9.
Zaterdag 29 Januari 18B7.
Jaargang.
n
w
u
u
n
n
I)it Wad verschijnt iederen Woensdag en.
2afcerdag,
Da prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarHjksche kwitantie
wordt "beschikt.
Afzonderlijke nommers zijn al cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIEN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 unr te bezorgen bij den
uitgever J. A. SÏOSS. Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
üienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën. als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
Van Vlissingen naar Breda.
Breda
Prinsenhage
Xiicsbosch
Etten-Leur
Hoeven
Seppe
Roosendaal
Staatsspoor Vlissingen Breda. Winterdienst.
Van Breda naar Vlissingen. (1 Oct. 1886.)
V. 16,30 8,28
6,37 8,85
6,43 8,41
6,50,8,48
6,57 8,55
Wouw
Bergen op Zoom
"Woensdïeeht
Rilland-Bath.
Krabbendijke
Kruiniuge
Vlake
Bie9elinge
Goes
's-Heer Arendsk
Amemniden
Midelburg
,7,1 (stad).A.
T1 "'"«{hara.,
7, 6 9. 3
7,15 9.12
7.27
7,37,1
7,47 3.=
|7,56| in'u
8,10 -3.2
8,18
8.28
8,33
8,43
9 r
i 1
19,1.3 5~:
9,21 4-
9,30
i 'e
10, 9
11, 8
1,37
2,38
6,33
7,10
8,10
8,15
Vliss (fc?T->V-
(stad.)
7,16
7,25
n
7,17
ii
6,30
9,22
2, ,3
5,30
l',48
7,23
ii
Middelburg
6,39
7,25
9,32
2,14
5,42
7,36
ii
11,22 1,56
7,30
ii
Arnemuiden
6,46
9,39
2,21
5,49
7,43
11,30 2, 4
7,37
's-H. Arendsk.
6,59
9,52
2,34
6. 2
7,56
2,14
7,46
Goes
7, 7
10, 1
2.43
6 12
8, 5
10,33 11,42
2,25
3, 4
6,58
7,55
8,34
8,39
Bieselinge
7,15
10,10
2,51
6.23
8,13
10,51 11,53
3,14
7, 8
8,44
8,52
Vlake
7,22
a
10,17
2,58
3, 3
6,30
8,20
11, 1,12, 3
3,25
7,17
9,52
Kruininge
7,27
10,23
6,36
8,25
11,10:12,13
3,41
7,25
9,10
Krabbendijke
7,36
10,33
3.13
6,47
8,35
12,22
3,52 7,33
Rilland-Bath
7,42
10,40
3,19
6.54
8,42
12,35
4, 717,45
Woensdreeht
7,55
10,53
3,32
7, 7
9. 3
11,33
12,42
4,14 7,51
Bergen op Z.
8, 4
11, 4
3,42
7,17
9,13
11,42,12,52
4,29 8.—
Wouw
8,15
11,16
112.5
3,54
7.29
9,25
11,47
12,57
4,35
8, 5
A.
Roosendaal y'
8,24
8,40
4, 3
7,38
9.34
1. 8
4,45
8,12
7,24
8,45
9,16
11,42
11,50
4, 8
4,45
8,—
8,20
9,50
11,59
1,17
4,55
8,20
Seppe
7,34
9.26
12,—
4,18
8.30
12, 7
1,25
5, 5 8 28
Hoeven
7,40
9,32
12, 6 4.24
a
8,36
11
1,38
5,20
8,41
Etten-Leur
7,49
9,41
11
12,15 4,33
11
8,46
0
0
12,24
1,46
5,28
8,51
9,52
Liesbosch
7,56
9,48
12,22 4.40
8,53
12,32
1 1,^5
Prinsenïuige
8, 2
9,54
4.48,
V
8,59
L
1 a
1
5,37.9,—
10,—
Breda A.
8,08
9,10' 10,
12, 7 12,31 4,52
5,10
8,25
9, 5 1U.2J.
Waar snien trotsch op zijn mag'.
Trotschheid wordt niet onder de raenr-chelijke deug
den gerekend en toch zijn er gevallen, waarin het
niet trotsch ziju bepaald eene ondeugd is. Waar het
niet anders is, clan een ijdel zich verheffen op hetgeen
men is of heeft of doet, daar toont men zich dom
en maakt zich belachelijk; maar als het de fiere er
kentenis is van eens edele daad een vereefend bezit,
een gelukkige keus, een welbesteed verleden, daar
moet zij wel blijven binnen de grenzendoor het
gezond verstand gesteld, maar daar mag zij ook niet
ontbreken.
