No. 31. Zaterdag 16 April 1887. Jaargang. Dit blad verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommers zijn Al cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN vóór Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij deB uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dicastaanvragen worden geplaatst tcgua 5 seat en Advertentiön tegen 6 cent per regel ■Sroote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing deï- zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderd Dien staan vragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, "Verjarings-, Doodberichten en do daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents# BE&IJVEÏ --JBESTttAFFEX/j Als dat geen twee broeders zijndan zijn ze toch van dezelfde familie. Men is met het eene al zoo min gediend als met het andere, en toch hebben beiden een zeker recht zich te doen gelden, al is hier een ver schil van vorm, dat soms aan de zaak een geheel ander karakter geeft, zoodat de hardst roepende wel eens het minste gehoor vindt. Die bekeven wordt, wordt natuurlijk bestraft, maar die dat laatste noodig heeft, zal zeker het liefst heb ben, dat men den kyfvorm vermijdt. Er zijn menschen, die ijselijk graag kijvenstandjes makenom een wissewasse opvliegen en dan liefst zoo luidruchtig mogelijk en meestal in minsierlijke woorden lucht geven aan hun gemoed. Er schijnt een zeker genot in te zijnzich zoo eens ferm te roerenzich van scheldwoorden te bedienen een geheel huis in rep en roer te brengen, daarbij liefst zoo luid mogelijk te spreken eigenlijk te ra zen en men zou zoo zeggen, 'tis of hun een steen van het hart gevallen iaals ze weder eens braaf ge keven hebben. Maar 'fc gaat met henals met een buitensporig groeiend lichaamsdeel, als het onnatuur lijke en overtollig# i#egfgenomen is, dan is het voor een oogenblik mooi, totdat de kiem zich weder ont wikkelt en a^igroeit, wat ten aanzien van de kijf- liefhebfrerij wonder snel in zijn werk gaat. I Er schijnt oolr, naar het begrip van dezulken heel wat kracht in het kijven te liggen. Zeker is dat het geval, wanneer men kracht noemt, dat men den an der tot zwijgen brengt, hem aan het heven of aan het schreien en hem in de war brengt, dat hp slechts stotterend eenige verontschuldiging kan inbrengen. Wil men dat eene kracbt noemeü waarop men zich verheffen kandan versiert men zich on geveer zooals iemand doen zou die altijd met een geladen revolver op de schouders en een ponjaard aan de zijde, meende heel mooi te zijn uitgedost en die er niet op let, dat men op een eerbiedige afstand van hem zoekt te blijven. Huizen, waarin het kijven dikwijls voorkomtwor den doorgaans gemedenwant al is men zelf de be- kevene nietniemand zal voor zijn pleizier daar eens gaan luisteren en niet alleen zich zoeken te vrijwa ren, van niet in de kijfpartij te worden gemoeid, maar zich liever verwijderd houden, bij het gevaar van ook een veeg uit de pan van den kijflustigen te krijgen. Het oude spreekwoord, dat, waar twee kijven bei den schuld hebbenis in zooverre eene waarheiddat de een zich schuldig maakt door de daad en de ander door zich aan den kijfstorm niet te onttrekken maar met een gelpk wapen zijn aanvaller te bestrijden. Misschien zegt of denkt de een of ander onder onze lezersdat wij te ras aan kijven denkenwaar toch maar alleen van bestraffen sprake is. Die eene ka stijding in woorden ontvangt en daarmede slecht ge- FEUILLETON. 