dan weder
links te hangen.
Wij laten daar of het mooi is. De smaken ver
schillen en de meeste vrouwenzoudenblijkens ge
schiedenis en ervaring, de grootste wanstaltelijkheid
allerliefst eu smaakvol vinden, als het maar
mode was.
Die overtollige ellen lichaainsbehangsels bedekken
echter het kwaad niet, dat de overdrijving sticht.
Dat eenvoud kenmerk van het ware isis een stel
regel, waarvan het vrouwelijk geslacht, niet schijnt
FEUILLETON.
14)
MELPOMENE.
Novelle van Karl Emil Franzos.
Kamers verhuren echter is mijne brood
winning, en ik verhuur liever mijne
kamer aan een ordentelijk mensch, dan
aan een gemeenen kerel. Ik weet niet
eens meer wie van ons beiden de zaak
opperdezoo geheel van zelf is het ge
gaan. Overmorgen komt hij. Mij zal het
een groot genoegen zijn, dikwijls met
hem te praten, maar natuurlijk naar
mij wordt niet gevraagd hier ip huist"
„Maar weet gij dan niet meer"vroeg
zijne vrouw, „hoe hij nu veertien dagen
geleden voortdurend aan den overkant
stond, om naar ons huis te kijken?"
Zij zag Lea aan. „KincU" riep zij ver
schrikt, „wat ziet ge bleek! Scheelt er
wat aan?"
„Neen moeder, niets," antwoordde
het meisje. „Ik ben wat huiverig, ik heb
slecht geslapenook ergert het mijik
zeg het ronduit, dat vader tégen ons
verzoek
„Maar hoe kan u dat ergeren!" riep
Herzheimer. „Gedroeg hij zich ongepast
tegen u? Hij bewondert uwe schoon
heid, en deed een paar weken geleden
moeite om u te zien. Is dat zoo vreemd?
Wanneer wij onze kamers slechts aan
jongelui mochten, verhuren, die uleelijk
vondenzouden zij wet altijd leeg kunnen
staan. Thans denkt hij niet meer aan u
dat verzeker ik je. Hij zeide tegen mij:
„Het is niet enkel uit eerzucht, dat ik
tracht spoedig eene onaf handelij ke be
trekking te krijgenhet geluk mijns le
vens hangt er van af!" Het schijnt
dat hij verloofd is. Overigens begrijp
ik volstrekt niet," voer hij met klimmende
ergernis voort, „wat er u aan gelegen
kan zijnof hij hier woontot nietHaten
kunt gij toch den man niet, die voor u
zijne gezonde ledematen gewaagd heeft?"
Lea haalde diep adem. „En nochtans
smeek ik uhem aanstonds af te schrijven
zeide zij ernstig, met luider stem. „Gij
kunt immers zeggen, dat moeder in uwe
afwezigheid
„Ik doe het niet!" riep hij, en wierp
zijne vork en zijn mes neder, zoodat zij
rammelden* „Ik ben er aan gewoon, dat
men hier in huis niet naar mij vraagt,
maar door mijne kinderen laat ik mij
toch niet de wet voorschrijvenWiesner
komt overmorgen hieren daarmede uit
Nu waagde niemand meer een woord
er tegen in te brengen, en liet onbehaag
lijke stilzwijgen duurde totdat de maal
tijd geëindigd was. Eerst nadat Wolf
zich verwijderd liad om zijn middagslaapje
te gaan doen, begon Duifje:
„Eigenlijk begrijp ik ook niet, kind,
hoe gij u deze kleinigheid zoo kunt
aantrekken
-■ „Omdat Melpomene alles even tragisch
opneemt," merkte Hannah snibbig aan,
„zelfs het eenvoudigste!"
„Gij hebt gelijk, moeder/' zeide Lea
op vreemden toon. „De dochter moet
niet verstandiger willen zijn, dan de
ouders." Daarop nam zij een boek.
Duifje maakte de toebereidselen voor
den avond. Behalve Rebekka en haar
echtgenoot was slechts Tanzerles uitge-
noocligd, hoofdzakelijk omdat de moeder,
nu hare beide oudste dochters eenig
geld mee ten huwelijk kregen, hem voor
Sarah hoopte te winnen.
Hij was ook de eerste gast, die ver
scheen. Toen Lea, in haar feestkleed
met de diamanten getooid, hem tege
moet trad, zuchtte hij onwillekeurig.
„Juffrouw Lca'L mompelde hij, „wat
zijt gij schoon!"
„Spreek zoo niet!" zeide zij haastig.
„Kom met mij mede!" Zij trok denver
baasden jonkman mede naar eene ven
sternis. „Weet gij wat Wiesner gisteren
met mij en heden met mijnen vader
gesproken heeft?" vroeg zij.
„Hij heeft mij niets verteld", antwoordde
Tanzerles, „hoewel ik heden tweemaal
bij hem geweest ben; de wond is niet
zoo onbeduidendals hij ons heett doen
gelooven, maar toch niet gevaarlijk"
haastte hij zich er bij te voegen. „Wat
heeft hij u gezegd? - hij heeft u toch
geene
„Luister!" Gejaagd deelde zij hem het
voornaamste mede. „Gij zult wel be
grijpen, dat het mij, der verloofde van
een ander, niet aangenaam kan zijn,
eenen mandie zulke woorden tot mij
gesproken heeft, als huisgenoot te heb
ben. Ik wil tot zijne eer aannemen, dat
hij, in verlegenheid hoe zich van de
zaak af te maken, het voorstel van mijnen
vader heeft aangenomen. Wilde hij echter
bij zijn plan volharden en werkelijk onze
kamer betrekken, zoo zou ik hem niet
meer kunnen, achten. Zeg hem, dat uit
mijnen naam.
„Dat is hard!"
„Maar rechtvaardig!"
Hij haalde de schouders op. „Misschien!
Maar verstandig Juffrouw Lea, zou het
verstandig zijn?" herhaalde hij met
nadruk. „Zou het niet beter zijn, thans
de zaken op haar beloop te laten
Dat hij u onverschillig is, kunt gij hem
dan laten gevoelen. Gij vergeetwelken
uitleg hij aan uwe boodschap zou kunnen
geven hij zou kunnen meenen, dat
gij hem vreest, dat hij u niet volkomen
onverschillig is, en gij hem daarom niet
in uwe nabijheid kunt dulden
(Wordt vervolgd,)