Br wordt ook wel eens gesproken van een volks
trots die dan tegelijk de roem en het geluk van een
volk moet uitmaken.
Men denke aan hetgeen dezer dagen ons als van
zelf voor den geest komt:
„Oranje, de trots van Nederland."
Die trotschheid heeft grond en ban niet worden
afgekeurd.
Wij denben aan de vorsten, die dat stamhuis heeft
opgeleverdvoor zooverre hun geschiedenis met die
van onze roemrijkste dagen verbonden is.
Reeds als kinderen heeft men ons ingeprent, die
pen eerbied voor die Oranjetelgen te hebben die hun
leven aan het heil dezer landen hadden gewijd. Waar
zij in hunne edele pogingen te kort schoten was het
vaakomdat overmacht hen belemmerde of een on
willig, ondankbaar volk zich van zijne beschermers
afkeerde. Door allerlei heldendaden hebben zij voor
zich zeiven onsterfelijkeu roem verworven en den kleinen
staat tot eenen hoogen rang verheven. Geen wónder
dus, dat die Oranjestem hier hoog in eere is, dat
men met groot leedwezen den schoonen boom oud
ziet wordenom geheel uittestervenen met zekeren
weemoed aan de dagen van ouds gedenkt.
Het is echter billijk, wanneer wij spreken van de
verdiensten der vorstendie sedert drie eeuwen over
ons land geregeerd hebben, wij ook een dankbare
blik slaan naar het voorgeslacht, dat ouder hunne
leiding tot groote daden in staat was. "Wij spreken
met eerbied van onze vaderendie wel zeker ook hnnne
gebreken haddenmaar van wie in onderscheiden tijd
een hoogst vereerend getuigenis moet worden afge
legd. Als wij van onze vaderen spreien, denken wij
toeh ook aan hen, zonder wie de vorsten hun verhe
ven standpunt niet hadden kunnen bereiken. Ben volk
kan veel aan zijn vorst verplicht zij nmaar wat zijn
de vorsten zonder het volk? Tot onze vaderen reke
nen wij dus niet alleen de troonbekleedersmaar al
len, die den troon hebben geschraagd, wier vereenigde
werkzaamheid Nederlands roem vestigde.
En op die vaderen zijn wij trotsch. Neemt ge dat
in den zin, dat gij hunne deugden verheft en hunnen
arbeid recht laat wedervaren dan hebben wij er vrede
hij. Maar 'tis anders wel wat dwaasdat men trotsch
is op hetgeen anderen waren, tenzij men bewijzen
bandat men op hun voetspoor is voortgegaan en hen
dus de beste hulde, door navolging brengt.
Belachelijk is het als een menschengeslacht zich wil
laten eeren, omdat een vroeger geslacht zoo uitmun
tende was; als men zich met die eenmaal door an
deren verworven roemt bedekt en een hoogen rang
wil innemen, een gewicht in de schaal leggen
niet omdat men dat zelf verdient, maar omdat men
afstamt van een geslacht, dat groote verdiensten had.
Een volkdat door zwakheiddoor zedelijkeu ach
teruitgang, door verflauwing van ijver of waardoor
ook langzamerhand gedaald iskan niet zonder blo
zen op de rij van edele voorvaders bogen. Als iemand
die in rang en stand door eigen toedoen gedaald is
en in schamele plunje daarhenen gaat, zich voor een
keer met het kostbare kleeddat hij nog van zijn
grootvader bezit, tooit en den schijn geeft, heel wat
te zijn, dan wordt zijn trots eene billijke oorzaak van
bespotting. Afkomst kan wel verplichtingen opleggen
maar alleen de deugt adelt. De roem van het voor
geslacht moet geene openbaring van eigen schande
zijn. Wu mogen niet iusluimeren op het. zachte kus
sen door de edelen van vroeger tijd ons nagelaten.
Veelmeer moet hun voorbeeld ons aansporen ons prik
kelen, om den verkregen roem te handhavenja zelfs
om het nog verder te brengen. Want het is niet
altijd een slagveld of eene staatsvergadering, waar de
i lauweren kunnen verkregen wordenen kunnen wij