No. 48.
Woensdag 16 Juni 1886. 9e Jaargang.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt lederen Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksehe kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommers zijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIEN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 nnr te bezorgen bij deD
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
fxroote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der-
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
NEDERLAND.
Het Goesche klokkenspel is, na eene rust van
zes weken, eindelijk weder ontwaakt en zal dus de
slapenden weder kunnen waarschuwen. In vroegere
jaren verhaalde mendat de Meimaand altijd bestemd
was, om het klokkenspel te laten rusten en
reinigen. Nu weder verzekert men, dat de Pinkster
dag' de dag is, waarop de gereinigde klinkklank zich
weder moet doen hooren. Maar als Pinkster nu eerst
half Juni invalt kon men wel eerst half Mei begin
nen de inwoners van die muziek te beroovenof
van de overlevering afwijken en den Pinksterdag met
klokkentonen afwachten en ontvangen. Bij allen eerbied
voor oude costumen achten wij het niet in den geest
des tijds aan elke oude gewoonte zoo hardnekkig
vasttekouden. Doch wij zulleu ons maar troosten dat
het klokkenspel dit jaar bijzonder schoon zijn zal
en dat de wellicht meerdere kosten daarvan gedekt
zijn, door de bezuiniging, die het speelwerk tot een
schaarsch spelend werk heeft gemaakt.
Te Vlaardingen zijn heden ongeveer 40 schepen
voor de haringvisscherij naar zee vertrokken grooten-
deels bemand met Duitschers, die in dezen tijd van
het jaar in grooten getale overkomen en tegen den
herfst weder naar hun vaderland terugkeeren.
Grnotendeels met Duitschers bemand; bet schijnt dus
dat Nederland geen personeel of niet genoeg bezit,
om ter haringvangst te gaan. Men zou anders zeg
gen, dat het in dezen tijd, waarin zooveel over ge
brek aan arbeid geklaagd wordt, vreemd is, dat men
zich van Duitschers bedienen moet. Of zou het visschers-
handwerk zoo moeilijk te leeren zijn? Wij kennen
genoeg voorbeelden van mensehen, die met gansch
ander werk den kost verdienendau met dat waar
voor zij opgeleid waren. Metselaars schilders en wat
niet al meer tellen er meer dan een in hun gilde, die
er zooveel van geleerd hebben als een poes van wa
felen bakken. Waarom zouden leegloopers en dien-
20)
BEHOUDEN.
Naar liet Engelschvan Hugh Conway,
Wat herinnerde zij zich? Ik durfde nauwelijks ge-
looven dat zij, na die uren vau rust, reeds genezen
zou zijn, maar ik hoopte, dat zij vergeten had, wat
er op den weg gebeurd was, toen zij sir Mervyn
Perrand tegen kwam. Ik beefde van ontroering. Ik
moest weten hoe haar zielstoestand werkelijk was.
Bovendien was het niet goed voor haar zoo zij weer
insliep. Ik vatte hare hand en noemde haar bij ha
ren naam.
Opnieuw opende zij de oogen. Zij drukten noch
vrees, noch afkeer uit. Zij verweten mi] niets, zij
hadden eene kalme, treurigevermoeide uitdrukking
maar volstrekt geene verwarde.
,,Ben ik lang ziek geweest, Bazile?" vroeg zij.
„Niet zeer lang. Spoedig zult gij geheel hersteld zijn."
„Ik kwam naar uw huis, niet waar?"
_„Ja, en ik hoop dat gij hier blijven zult. Voelt
gij u zwak?"
„Zeer zwak, Bazile ik heb zulke vreeselijke, droo-
men gehad."
„Gij waart koortsig en ijlde. Dan heeft men al
tijd vreemde gezichten."
tengevolge klagers dan ook geene visscbers kunnen
worden.
Als dit 110. onder de oogen onzer lezérs komt,
zulleu er heel wat Nederlanders, en daaronder van
de beste soort, achter slot gezet zijn of worden.
Sommigen hadden nooit gedacht, dat het zoover met
hen komen zouanderen zijn er al lang aangewend
en kunnen er zich nog al in schikken. Gelukkig is
liet, dat verreweg de meesten binnen de 24 uren uit
den engen kerker worden verlost, tenminste als ze
daarbuiten, even vredig als daarbinnen, met elkander
willen verkeeren.
De vier voeten van een gewoon rund leveren circa
een halven liter „koevoetolie", het uitstekende be
kend smeermiddel voor machineriën van allerlei soort.
De beenderen, die wij als afval wegwerpen, worden
voor prijzen varieerende van f75 tot f200 per 1000
kilo's naar Engeland geleverdwaar zij tot mesgre
pentandborstelsliemdknoopjes, parasolhandvatsels,
(waarvoor voornamelijk schapenbeendereu dienen) en
snuisteren verwerkt, terwijl als nevenproduct lijm ver
kregen wordt en beenderzaagseldat weer als vee- en
kippenvoer dient.
LIT DEN VREEMDE.
Te Berlijn stonden dezer dagen twee mannen te
recht, die in den avond van den 6en September zich
bij een brug verscholen haddenom ieder die daar
voorbij kwam, duchtig met hun knuppels te slaan.
Eenige menscben ontkwamen hunne slagen door een
overhaaste vluchtmaar een oud man werd zoo ern
stig door hen gewonddat hij twee maanden lang
het bed moest houden.
Het Openbaar Ministerie eischte een gevangenisstraf
van 6 maanden. Maar de rechter veroordeelde de
schuldigen tot twee jaren gevangenisstraf, en hij ver
klaarde, dat hij dit vonnis, met betrekking tot hunne
beestachtig ruwe daadnog een zeer zachte straf achtte.
Zij was doodzwak, maar voor het oogenblik ten
minste, volkomen helder vau geest. Ik weende bijna
van vreugde, toen zij zoo kalm en bedaard sprak.
Ik begon te hopen, dat ik hier een van die zeer zeld
zame gevallen zag, waarvan ik wel gelezen, maar
die ik nooit bijgewoond hadwaarin de patient ge
heel genezen ontwaakt uit een kunstmatigen slaap.
Was dit het geval bij Philippa, bleef zij helder van
geest, dan wist ik, dat eenige weinige weken van
zorgvuldige oppassing en verstandige behandeling
voldoende zouden zijn om haar geheel te doen her
stellen. Stelde dit mij gerust, ik herinnerde mij te
vens het gevaarwaariu zij verkeerde. Morgenja
zelfs van daag reeds, kon mijne vrees verwezenlijkt
worden en de goede uitwerking van den drank zou
weer geheel verloren zijn.
Zij was nu geheel wakker en zeer kalm, ik gaf
haar eenig verkwikkend voedsel en vond toen beter
haar rustig te laten liggen. Voor ik de kamer ver
liet, sloot ik de gordijnen, want ik vreesde, dat de
dwarrelende sneeuw herinneringen zou opwekken, die
het beter ware te vermijdeu.
De lange winterdag ging voorbij. Het werd duister
de avond viel. Philippa lag rustig en bedaard. Ik
deed niets om haar op te wekken. Ik kwam zoo
zelden mogelijk in de kamer. Ik vreesde, dat de ge
beurtenissen van den avond haar weer voor den geest