No. 43.
Zaterdag 29 Mei 1886.
jaargang.
Uit blad verschijnt tederen Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommers zijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIEN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Üieustaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
Groote Letters en Afbeeld, naarplaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodbericbten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
De Lezers worden attent gemaakt op het hier
achterstaande Spoorlijstje, dat op aanstaande DINS
DAG 1 JUKI in werking treedt.
Vroeg op eu vroeg naar bed.
Dat is zeker een uitnemende leefregeldie voor
de gezondheid bevorderlijkvoor het werk voordee-
lig en voor de samenleving niet hinderlijk is. Men
is er dan ook altijd van overtuigd geweest, al heeft
men dien niet altijd opgevolgd, en ai is het ook waar
dat men laat opstaan en laat naar bed gaan kan en
toch gezond zijndan is het nog als maatregel van
orde goeddat men niet den nacht tot dag en den
dag tot nacht make.
Wij wisten echter nietdat men met het eene en
het andere zich naam kon makenalthans buiten
den kring onzer dagelijkseke omgeving. Eu toch
blijkt dat nu het geval te zijn want een paar Utrecht-
sche heerendie Zeeland misschien nooit bezochten
wisten te verzekerendat de Zuid-Bevelandsche boe
ren bekend zijn als vroeg op te staan.
Onze boeren behoeven niet te blozenals of zij
een vleiend compliment kregenwant het vermoeden
is niet ongegrond, dat die bekendheid eener goede
eigenschap op den voorgrond gezet is, om een bloempje
op eene mestvaalt te plaatsen. Die heeren toch kon
den kwalijk zeggen, dat zij in de eerste plaats voor
hun kas, in de tweede voor hun ambtenaars perso
neel en in de derde voor het publiek zorgden. Het
vroeg opstaan der boeren (alsof de Zeeuwsche spoor-
weglijn enkel voor de boeren was) moest dienst doen
om eene terugzetting van het algemeen belang te
vergoelijken. En zoo is het geschieddat de avond-
trein ons ontnomen werd, terwijl onze landlieden
vroeg kunnen opstaan, zonder kans van dan een
trein te zien passeeren. Als ze nu den raad van
vroeg naar bed gaan ook volgenomdat er dan niets
te zien isdan is er zeker geen gevaar voor hendat
ze door het geraas van vele treinen doof zullen worden.
Maar of het nu een doekje voor het bloeden was,
dan wel of bekendheid met deze streken eene veree-
rende waarheid deed uitsprekenzooveel is zeker
dat het oordeel van die twee machthebbenden bjj de
Exploitatie-Maatschappijdoor de dagbladen werd
voortgeplant en dat er in den laatste tijd nog al eens
hier en daar zal gesproken zijn over die Zeeuwsche
boerendie zoo vroeg opstaan.
Wij zouden ook wel willen vragenof het op den
weg eener maatschappij, die volksontwikkeling en
welvaren moet bevorderen, ligt, het publiek als het
ware te dwingen vroeg naar bed te gaan.
Het is zeker heel lief, als men daartoe het reizen
in den avond beletmaar wij durven betwijfelen of
diezelfde heerendie voor de Zeeuwsche boeren zoo
bezorgd zijn, het heel prettig en wel in hun voor
deel zouden achtenals men hen de gelegenheid om
des avonds wat later te huis te komen benam en
of ze dan werkelijk vroeg naar bed zouden gaan.
Doch we laten dat alles daarom ons alleen bezig
te houden met de getuigenis en den raaddie ge
geven werden en nemen de vrijheid omhnlde bren
gende aan vroeg opstaande Zeeuwen allen te raden
niet te vroeg naar bed.
Versta dat, als 't u blieft, goed, waarde lezer! en
begrijp wel, dat wij geenszins tot nachtbraken aan
sporen, of voedsel geven aan de verkeerde gewoonte
om de rustplaats eerst op te zoekeu als de rusttijd
reeds lang begonnen is.
Die vroeg opstaat, niet maar een enkele keer,
als de muggen plagen of de vrees voor het on
weer uit het bed jaagt die gewoon is vroeg
op te staanwordt meestal geacht een werkzaam
ijverig, voortvarend, wakker mensch te zijn en waar
dit werkelijk het geval iskan de getuigenis van
vroeg opstaan in waarheid als eene lofspraak gelden.
Bij de hand zijn is iets zeer gelukkigsvooral
wanneer het tot de bereiking van goede bedoelingen
wordt aangewend. Moet men het prijzen, als iemand
zorgt vroeg aan het werk te kunnen gaan destemeer
lof verdient bijals hij daartoe niet uitsluitend door
eigenbelang of ook wel door winstbejag wordt ge
dreven. Wie vroeg opstaat, verlengt in zekeren zin
zijn leven, maar het langste leven beteekent niets,
als men de vrucht daarvan alleen voor zicbzelven
zoekt. Het spreekwoord van den morgenstond, die
goud in den mond beeft, doet velen opstaan om naar
dat goud te zoeken. Maar wat geeft, bet als bet in
de kast gelegd, voor niemand rente oplevert.
'tGaat ook niet door, dat, dis vroeg opstaat niet
licht gefopt wordt. Ze zouden bij honderden aante-
wijzen zijn(misschien ook wel onder de Zuid-Beve
landsche boeren), die vroeg uit de veeren komen, maar
zich dan veel op de mouw laten speldenals er maar
iemand is, die slag heeft hnn wat wijs te maken of
ben door vrees of gunstbelofte voor zich zoekt te
winnen.
Wij raden daarom de vroegopstaanden, toont u ook
wakker, ziet goed uit de oogen, luistert niet naar eiken
raadvolgt niet iederdie zich als den besten leids
man voordoet. Zoo ge u toch bij den neus laat ne
men ware bet beter wat langer in bed gebleven.
En zoo iemand den naam van vroeg opstaan heeft,
hij zondige daarop nietmaar hij toone zich dien
naam waardig, door een gestadige vooruitgang, door
te erkennendat iedere nieuwe dag nieuwe behoeften
heeft, door op elk gebied met verfriscbte kracht
zelfstandig optetredenen wanneer iemand hem een
slaapliedje komt voorzingen, dien voorhij te zenden
met de boodschapwakkere mannen weten wel, wan
neer het hun tijd is naar bed te gaan.
Ten slotte roepen wij onze vroeg opstaande Zeeu
wen toe, laat u door die Utrechtsche heeren niet
verleiden, om op hun gezach vroeg naar bed te gaan
en de oogen dicht te knijpen. Soms wil men met
menschen doenwat vaak met kinderen geschiedt
die men vroeg in bed stopt, opdat ze niet langer
zonden meepraten. De slapende hond bijt niet, dat
is de rustdie velen zoekenvooral als ze iets on
dernemen dat minder goed is. De liaan beeft liefst
bet woord alleen als de kippen op stok zitten. En
om aan het laatste woord te blijven, om zijnen zin
te krijgen is bet zeker het gemaklijkst, dat men al
wie kan tegenspreken of zelf denken, naar bed jaagt.
Mijne goede laiulgenootenlaat ons den roem van
vroeg opstaan zoeken te behouden. Gaan wij niet
naar bed voor onze taak is afgedaanal dwingt men
ons ook. En laat ons voor alles toeziendatals wij
meenen, dat bet onze tijd is, wij het hoofd gerust
kunnen nederleggen, om weder vroeg, maar ook
flink te kunnen ontwaken.