No. 100.
Woensdag 15 December 1886. 9e Jaargang.
Dit blad verachijnt lederen WoenBdag en I ADYEKTENT1EN voor Dinsdag-
n a?' en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bii den
De prijs per lialfjaar f 0.50, franco per post f 0.90, r J, 4 K0SS Goes
waarover per halfjaarlijlcache kwitantie IIII„e*tr J. 1*UCS.
Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar, i OplQQ££ 1500 EXBYYlpldKSYI. j
Dieustaauvragen worden geplaatst legen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
ïroote Letters en Afbeeld, naarplaatsrnimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der-
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Yerjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents»
NEDERL A ff).
Aangaande de belangrijke ongelukken door den
storm iu ons laud aangerichtvalt te melden
Door loodsen werd de treurige tijding aangebracht
dat een groot driemastschip in de Wielingen met
man en muis vergaan is en evenzoo een Engelsche
vischsmak.
Bij Oudega werd de dijk doorgebroken; bet wa
ter bedreigde een tijd lang de spoorbaan.
Op Tessel werden zeer bange uren doorleefd. De
zeedijk tnsscben Oudeschild en Oosterend verkeerde in
groot gevaar.
Te Helder werd veel schade aangericht, vooral door
den hoogen waterstand, waardoor vele straten in
vaarten waren herschapen. Het water stroomde in
enkele wijken (voornamelijk in deNieuwstad) de wo
ningen binnenzoodat de bewoners hun heil in de
vlucht moesten zoeken, met achterlating van bun in
boedel, waarvan veel bedorven werd.
Te Rotterdam heeft vooral de telefoon 't moeten
ontgelden. Meer dan 200 geleidingen zijn vernield en
eene groote hoeveelheid palen zijn stuk geslagen.
Bij Roermond trad de Maas buiten hare oevers.
De gehuchten om de stad waren niet meer te genaken.
Te Amsterdam is op de Keizersgrachteen boom
omgewaaid, die zoo ongelukkig op een voorbijganger
terechtkwam, dat deze onmiddellijk dood was.
Twee visschers uit Scbarwoude (gem. Avenhorri),
broeders, 25 en 19 jaar oud, hadden Woensdag hunne
netten uit zee gebaald, toen door een rukwind hun
bootje omkantelde en zij in het gezicht van de kust
den dood in de golven vonden.
Een Engelsche dorpsonderwijzer zond onlangs een
brief aan de Regeeringwaarin hij aanboodeen
lijst over te leggen van alle mogelijke spelfouten,
welke hij gedurende zijn veeljarige loopbaan in de
opstellen zijner leerlingen gevonden had. Misschien
zoo meende hij, kon die lijst van dienst zijn bij de
pogingenom de schrijftaal te vereenvoudigen.
Het antwoorddoor hem ontvangenluidde echter
„M! De lijst van spelfouten, welke gij ons zoo wel
willend aanbiedtzal waarschijnlijk voor ons weinig
waarde hebben. Zij zou dunkt ons, niet volkomen
aan-de vereisebten beantwoorden, want wij vonden
in uw eigen brief zeven spelfouten!"
Eene groote maatschappij van levensverzekering te
Parijs heeft aan hare agenten een vertrouwelijk
schrijven gerichtwaarin zij hen waarschuwt tegen
degenen, die zich het hoofdhaar of den baard ver
ven. Het is hun verboden een contract uittereiken
aan zoodanige personenbij wier overlijden de maat
schappij eene groote som aan de erven zou hebben
uittebetalen en die zich met geverfde baren sieren.
De maatschappij toch meent, dat het verven van het
lmar zeer schadelijk is voor de gezondheid.
Konden de postambtenaren tot dusverre, in bij
zondere gevallenten opzichte van het gewicht der
postpakkettenmet eenige toegevendheid te werk
j gaanthans is bij beschikking van den Minister van
0)
FEUILLETON.
DE GEHEIMZINNIGE RAADGEVER.
't Was inderdaad zoo: beide blaadjes
geleken sprekend op elkaar, slechts met
dit onderscheid, dat de aan den direc
teur gerichte advertentie de woorden be
vatte: „Uitstekend middel voor kale
hoofden."
Ernstig stonden de beide mannen te
genover elkaar, ieder met het gehate
blaadje in de hand't was een schoone
aanblik.
,,'t Is goed, dat gij gekomen zijt, mijn
heer Mandel," begon eindelijk de direc
teur weder. „Gij hebt mij op het spoor
gebracht, en thans gevoel ik, dat ik eene
slang aan mijn boezem gekoesterd heb.
