Woensdag 22 September 1886. 9e Jaargang.
FEUILLETON.
BEHOUDEN.
Dit blad verschijnt lederen Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommers zijn k 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIEN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 aar te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dieustaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiëu tegen 6 cent per regel
Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, nitgezonderd Dienstaan vragen.
Advertentiëu, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
S R I» E K 1, 1 S
Tot de niet altijd genoeg gewaardeerde voorrech
ten waarin onze minder gegoede bevolking in den
winter deeltbehoort ookzich een niet onbeduidend
weekgeld te kunnen verschaffen met het erwtenlezen.
De bezigheiddie zeker weinig krachtsinspanning
vordert, moge in veler oog eene minder gewenschte
zÜni bij gebrek aan ander werk of voor hen, die
toch geen ander werk verrichten kunnen, leveren
de erwten eene zeer gewenschte bate. Men zou ver
baasd staan als men vernam tot welk cijfer het daar
voor uitbetaalde loon in den vorigen winter klom en
zeker is er reden, om voor onze armen, ook bij het
weder naderen van den winter, ons te verblijden,
dat zij weder wat zullen kunnen verdienen in hunne
woningen. Als het dan ook maar op prijs gesteld
wordt en alle kwade praktijken verre blijven. Wij
zeggen datomdat ons bekend isdat een enkele der
erwtenlezers vergatdat die erwten zijn eigendom
niet waren en er ten zijnen bate over beschikte. Dit
zon aanleiding kunnen geven, dat de goeden met de
kwaden moesten lijden. .Gelukkig is bet een op zich
zelf staand voorbeeld, dat door velen van tegenover-
gestelden aard wordt opgewogen. Maar nu en weder
naar deze bron van inkomst verlangend wordt uit
gezien, meeuen wij er nog wel eens op te mogen
wijzen, dat nog altijd het oude spreekwoord geldt:
„Eerlijk duurt bet langst."
Te Zieriksee was verleden week de maljenier en
winkelier in jachtbehoefteu A. Timmermanin zijn
winkel op den Dam, bezig met bet maken van ge
weerpatronen. Waarschijnlijk door sterke wrijving bij
het aanstampen ontplofte eene boeveelheid kruit, en
met een bevigen slag sprongen al de glasruiten in
zijn winkel aan stukken. Gelukkig werden geene voor
bijgangers gekwetst, alleen kreeg een agent van po
litie eene kleine schram in het gezicht.
48)
Naar het Engelschvan Hugh Conway.
„Zoadt gij ging Philippa voort niet naar
hem. toe kunnen gaantot hem sprekenof hem op
de eene of andere wijze eene boodschap zenden Hem
zeggen dat hij niet zoo moedeloos moet zijn dat hij
nog op 't uiterste oogenblik gered zal wordendat de
ware moordenaar zich bekend zal makendat bij
vrijgesproken zal worden. Bazile, ik bid u, doe dit."
„Ik kaa niet, ik mag niet, het zou ons in bet ver
derf storten. Stillievelingwees kalm en luister."
De akte van beschuldiging is voorgelezen. De grif
fier wendt zich tot don gevangene:
„Zijt gij schuldig of onschuldig?" vraagt hij met
duidelijke stem.
Hoewel iedereen in de zaBl bet antwoord voorzien
kanheersckt er eene diepe stiltemen kan eene
speld hooren vallen. Iedereen schijnt bet antwoord
van den gevangene te willen hooren. Zelfs ik bnig
mij voorover en tracht zijne ontkenning op te vangen.
Er volgt eene langedoodelijke stilte. Mogelijk be
grijpt de gevangene niet, dat bij antwoorden moet?
Mogelijk lieaft bij geen kracht meer om te spreken?
Ik zie dat een der politie-ageuten hom op don sckou-
De winkelier zelf is, hoewel niet gevaarlijk, aan
hoofd en banden gewond. Gelukkigdat de verdere
voorraad kruit in den winkel goed afgesloten was,
waardoor grooter onheilen voorkomen werden.
De berichtgever in eene onzer couranten teekent
hierbij aan
„Bij eene dergelijke ontploffing, dertig jaar gele
den zijn menschen omgekomen."
Hij behoort zeker niet tot bendie in de dagbla
den het liefst de ongelukken opzoeken.
De commissie van werkverschaffing te Leeuwarden
heeft bet plan opgevat artikelen te laten maken,
welke tot dusver uit het buitenland worden inge
voerd. Daarvoor is evenwel geld noodig en eene
werkplaats. De commissie heeft dit plan in een adres
aan den Gemeenteraad medegedeeld, met verzoek
haar daarvoor eene som uit de gemeentekas toe te
staan en eene plek grouds voor een werkplaatsof
wel lokalen van de gemeente daarvoor beschikbaar
te stellen.
De Raad heeft dit adres in handen gesteld van B.
en W. tot het geven van advies.
De vliegerwedstrijd te Bergen-op-Zoomwelke op
31 Aug. wegens windstilte niet kon doorgaan, is
Donderdag met flink weder gehouden op bet schiet-
terrein nabij de stad. Er waren 237 vliegers. Veertig
prijzen werden uitgedeeld.
van de vroe-
Te Hillegom zijn Donderdag, inp
gere kermisvermakelijkheden, volksfeesten gehouden
onder begunstiging van heerlijk weder. Alles liep
goed van stapel en oud en jong vermaakten zich.
De gezamenlijke beetwortelsuikerfabrikanten in
Nederland hebben alle landbouwers, met wie zij
overeenkomsten hebben geslotenbij circulaire aan
de bepalingen der contracten omtrent het afleveren
herinnerd. In dat schrijven deelen zij mede, dat zij
der tikt eu hem iets influistert. Toch heerscht er
steeds stilte.
Eensklaps wordt die verbroken doch niet door den
gevangene.
Philippa uit een onderdrukten kreetnaar ik hoop
alleen voor mij hoorbaar. „Ik kan het niet langer
uithouden," fluistert zij; zij rukt hare band los. Zij
slaat den dikken zwarten sluier op en staat rechtop
midden in de zaal. Ik werp een blik op hare bleeke
maar vastberaden trekkenik bnig mijn gezicht voor
over in de handen en wensch, dat op dit oogenblik
de dood ons beide treffe. Alles is voorbijik ben
overwonnen.
Zelfs met de handen voor het gelaat, zie ik elk
gezicht in die volle zaal zich wenden naar die
rijzige, vorstelijke gestalte, in het donkere gewaad,
die zich daar in die bonte menigte verheft. Nu hoor
ik hare lieve stem duidelijk en helder boven alles nit:
„Mijnheer de voorzitter," hoor ik haar zeggen. Ik
hef het hoofd op bij die woorden. Advokaten, juryleden,
publiek alles wendt den blik naar haar. Zelfs de ge
vangene keert zich om en ziet haar strak aan.
Zij komt niet verder dan dez» drie woorden.
„Stilte in de zaal! Stilte in de zaal!" wordt zóó
gestreng geboden, dat zij bijna hare tegenwoordig
heid van geest verliest; zij aarzelt, stamelt en ziet
hulpeloos rond. Ik maak van dat oogenblik gebruik.
Ik dwiDg haar met geweld weer te gaan zitten. Ik