No. 91.
Zaterdag 13 November 1886. 9e Jaargang.
Dit blad yerechijut iederen Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommersziju a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIEN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den
uitgn'er J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
üienstaanvragen worden geplaatst teg w a cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
ftroote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der»
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Du-nstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van v ij f t i g cents.
WEÊR-VOÖRSPE£EE¥«El*.
Wat er toch geleerde tnensehen in de wereld zijn
en wat men al wijsheid uit de couranten kan halen.
Met ieder jaar gaan wij vooruit en dagelijks staan
wij verbaasd over al de geleerdheiddie met eeiie
kwistige hand hare vruchten onder de menschen brengt.
Nog heugt ons de tijd, toen de in perkament ge-
kleede almanaknevens de maan-berichten ons
ook mededeeldewanneer het regenen zou en wanneer
men de parapluie wel 't huis kon laten. Sommigen
hechtten aan zijne voorspellingen een onbepaald ge
loof, al had de voorspellende vriend het ook tienma-
len achter elkander mis, en anderen lachten om die
wijsheiddie zoo vaak verkeerd uitkwam om niet te
spreken van hen die er een groot kwaad in zagen dat
men zoo maar over de toekomst on nog wel over
regen en zonneschijn beschikte.
Als zoovelen, die oudtijds werden uitgelachen als
ze met de profetien uit don almanak voor den dag
kwamennu eens konden opkijkenze zouden zeg
gen lieve nakomelingen! gij maakt het nog erger.
In onzen tijd getuigde de almanak van te verwach
ten warme of koude dagen voor eene geheele week
en sprak zoo gemoedelijk zijne overtuiging uit; en
thans komt er ieder oogenblik een bulletin van het
te verwachten weder en nog wel met aanwijzing van
grondenwaarop de aankondigingen rusten die even
als die nit den almanak nog al eens falen, 'tls
waarlijk of er om de zooveel dagen een telegram
uit de lucht komtdat overal wordt besteldal wordt
het niet overal aangenomen, en dat u bijna zou doen
denken, dat de telegrafist, bij gebrek aan stellige
berichten, uit eigen brein er maar een over de lijn
liad gebracht.
Maar men zou wel denkendat ik met de eerbied
waardige wetenschap spotten wil, alsof niet bare
uitspraken onbetwistbaar zeker warenindien ik na
het bovengezegde niet volgen lietdat de conranten-
weerprofeten van onzen tijd heel andere mannen zijn,
dan de almanak-profeetjesdie er maar een slag in
sloegenten genoege van hendie als ze een plan
maaktenom naar buiten te gaaneerst den perka
menten vriendmet zijne roode en zwarte lettertjes
raadpleegden.
Let er eens ophoe dikwijls de courant gelijk heeft
en hoe ondankbaar het daarom is, als men zoo trouw
hartig gewaarschuwdof door zulk een schoon uit
zicht verblijdzoo maar kortweg zegt: ,,'tisdekrant
maar, die het zegt", of de berichten, die met zoo
veel inspanning verkregen Werden, ter zijde legton-
geloovig, alsof men op de kermis bij een waarzegger was.
Ziedat ge er geen onbepaald geloof aan hecht en
uw dikke jas niet aanstonds voor den dag haalt, als
de courant zegt: „er is koude aan de lucht", dat
vind ik zeer voorzichtig; maar om alle weervoorspel
lingen zoo maar in eens voor malle praatjes te ver
klaren dat is minstens genomen niet voorzichtig. En
daar men nooit stellig spreekt, maar zegt wat ver
moedelijk gebeuren zalmoeten we veel meer wen-
schen, dat de wijze lui nog wijzer zuller worden en
dat de tijd nog eens bomen mogewaarin men pre-
9)
FEUILLETON.
SMITS OF SMIT.
Humoreske.
Naar het Uoogduitsch door Aio ar.
Willem Smits had moet gevat. Nu ge
voelde hij de kracht in zich, om zijn
bestrijders het hoofd te bieden al bevond
zich Herman Smit aan hun spits. Zoo
lang mogelijk deze getuigenis kon hij
afleggen had hij zich zelf en zijn liefde
voor het belang van zijn vriend opgeof
ferd, maar ook de vriendschap, de zelf
opoffering hebben hunne grenzen.
