VOL
No. 97.
Zaterdag 4 December 1886. 9e Jaargang.
Een gestoord feest,
maar dat toch een feest blijft.
Dit blad verschijnt lederen Woensdag
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIES' vóór Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen o cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
^roote Letters en Afbeeld, naarplaatsruiiate.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
Bij dit nommer behoort een Bijvoegsel.
lljjna een tiende deel der Goescke bevolking zit op
den neus te kjjken.
De feestdagdie reeds lang met verlangen werd
te getnoet gezienvindt teleurgestelde, verdrietige,
hier en daar ljjdende gezickteu.
De jeugd is ontevredendat ze nu juist te huis
moet blijven en niet kan gaan kjjken, wat St.-Nico-
laas nieuws heeft aangebrachten beproeven of zijne
gaven nog altijd even begeerljjk en smakeljjk zijn.
Laat ons de jengd daarover niet liard vallendat
ze den 5 December haar leed minder gewillig draagt,
dan de vorige dagen. Dat bet gelukkig isdat hunne
spaarpenningen nu niet voor een kort genot worden kwaad medewerkte.
eone socialequaestie was, die opgelost moet worden.
„Zou Sinterklaas de mazelen ook gehad hebben?"
Dns vraagt er een.
„Als hjj ze nu maar niet heeft", zegt een ander,
„maar wat zou het er ook toe doen, of hij al dan niet
gemazeld heeft?"
„Wel", is het wederantwoord, „ze zeggen immers,
dat men ze niet tweemalen krijgt en das behoeft dan
de Sinte niet bang te zijn, om in onze besmette hui
zen te komen."
„Goede Sinten", zegt een derde, die al wat wijzer
meent te zjjn, „zjjn nooit bang, maar wel voorzich
tig. De oude man zou zeker niet gaarne van het
eene huis in het andere, besmet of niet, loopen, en hjj
zal het zich niet aantrekken, als ze hem al te voor
zichtig noemen want hjj zal ook wel denkenbeter
het overtollige gedaan dan naderhand te moeten hoo-
dat hjj Sinteook aan de verbreiding van het
weggeworpenis een troostwoorddat hjj hen nog
geen ingang vindt. En al brengt ook de knecht van den
Sinte de geschenken van den meester bjj de kinderen
te huis; 'tÏ3 of het maar een halve St.-Nicolaas is,
als men hem in zijne verschillende paleizen niet kan
naloopen.
Wie zich de dagen zijner jeugd herinnert, gedenkt
ook aan al de pretdie reeds het naderen van den
goedheiligj man gaf, aan den vroolijken avondwaar
op hjj weldoend rondwandelde en aan het genot, dat
door den spaarzame nog weken daarna werd gesmaakt.
't Zjjn niet alleen de kleinendie Sinterklaas gaarne
zien komen. Zoovelen die de kinderschoenen reeds
lang hebben uitgetrokken, schamen zich niet op 5
December nog ietwat kinderachtig te zjjn.
Doch dit slechts in het voorbjjgaan.
Het feest der jeugd is gestoord. Een deel is verplicht te
huis te bljjven, en die van de ziekte gelukkig vrij ble
ven, vieren het niet zoo opgewekt als anders, omdat
broertjes en zusjes, vriendjes en vriendinnetjes niet
kunnen medegaan tot bewondering van alles wat St.-
Nicolaas aangebracht heeft.
't Is een vroege les voor de jeugddat er somwjj-
len eene leeljjke streep gaat door de berekening van
verwachte genietingenen dat het maar best is niet
te verre vooruit te loopen met de gedachten, omdat
er vaak hinderpalen zjjn op den weg, die niet te
voorzien en nog minder te verwijderen zijn.
De stoornis, die de jeugd als een verdriet beschouwt,
doet echter de bestemde dagen niet geheel zonder
feest voorbijgaan; misschien is bjj sommigen de pret
zelfs grooter, omdat die nu eens in anderen vorm ge
noten wordt.
De kinderen der gegoeden znllen er geene schade
bij ljjden. Lioht is het medeljjden met de aan huis of
bed gebonden kinderen, de oorzaak, dat er nog die
per in de beurs getast, nog meerdere verrassingen
bereid wordenom een pleister te leggen op de wond,
die gelukkig nog al zoo heel erg of pjjnljjk niet is.
Eu de kindereu der minder door de fortuin begun
stigden behoeven ook niet te vreezeu, dat zij zullen
vergeten worden. De oude Sinte is al lang bezig,
om met zijne knechten alles voor hen gereed te maken.
De jeugd evenwel kan het zich nog niet begrij
pen hoe de oude heer het maken zalom allen te
gedenken en wij kunnen ons zoo voorstellenhoe ze
wel redeneert over die vraag zoo ernstig, alsof het
„Juist", zegt weder een ander, „daarom gebruikt
hjj zjjn knecht, om daar te gaan, waar hjj uit voor
zichtigheid niet gaat. Eu die knecht behoef je niet
bang voor te zjjndie loopt een straatje omals hjj
een papier op de ileur ziet en hjj is zoo doortrokken
van carboldat elke smetstof eerbiedig voor hem
uit den weg loopt."
We zullen dus nog maar eens zingen, zon is het
algemeen gevoelen:
„Zieginds komt de bisschop uit Spanje weer aan."
Wel ja, kinderen! zing nog maar eens van goeder
harte, als ge tenminste, schoon nog in de ziekenka
mer, vrooljjk gestemd kunt zjjn, omdat de ziekte ge
weken is en slechts een wjjze voorzorg u binnen houdt.
De goede Nicolaas zal u niet vergeten en menig
een een lesje gevendat als het op weldoen aan
komt, men niet bevreesd zjjn moet voor mogeljjke
bezwaren en dat juist die oogenblikken zich het best
daartoe leenen, waarin men dikwijls meent, dat men
anderen aan hun lot mag overlaten. 1
Meer dan anders zal St.-Nicolaas ditmaal als wel
doener optredeuwanneer hjj kinderljjke smart door
zjjn bezoek on zjjne gaven stilt. Ik weet wel, dat
die vreugd voorbjjgaande isdat zjj niet het hoogste
is, waarnaar men zoeken moet; maar in het kinder
leven kunnen zulke oogenblikken ook wel eens iets
goeds uitwerkenwanneer ze het gemoed openen voor
de aaudoeuingen van dankbaarheid en liefde en voor
de waardeeriug van die kleinere genoegens, die in
het leven soms veel meer genot aanbrengendan het
voortdurend verkeeren in zingenot.
Als ik mjj hen voorsteldie in het karakter van
den Sinte, de ziekenkamer binnentreden en de vau
vreugde stralende gezichten die duidelijk toonendat
het leed voor een oogenblik vergeten wordt, dan weet
ik niet voor wie het genot grooter moet zjjn, voor
hen, die ontvangen of voor hen, die geven. Anderen
een feest bereiden iszelf een feestvierenen de vreugd
daarvan verdwijnt niet als lekkers en speelgoed reeds
lang zjjn voorbijgegaan.
'tZal een dubbel gelukkige Sinterklaas zjjn, als de
hoop verwezeuljjkt wordt, dat de plaag wjjkt en de
bezochten langzamerhand weder met nieuwen lust en
kracht tot hun leeren en werken kunnen terugkee-
ren. Misschien gaat dat niet zoo snel, als de meesten
zouden wenscheumaar de blijde dagdie zich tus-