Zaterdag 4 September 1886. Jaargang. Bij dit Nommer behoort een Bijvoegsel. 't Zijn niet allen jagers die op den hoorn blazen. Dit blad verocJiijnt icdcren WoeiiBdag en Zaterdag De prija per halfjaar f O.oO, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommers zijn h 1 cent verkrijgbaar. AD VERTEN TIEN voor Dinsdag- I Dieustaanvragen worden geplaatst tegen SctSt en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij denJ eQ Advertentïën tegen 6 cent per regel nitnioir^r T 4 ROSS fJnps Groote LetterB en Afbeeld, naar plaatsruimte. uitgever j. a._kvss, uoes. |Bij directe opgaaf yan driema,1 piaat8ing der- zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents. WÊW Op verzoek van het adverteerencl publiek zal, uithoofde vaii de Kermis, het volgend nommer in plaats van Woensdag, DINSDAG- verschijnen. Advertentiën voor bedoeld nommer bestemd kunnen tot Maandagmiddag 12 uur worden ingezonden. De Uitgever. Br zijn vele zoogenaamde hoornblazers, die het fluiten nog leeren moeten en om jager te zijnis wat meer noodigdan te kunnen schreeuwen en ge weld met een hoorn maken. Laat allen, die er lust in hebben, blazen, zoo hard en lang zij kunnen en willenmaar een dwaas is bijdie van al den ophef iets gelooft. In den regel draagt de kleinste jongen de grootste viool, en levert het luidst geblaas het schraalst gebraad. Hoe minder verstand hoe grooter bluf. Jan Zonderland is niet meer in zijn schik dan wanneer bij zich op een brief als WelEdelGestreng betiteld zieten menigeen geeft zich uit voor dokterbij wien men niet vragen moet met wat recht het Dr. achter zijn naam prijkt. De wereld vloeit over van titelsdie niet meer dan zeepbellen zijn, en het aanraken niet velen kunnen. „Zet een hooge borsten spreek altijd uit de hoogte'', hoorde ik Willem de Schaapherder zeggen„en er zijn sukkels te over, die u voor een groot man zullen houdenmaar" voegde hij er bij, „zoo gij verstandig wilt doen, spaar dan uw kracht voor het oogenblikdat gij toonen kunt, dat gij iets beteekent, en stel u nooit groot aan als het wijs is om laag bij den grond te blijven." Zoo wees hij mij onlangs op Salomo Stuifzand en sprak lachend„Zie eenshoe hij zijn hoofd in de hoogte houdtals een hendie water drinktmaar 'tis zoo leeg als een duffe noot. Van hem geldt ook, veel gepraat maar luttel daad." Wie winst zoekt bij 't geen op de markplaats vergaard is, En happig op voordeel zijn kansen er telt. Die koope deez' Stuifzand voor wat hij daar waard is, En slijte daarna, als hij kan, hem voor 'tgeld, Waar Stuifzand, als kenner, ziclizelven op stelt. Nederigheid gaat der eere voor, maar een groot sprekende dwaas valt zeker van zijn hoogte, en als hij valt, heeft niemand haast, om de hand uit te steken en hem weer op de beer, te helpen. Een lange, praatzieke tong heeft doorgaans een hand tot maat, die voor niets deugt. Meest allen zijn wij heter thuis vau zeggen dan van doen. Al wat mou- teering draagt, heeft den mond vol van lust tot den strijdmaar komt het op vechten aandan kijkt er menigalsof hij zijn Zondagsoortje kwijt is. Er zijn er, die enkel kauon-en musketvuur zijn, maar als zij ruet hun mond afgevuurd hebben is het uit en amen. De dikbuikige Duitsche slachter iu Vlissingen achtte zich zelf de beste loods, maar hij was nooit op zee ge weest eu beter met de Lunenburger hei dan met de Vlissingsche Schelde bekend. Hij was een echte twee lingbroer van den Ier, die