Zoo werd dan de overdracht der goe
deren onderteekend. Het huwelijkscon
tract werd opgesteld en vierentwintig uur
later na ingespannen arbeid want
wat was er niet te schikken, te bespre
ken, te koopen en te pakken wa
ren Louise en Willem door den zegen
der kerk verbonden. Het bruiloftskleed
was met het reiskleed verwisseldde
afscheidstranen waren gestort en het jonge
paar bevond zich aan boord van het
stoomschip „Zaandam"dat juist het
anker lichtte om naar Nederland te ver
trekken.
Oom Frits had dat zoo geschikt.
Louise kon het in Amerika niet gewoon
worden en dus was het beste dat zij
dadelijk naar het vaderland terugkeerde.
Haar ouders zouden zoo spoedig moge
lijk volgen. Ook haar stiefvader, die
veel te schuchter was om zich een plaats
in de Amerikaansche handelswereld te
veroveren zou de nieuw opgerichte firma
Frits Meierden Co. brood verschaffen.
„Het zou toch aardig zijn, als wijsa
men konden reizen" had moeder gezegd
toen de eerste vreugde over was. „Ach ja,
lieve oom, dat zou prettig zijn"had
Louise smeekend er aan toegevoegd
maar de oude heer wilde daarvan niets
weten.
„Jonggetrouwden reizen het best al
leen'' had gij ten antwoord gegeven, „en
daarenboven moet gij u er aan gewennen,
moeder's pappot te verlaten. Ik kan zulk
een onstandvastigheid niet velen, gij moet
op eigen beenen leeren staan.
Daarop had oom de plaatsen op de
stoomboot besteldde bagage verzonden
het ontbijt verkort en het afscheidnemen
zoo kort mogelijk gemaakt. Onderweg
gaf hij het jonge paar allerlei raadge
vingen hoe zich in alle voorkomende
omstandigheden te gedragen enkel
voorbereidingen voor de zoozeer gepre
zen zelfstandigheid.
Nu échter waren zij van zijn heerschap
pij verlost.
„Eindelijkl" juichte Willem Smits en
stemde in met het „hoera", waarmede
de passagiers afscheid van Amerika na
men. Van de kade weerklonk het ant
woord, terwijl de stoomboot zich lang
zaam, in beweging zette doeken en hoe
den werden gewuifdhanden wenkten
en voort ging het schip. Meer en meer
verdween de kade voor het gezicht,
langzamerhand smolt de menschenmassa
samen. Een poos nog herkende Louise
den doek van haar moeder nu was
deze ook niet meer te zien. In tranen
losbarstende wierp zij zich in de armen
van haar echtgenoot.
„Kom, Louise, ik heb je nog een be
kentenis te doenzeide hijdaar hij
dit het beste middel achtte om haar
smart te doen bedaren,
Maar, toen zij de trap van de kajuit
afgingen zij, in bange verwachting,
hijnog niet zeker hoe te beginnen
schrikte zij eensklaps opwant een luid
„halt" klonk hen in de ooren. Dat
moet de stem van oom Frits zijn en
werkelijk, toen zij omkeken, stond hij in
levenden lijve op de bovenste trede, met
zijn geruiten broek, zijn stijve boorden
zijn breedgeranden hoed en het meest
vergenoegde gezicht van de wereld.
Dat een ongeluk, want als zoodanig
beschouwde Willem de komst van zijn
oom, nooit alleen komt, bleek ook hier.
Van de tegenovergestelde kant verhief
zich een andere stem, die den jongen man
evenzeer bekend voorkwam.
„God mijner vaderen! Mijnheer Smits,
hoe komt u hier!" riep deze stem, wier
eigenaar niemand anders was, dan Mijn
heer Mozes Levison, naaste buurman van
Treuberg en Zonen.
Intusschen was oom de trap afgeklom
men „Nu, kinderen, daar zijn wij weer
bij elkaar," zeide hij vroolijk. „Het is
een verrassing die ik voor je be
dacht heb. ik heb mij al den geheelen
dag vermaakt, met het denkbeeld om
de verwonderde gezichten te zien, die
gij zoudt zettenik ben meer dan eens
op het punt geweest om mij te verpra
ten. Ik wil het oude Europa nog wel
eens weer zien en jóu helpen mijn jon
gen om de firma weer opterichten."
Bij deze woorden waren zij met hun
Ürieen de kajuit binnen getreden. Mozes
Levison had zich bij hen gevoegd.
„Mag ik nemen de vrijheid, mijnheer
Smits, u te vragen of u gekomen is om
te doen zaken in Amerika?" begon hij.
Oom Frits draaide zich om.
„U is verkeerd mijnheer" viel hij hem
in de rede. „Deze jonge man is mijn
neef en heet Smit."
Wordt vervolgd.