Ik heb het niet aan den jongen man ver
diend, neen, waarlijk niet! Mag het
jeugdige moedwil geweest zijn, die hem
er toe gebracht heeft, mij te honen
bij u echter was eene vcrfoeielijke wraak
zucht in 'tspel, en dat is zijn verderf.
Mogen slechte daden ook in 't duister
volbracht wordenéénmaal slaat het uur,
dat de dader zijn rechtmatig vonnis krijgt.'
„Zeer waar en schoon gezegd," ant
woordde de heer Mandel op geroerden
toon.
„Ik zal cr zorg voor dragen, dat de
schuldige zijn straf krijgt," sprak de di
recteur. en na deze woorden namen de
beide lotgenooten afscheid.
Even hierna ontving Ruddecke de
boodschap, om in het kantoor van zijn
chef te verschijnen.
„Wat of de heer Mandel met den
directeur heeft te bespreken," had Rud
decke gedacht, toen hij hem het kan
toor passeeren zag. Wilde hij een aan
klacht tegen hem indienen Doch hier
voor bestond geen redentenzij hij Rud-
decke's terechtwijzing van niet „zijn
vriendje" te zijn, als eene doodelijke
beleediging had opgevat. Doch dat zou
al te bespottelijk zijn; neen, wellicht
had de heer Mandel zich bezonnen, en
aan Ella's bede gehoor gegeven, om bij
zijn chef naar hem te informeeren. Ten
slotte zou misschien de heer Polenz hem
onder bedekte woorden met zijn engage
ment komen feliciteeren.
- Ruddecke's ontroering te
schilderen, toen hij in plaats van een
gelukwensch, eene donderende straf
predikatie ontving zijn schrik te be
schrijven, toen hij van zijne euveldaden
hoorde daartoe gevoelt zich mijne pen
niet in staat.
Vergeefs betuigde hij zijne onschuld;
de schijn was te zeer tegen hemen
de directeur was ten stelligste overtuigd,
dat hij zich in het karakter van den
jongen man deerlijk vergist had, ter
wijl ook de ondervinding leerde, dat
gunstelingen de ondervonden weldaden
met den zwartsten ondank beloonen.
De laatste hoop op Ella's bezit aldus
vervlogen zijne toekomstige loopbaan
vernietigd dat was op eenmaal te
veel
Ruddecke was ten einde raad, en
toen hij des avonds eene eenzame wan
deling maakte, was een oogenblik de
gedachte aan zelfmoord door zijn hoofd
gevlogen, doch zijn verstand zegevierde
en hij nam zich voor, zijn lot waardig
te dragen.
Den volgenden dag ging het voorge
vallene als een loopend vuurtje van mond
tot mond, ofschoon het moeielijk te
zeggen viel, wie het openbaar gemaakt
had.
Natuurlijk volgde een uitgebreid ar
tikel in de courant. Het luidde aldus:
„Sedert jaar en dag ontvangen talrijke
personen in de residentiezonder onder
scheid des geslachts, anonieme brieven
waarin op boosaardige wijze den spot
gedreven wordt met den ontvanger of
ontvangster. Dames met een slecht ge
bit worden kunsttanden aangeraden, en
dergelijke aardigheden meer. We zou
den te veel ruimte van dit blad vergen
indien we melding zouden maken van
alle advertentiesdie op menigvul
dige mensclielijke zwakheden en ij del-
heden betrekicing hebben, en bij wier ont
vangst een ieder zich onaangenaam aange
daan gevoelt. Nadat men tallooze middelen
in 't werk gesteld heeft, om den ano-
niemen schrijver op te sporenis het
ons eindelijk gelukt, 't Is een jonge man
die een betrekking aan de bankvereeni-
ging bekleedt, en zijne vreemde nei
ging tot boosaardige streken onder een
masker van kinderlijke onschuld zóó te
verbergen weet, dat men hem voorden
besten jongen ter wereld zoude houden.
Raadselachtig echter is en blijft het,
dat hij in zijnen begrensden werkkring
zich zooveel informatien heeft weten te
verschaffen.
Onder al degenen, welke dit couran-
tennieuws hadden gelezen, was er wel
niemand zoo verbaasd als dokter Wilkens.
Eerst deed het hem groot pleizier, de
openbare meening te kennen, doch toen
hij den naam van den ongelukkigen zon
debok hoorde bracht hij de hand aan
zijn voorhoofd en noemde zich zeiven
een gek.
Mocht ook Ruddecke zijn medemin
naar zijntoch mocht hij hem gaarne
lijden. 'tZou hem tot een knagend
zelfverwijt zijn, indien Ruddecke door zijn
toedoen zijne geheele carrière misgeloo-
pen had. Wordt vervolgd,)