blufte, dat er geen heter rijder was dau hijmaar die zich nooit op een paard waagde, omdat, zooals hij zei„hij er altijd reeds aflag eer hij er op was." Niemand beter voor zijn vrouw dan een oud-jongeheeren oude vrijsters brengen haar kinderen altijd beter dan ieder ander groot. Vindt gij geleerdheid over opvoeding uitgekraamd, wees dan zeker, dat de schrijver of schrijfster van het boek geen kinderen heeft en nooit iets aau opvoeding deed. Ieder naensch is geneigd om te meenendat hij het allerbest zou kunnen doen, wat zijn roeping niet ismaar brengen dan de omstandigheden meedat zoo iemand zijn knnst moet toonen, dan levert de reeensent meestal nog slechter werkdan de mandien hij geeselde. Daarom is niets zoo wijs, dan niet vooruit te zeggenwat wel w ij zouden doen want 'tls een waarachtig woord, vol wijsheid, Dat wie 't zorgvuldigst grootspraak mijdt, Het minst gevaar loopt van te liegen, Waar hij voor eigen inzicht strijdt. Er is een ander oud rijmpje, dat zoo vol gezonde levenswijsheid is als een peul vol erwten. Luttel geld is ras gevlogen, 'tKortste woord is 'teerst gewogen: Wel hen, die met wijs beleid Geld en woorden zorgvol wegen, 't Schenkt hun hart bij hooger zegen Zielsrust en tevredenheid. Wie zal het euvel duidendat ieder pottebakker ziju eigen baksel prijst, en allen mogen wij wel zoo nu en dan eens een deuntje op onzen hoorn blazen; maar sommigen blazen er op los, als had niemand een trompet dan zij alleen. „Na mij de zondvloed", zei een hoog geplaatst man en velen zeggen het hem namaar zoo lang deze broederschap leefthebben wij bij hun leven reeds genoeg last van zondvloed. Ik meen den zond vloed hunner groote woorden, van hun ophef maken en bluffendat genoeg isom de sterkste hersenen in dien stroom te doen verdrinken. Och, of dezulken een mond haddengroot genoeg om op eens alles te zeggeu, wat er bij hen uit moeten dat zij dau voor goed zwegenmaar licht liepen wij zoo gevaar om tot het ander eind der wereld te moeten draveneer wij weer droog en hekomen waren van dat woordgeplas. Waar zulke kakebeenen rammelenwordt een onderaardsche mijn of kerker eeu begeerlijke schuilplaats. Wel zeggen zij„wat beteekenen hersenen als men geen tong heeft"; goed en waar; doch wat is de beteekenis van een tong, als hersenen ontbreken? Luide bulken is goed en wel. maar ik prijs de koe, die mijn emmers met melk vult. Een ezeldie veel hnlkteet weinig hooi, en dat hespaart voedselmaar een honddie veel blaftvangt geen wilden dat is schade voor zijn baas. Gedruisch alleen geeft geen voordeel en praat jes vullen geen gaatjes. Wanneer iemand zijn eigen lof zingt, kieze hij voor zijn lofzang een korte maat en neme zijn zangtoon uit den mineurtoon. Wie altijd over zichzelven spreekt, predikt over een slecht gekozen tekst, en zal al zeer spoedig allen om hem heen vervelen en ergeren. Goede wijn behoeft geen kransen hijdie weetdat hij wel doet, praat er niet over. Leege vaten bommen het hardst. Zij, die er deu mond van vol hebben, dat zij schutters van den eersten rang zijnkomen zelden met een gevulden weitasch tehuiszoodat hetwaar men rondziet, overal in het oog valt, dat de beste jagers niet te zoeken zijn onder hen, die zonder eind of ophouden op den hoorn blazen. J E I) E B L .U I». Het is algemeen bekenddat advertentie'sniet alleen het noodige en rechte middel zijn, om de be-

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1886 | | pagina 1