10) MELPOMENE, Novelle van Karl Emil Fransos. „Goed!" riep Wolf Herzlieimer^vroo- lijk, „die dag past ook mij uitstekend! Herinnert gij u nog, Duifje, hoe wij toe vallig op dieïizelfdert dag voor vijf-en- dertig jaten ook verloofd werden? Ik weet het nog zoo goed! En hoe ik ter sluiks naar u zag, of gij blond of bruin waart! Ruben is verstandigerhij heeft zijne bruid vooraf in oogenschouw genomen/' Hannah moest wijn halen; de familie bracht den avond in de vroolijkste stem ming door. Voor de eerste maal sedert lange jaren zagen de meisjes den ge- drukten verbitterden vader weder ver genoegd en vroolijk. „Nu behoeven wij ook niet langer kamers te verhuren!" was hij van meening. Eene der kamers stond juist ledig. „Het bordje moet vandaag nog weggenomen worden F' riep hij. Zijne vrouw verzette zich hiertegen. „Ik verhuur de kamer," zeide zij. „Moet Ruben Blau aanstonds zien, dat wij alles van hem verwachten?" „Naar mij wordt niet gevraagd hier in huis," klaagde Herzheimermaar dat was ook de eenige wanklank, die dien avond vernomen werd. Ook Lea scheen vroolijker dan ooit; wel is waar stemde zij niet mede in de scherts der anderen maar over haar gelaat lag eene uitdruk king van bevredigden trots. Den volgenden dag ging in cle geheele Jodenbuurt het gerucht der verloving van mond tot mond. Wie het geheim geopenbaard had, bleef in het duister. Susi van den onderwijzer was het zeker niet, want zij had het slechts aan drie liarer beste vriendinnen onder stipte ge heimhouding verteld. Noch Ruben, noch een der andere belanghebbenden nam evenwel het ver raad al te hoog op; wel verzekerde de weduwnaar glimlachend, niets van de zaak te weten, maar hij beantwoordde niettemin de handdrukken der geluk- wenschers zeer hartelijk. De Herzheimers wonden er volstrekt geene doekjes om, en ontvingen met ingenomenheid de vele welgemeende felicitatieswaaronder die van Edgar Tanzerles misschien de welgemeendste was. „Juffrouw Lea," zeide de goede jon gen bewogen„gij zult eene brave echt- genoote zijn, evenals uwe moeder. Wees overtuigd, dat ik u en uwen verloofde alle heil toewenschUw geluk heeft mij altijd verheugd; heden verheugt liet mij dubbel." Deze laatste woorden waren hem on willekeurig ontsnapt. „Vergeef mij voegde hij er verlegen bij. „Waarom juist heden?" vroeg Hannah. De student vermeed het antwoord. .„Nu zal ik ook", vervolgde hij snel, „mijne waardigheid als uw ridder op Nepomucksdag reeds ditmaal moeten nederleggen „Zeker niet"antwoordde Lea vriende lijk, en stak hem de hand toe. „De verloving is nog niet officieelwij rekenen op u." Wie in onzen tijd op den iödenMei, den dag van den heiligen Johannes van Nepomuckde oude koningsstad aan de Moldau betreedt, vindt haar gevuld met enkele vrome en ele onvrome scharen uit de Zeehische streken des lands, die op oorverdoovend luide wijze den ge denkdag van dezen stilzwijgendsten onder de heiligen vieren. Het katholieke feest is een volksfeest geworden, wereldlijke oogmerken en belangen zijn hetdie de meesten naar de stad heenlokken: de een maakt gebruik van de goedkoope treinen om in de hoofdstad zaken te doen, of eenig genoegen te smaken, de ander is er op uit van de woordvoerders der verschillende partijen de leuzen te vernemen van den treurigen strijd tus- schen volk en volk, die het schoone land Bohemen verscheurt; slechts een enkele komt, gedreven door eene be hoefte des harten, de beelden van den martelaar bezoeken, die op dezen lente dag alle met bloemen, tapijten en lam pions versierd zijn. Zoo is ook hier slechts de uiterlijke vertooning behouden - doch de geest geweken, die in zijnen vromen eenvoud uiting zocht voor zijn gevoel. Dit was ten dage, toen deze geschie denis eener arme schoonheid haar zeld zaam verloop nam, nog anders, hoewel slechts in zooverre, dat het inderdaad enkel bedevaartgangers waren, boeren van heinde en ver, die gedurende dezen dag en dezen avond de straten der stad vulden. Het geraas en de vroolijkheid waren juist hetzelfde toenmaals als nu. In den klank der kerkelijke gezangen en gebeden mengden zich nog andere, minder vrome tonen, wereldlijke liede ren, straatdeunen en de luidruchtige uitbarstingen van hen, die zich in de talrijke herbergen aan mee en landwijn hadden te goed gedaan, ten einde zich over de vermoeienissen van den tocht en hunne droefheid ovei' het treurige lot van den heilige heen te zetten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1887 | | pagina 1